Matthias Casse: het brons van de mentale onverzettelijkheid

© Belga Image
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

Matthias Casse veroverde in het verleden al vele (gouden) plakken dankzij zijn gestaald lijf en tactische maturiteit. In Tokio bewees hij dat hij ook op pure mentale kracht een even mooie medaille kan behalen.

Het was een beeld dat buitenstaanders nog maar weinig hadden gezien: dat van een Matthias Casse wiens adamappel omhoogwipte, even blies en met haperende stem zei tegen Sporzaverslaggever Maarten Vangramberen: ‘Ik ben blij met mijn seizoen: zilver op het EK, wereldtitel en… brons op de Spelen.’ Waarna hij met zijn rechterhand even over het gezicht wreef, en een stapje terugzette. Om zich meteen te herpakken en nog eens te herhalen in de microfoon: ‘En brons op de Spelen.’

Eraan toevoegend: ‘En euh, in Parijs ga ik terug voor goud. Ik heb nu drie jaar om hard te werken en dees resultaat te verbeteren. Er komen nog veel andere toernooien waarin ik kan laten zien wat ik kan.’

Die laatste toevoeging is de volbloedwinnaar in Matthias Casse ten voeten uit. Zelfs in de eerste ontgoocheling tóch alweer vooruitblikken, hetzelfde hoge goed nastrevend: olympisch goud.

Een doel dat hij zich al vooropstelde van toen hij op zijn elfde naar de Topsportschool in Wilrijk trok: de allerbeste ter wereld te worden. Een doel dat ook zijn favoriete hashtag werd op sociale media: #ilivetobethebest. Al gebruikt in zijn Instagrampost toen hij als pas 19-jarige trainingsgezel van Dirk Van Tichelt zijn maatje olympisch brons had zien pakken in Rio 2016.

Geïnspireerd door die ervaring, nog wat extra getriggerd door Van Tichelt, ontbolsterde Casse de jaren erna vlugger dan velen verwacht hadden. Tot een topper bij de senioren: met goud op het EK en zilver op het WK 2019 werd hij zelfs nummer één van de wereld.

Maar dan kwam het vervelende coronajaar, waarin hij maandenlang niet voluit kon trainen. Casse pepte zichzelf onder meer op door de wereldranking als homepage in te stellen. ‘Telkens als ik mijn laptop aanzet, zie ik mijn kop, met het cijfer 1 ernaast. (lacht) Motiverend, ja, te beseffen dat ik nu sta waar ik vele jaren van gedroomd heb’, vertelde hij vorig jaar in Sport/Voetbalmagazine.

Schouderblessure

Het allerhoogste doel moest dan nog volgen, met een jaartje vertraging: goud in Tokio, op de Olympische Spelen. Dat hij en passant, nadat hij eindelijk wél maandenlang voluit had kunnen trainen, als eerste Belgische man wereldkampioen judo werd, zag de Hemiksemnaar zelfs maar als een mooie tussenstap. Fysiek konden er nog een paar procentjes bij, zei hij vol vertrouwen na zijn wereldtitel. Telkens weer herhalend dat het hem om goud ging in Tokio. Atypisch voor een Belg, maar een terechte ambitie met zijn palmares en grote kwaliteiten.

Maar toen bleek hoe fragiel en breekbaar een topsportcarrière kan zijn: op stage in Kroatië belandde Casse begin juli op zijn schouder. Waarna hij tot Tokio amper één judotraining kon doen, en zich voor de rest moest beperken tot cardiotrainingen. Een blessure die hij en zijn entourage verborgen hielden voor de buitenwereld, tot op de ochtend van zijn competitie, om zijn tegenstanders in het ongewisse te laten.

Hoe mentaal sterk moet je dan zijn om in alle voorbeschouwende interviews een pokerface te blijven opzetten, en te blijven herhalen: ‘Ik ga voor goud’ – misschien tegen beter weten in.

Matthias Casse: het brons van de mentale onverzettelijkheid
© Belga Image

Hoe sterk moet je mentaal dan ook zijn om met die levensgrote twijfels je olympische competitie aan te vatten. Weliswaar zonder groot conditieverlies, maar met een weggeëbd judogevoel – o zo belangrijk voor een judoka.

Hoe mentaal sterk moet je dan ook zijn om je doorheen drie kampen te worstelen, twee keer tot diep in de verlengingen, zichtbaar last hebbend van de schouder bij het vastpakken van zijn opponenten.

Hoe mentaal sterk moet je dan voorál zijn om na het uiteenspatten van je gouden droom in de halve finale je tóch weer te herpakken voor de kamp om het brons. Zéker na een discutabele scheidsrechterlijke beslissing – ippon of niet van de Japanner Takanori Nagase? Maar, zei Casse achteraf: ‘De refs hebben een beslissing gemaakt, daar ga ik niet over discussiëren. Direct afsluiten en naar de volgende kamp.’

Een kamp waarin de Antwerpenaar de jonge en kwieke Tato Grigalasjvili met een perfecte overname op de rug gooide, in de reguliere tijd zelfs, al na 2 minuten en 34 seconden. Gevolgd door een oerschreeuw, van pure opluchting. Casse wilde nochtans niet per se vlug scoren, maar hij wilde zich aan zijn tactisch plan houden. ‘Zoals in alle kampen.’ Nog een teken van grote maturiteit, om jezelf na zo’n grote teleurstelling niet te verliezen in een té groot revanchegevoel.

Amper 24 jaar

Zo werd het beoogde goud een bronzen plak, evengoed als zijn maatje Dirk Van Tichelt in Rio.

Met dat verschil dat die zijn olympische medaille op zijn 32e behaalde. Terwijl Casse nog altijd maar 24 is en de toekomst voor zich heeft. Aanvankelijk zal het voor de winnaar in hem een schrale troost zijn, maar mettertijd zal hij ook beseffen dat zijn prestatie op zich, fysiek en voorál mentaal, evenveel waard is als goud.

Het zal zijn motivatie richting Parijs alleen maar aanscherpen.

Zijn motto behoudend: #ilivetobethebest.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content