Direct naar artikelinhoud
Vier vragenWim Veraghtert (Natuurpunt)

Waarom is 2021 zo’n apart jaar voor vlinders? ‘Vlinders hebben nectar nodig om bij te tanken’

De atalanta bleek de meest voorkomende vlinder, met 14.595 tellingen.Beeld Getty Images/500px

Een recordaantal tellers turfde tussen 3 en 25 juli het aantal vlinders in de tuin, maar dat leverde geen recordaantal vlinders op. De toestand is beter dan vorig jaar, maar er is nog geen reden tot een hoerastemming, zegt Wim Veraghtert van Natuurpunt.

De Grote Vlindertelling van Natuurpunt was dit jaar opnieuw een succes. Was 2021 ook succesvol voor de vlinders?

“2021 is ook in de zin van vlinders een heel apart jaar. We hadden een frisse en natte lente zonder veel zon, waardoor er weinig vlinders rondvlogen. Dat kwakkelweer zorgde er wel voor dat de planten en bloemen er heel fleurig bijstonden. De vlinders die er dan toch waren, konden hun eitjes leggen bij frisse voedselplanten, die als voedsel dienen voor de rupsen die uit de eitjes komen. Er zijn andere jaren geweest, zoals 2018. Toen was het net heel warm en droog en vlogen er door het mooie weer heel veel vlinders rond. Maar de voedselplanten waar de rupsen van moesten leven, waren verdord. De bloemen die er toen waren, konden onder hittestress komen te staan, waardoor die minder nectar produceerden. Vlinders hebben die nectar nodig om bij het rondfladderen even bij te tanken. Door het wisselvallige weer stonden de voedselplanten en bloemen er nu wel goed bij, waardoor het lage aantal vlinders in het voorjaar zich wel succesvol hebben weten voor te planten.”

Welke vlindersoorten doen het goed?

“De atalanta bleek de meest voorkomende vlinder, met 14.595 tellingen. Op nummer twee komt het koolwitje en op nummer drie de dagpauwoog. Dat laatste is een positief signaal, omdat het iets vertelt over de veerkracht van onze natuur. In dat extreme jaar 2018 is de populatie van de dagpauwoog gekelderd tot een dieptepunt. Vorig jaar zagen we al een herstel, maar nu is de populatie van de dagpauwoog weer op peil. Dat geeft aan dat herstel mogelijk is. Toch is het zo dat als je een aantal decennia terugkeert in de tijd, de vlinderaantallen van een aantal soorten wel beduidend lager liggen.” 

Hoe valt dat te verklaren?

“In Vlaanderen is er veel ruimte voor natuur verdwenen. Ook pesticiden doen de vlinders geen goed, al is er nu meer aandacht voor die problematiek. Verder speelt de klimaatopwarming een rol. Voor sommige vlinders kan dat een goeie zaak zijn. Tegenwoordig zien we hier een aantal warmteminnende soorten zoals het kaasjeskruiddikkopje. Die vlinder kwam hier 15 jaar geleden niet voor, maar is nu toch in tientallen tuinen gemeld. Er zijn echter ook vlinders die vroeger heel talrijk waren die nu heel sterk achteruitgegaan zijn. De kleine vos is bijvoorbeeld een soort die niet goed overweg kan met de klimaatverandering. Ook het stikstofgehalte in de bodem speelt een rol, omdat veel wilde bloemen niet houden van een hoog stikstofgehalte.”

Wat kunnen we doen om de vlinderpopulatie een duwtje in de rug te geven? 

“Door in je tuin een grote variatie aan bloemen te zetten, kun je ervoor zorgen dat je tuin een tankstation wordt voor vlinders. Je kunt ook nog een stapje verder gaan en van je tuin ook een leefgebied maken waar vlinders niet alleen kunnen bijtanken, maar zich ook kunnen voortplanten. Dat kan je doen door je gazon niet meer zo strak te maaien, voor een hooilandje te kiezen of een aantal inheemse struiken te planten. Op sporkehout bijvoorbeeld zetten citroenvlinders hun eitjes af.” 

De koninginnepage.Beeld Thomas Vanhaute