De brandweermannen, maar ook hun vrienden en vriendinnen deden hun best om straten en dorpspleinen moddervrij te krijgen ©  rr

Antwerpse brandweermannen ruimen al week puin in rampgebied: “We gaan dat blijven doen zolang er hulp nodig is”

Puurs, Bornem, Antwerpen, Mechelen -

Ruim een week na de watersnood in het zuiden en oosten van ons land, wordt er nog steeds puin geruimd in het rampgebied. Een groep brandweermannen en hun vrienden en vriendinnen uit het Antwerpse, Mechelse en Klein-Brabant zijn al dagenlang in de weer om gebouwen, straten en pleinen moddervrij te maken. “De bewoners van die dorpjes zijn ons zo dankbaar, dat ze na afloop ons zelfs opbellen om ons te bedanken.”

Theo Derkinderen

Yannick Jansegers uit Bornem was een tijdlang vrijwilliger bij de brandweer in Puurs maar is intussen beroepsbrandweerman in Antwerpen. Toen hij en zijn collega’s de beelden van de ramp op televisie zagen en van brandweermannen ter plaatse hoorden hoe erg de hele situatie was, groeide het idee om zelf ook te gaan helpen. “Heel wat collega’s wilden mee in de bres springen omdat de slachtoffers in de getroffen dorpen handen te kort kwamen. Zo vertrokken we vorige week zaterdag al met een tiental mensen naar Chaudfontaine. Louter op vrijwillige basis en buiten onze diensturen”, vertelt Yannick. “We hadden onder meer pompen en stroomgeneratoren bij. Materiaal dat ook van pas kwam. Onze eerste dag in het rampgebied hebben we een twintigtal kelders kunnen leegpompen. Het water trok wel weg uit de straten, maar de kelders stonden op heel wat plaatsen nog helemaal vol met water. Tot aan het plafond waren ze gevuld. Maar we hadden ook schoppen en borstels bij. In alle straten, maar ook in de riolering lag een dikke laag slijk. Eenmaal we de modder verwijderd hadden, hebben we de straatstenen proper gespoten met water.”

Sommige huizen staan op instorten. In Fraipont troffen de Vlamingen zelfs een man aan die nog in zijn half ingestorte huisje verbleef. ©  rr

In het rampgebied werden de vrijwilligers ook geconfronteerd met heel wat ellende. “In Chaudfontaine zagen we een gezin dat net thuiskwam van vakantie. Toen ze de deur van hun woning openden, zagen ze voor het eerst hoe groot de schade binnen was. Alles was vernield door het water en lag door elkaar. De vrouw van dat gezin barstte in tranen uit. Dat was een tafereel dat er bij ons echt wel inhakte. We hebben die mensen geholpen door de meubelen naar buiten te dragen, de vloeren moddervrij te maken en ook het slijk uit hun voortuin en koertje weg te scheppen.”

Geen stroom of gas

Meer en meer brandweermannen hebben zich de voorbije dagen bij het groepje aangemeld om mee als vrijwilliger hulp te gaan bieden. Het gaat om brandweermannen van de korpsen uit onder meer Antwerpen, Puurs en Mechelen. Maar ook vrienden en vriendinnen steken mee de handen uit de mouwen. “De voorbije week zijn we ook afgezakt naar Fraipont, een klein dorpje vlakbij Trooz dat ook heel zwaar getroffen was door de watersnood. In het dorp is er al dagenlang geen elektriciteit of gas meer. De mensen kunnen dus niet koken en overleven op brood en conserveren. Omdat we wisten dat de toestand er ernstig was, hebben we ook extra voedsel meegebracht.”

De kademuur van de Vesder is door de kracht van het water compleet vernield. ©  rr

In Fraipont werd nog enkele kelders leeggepompt, maar werd vooral slijk weggehaald en werden straten en pleinen proper gespoten. “Maar we hielpen ook bij de bedeling van kledij, haalden vernield meubilair uit huizen en hielpen ook een school en parochiecentrum te poetsen.”

Glimlach

De bewoners van de dorpen zijn enorm blij met de hulp van de Vlaamse brandweermannen en hun vrienden. “Het is vreselijk wat die mensen allemaal hebben meegemaakt. Die glimlach die ondanks alle ellende toch op hun gezicht verschijnt als we beginnen te helpen, daarvoor doen we het. Uiteraard zitten heel wat mensen in zak en as. Mensen die in enkele uren tijd alles wat ze hadden, zijn kwijtgespeeld. Maar ondanks al die ellende is er ook hoop en beseffen heel wat mensen dat ze vooruit moeten denken.”

Yannick (vooraan) met drie andere vrijwilligers van een groep die intussen al aangegroeid is tot vijftig mensen. ©  rr

Water op eerste verdieping

Yannick en zijn vrienden zagen met eigen ogen welke ravage het water heeft aangericht in de kleine dorpjes. “Het water heeft in Fraipont bijvoorbeeld tot drie meter hoog in de straten gestaan. Dat is nauwelijks te vatten. Er zijn huizen waar we de waterlijn ongeveer halfweg de ramen op de eerste verdieping zagen staan. Mensen vertelden ons dat ze geen tijd hadden om nog spullen in veiligheid te brengen. Ik hoorde het verhaal van een Nederlandse vrouw die halsoverkop moest vertrekken voor het stijgende water. Zij en haar familie zijn over een brug, wat verderop, gelopen. En dat was niet zonder risico want de brug stond ook al onder water. Het lijkt wel alsof er bulldozers door de straten zijn gereden en alles hebben platgereden. De kracht van het water moet echt immens zijn geweest. Zelfs de kademuur van de rivier de Vesder is door het water vernield.”

De ploeg heeft er een flinke klus aan om de dikke slijklaag uit de straten en rioleringen weg te krijgen. ©  rr

“Vlak bij de rivier zagen we een huis dat door het water deels was ingestort. In dat huis zat, bijna een week na de ramp, nog steeds een oudere man. Hij wist niet wat te doen. Wij hebben hem duidelijk gemaakt dat hij niet in zijn woning kon blijven. Het gevaar dat het verder zou instorten, was veel te groot. Gelukkig heeft hij geluisterd en is hij vertrokken. Dat was echt een beklijvend moment. De drama’s die zich hier hebben voltrokken, zijn enorm. Dit is niet het verhaal van enkele dorpen die onder water zijn gelopen. Dit is het verhaal van een vloedgolf die ontelbare straten en huizen heeft weggespoeld.”

Nog jaren werk

Het groepje brandweermannen en vrienden bestaat ondertussen al uit een vijftigtal leden. Bijna elke dag vertrekt er een delegatie naar Wallonië om hulp te gaan bieden. “En we gaan dat blijven doen zolang er hulp nodig is. Voor ons is het een kleine inspanning om dit op onze vrije momenten te doen. Voor heel wat mensen is hun leven verwoest. We zijn nu anderhalve week na de ramp en het enige wat wij en al die andere hulpverleners aan het doen zijn, is puin en brokstukken ruimen. Het echte werk moet nog beginnen: het opmeten van de schade, afbreken van vele tientallen woningen en ze weer heropbouwen. Het zal nog jaren duren vooraleer de sporen van deze gigantische ramp uitgewist zullen zijn. Wij zijn alleszins enorm blij dat we met onze beperkte middelen ons steentje kunnen bijdragen.”

Straten worden schoongespoten ©  rr

“Wat ons bijblijft, is de dankbaarheid en waardering van de slachtoffers. Onvoorstelbaar hoeveel dankbetuigingen we al hebben gekregen. Als wij een dorpje verlieten, werden we uitgewuifd en werd er merci geroepen. Soms kregen we zelfs telefoon om ons nog eens extra te bedanken. Dat is echt om stil van te worden.”

Via sociale media gaan de hulpverleners nu op zoek naar plaatsen waar ze de komende dagen nog kunnen bijspringen.

Eenmaal de modder weg is, worden straten proper gespoten met water. ©  rr

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Keuze van de Redactie

MEER OVER