BEKIJK - Fraipont na de vloed, tussen miserie en veerkracht: "Wij zijn nu vluchtelingen, door vluchtelingen geholpen"

In het rampgebied langs de Vesder kijken de mensen met doorweekte huizen zonder elektriciteit nu al bang naar de herfst en winter. “Gas? Dat zal voor januari zijn.” Het is ook maar de vraag of alle geëvacueerden terug zullen keren. "Klimaatvluchtelingen" worden ze genoemd door Yola Thienpont en Guy Saey. Het koppel kreeg zelf drie meter water binnen in hun huis in Fraipont en vond een onderkomen bij vrienden. Ze ervaren grote veerkracht in henzelf en in het hele dorp, waar bewoners van het plaatselijke asielcentrum volop in het getouw zijn om te helpen.

Fraipont. 700 zielen in een oksel van de rivier de Vesder. Klein kerkje, uren wandelplezier in de heuvels. In onbezorgde tijden tufte je boemeltje vanuit Luik-Guillemins door een fotogenieke tunnel “Fraipont 1841” binnen. Een paar honderd meter verder woont al vele jaren een Vlaams koppel, maatschappelijk werker Yola Thienpont (64) en kunstenaar Guy Saey (71).

Zo idyllisch Fraipont bij vorige bezoeken was, zo naargeestig is het nu, twee weken na de zondvloed. De stank van opdrogende modder en van diesel voor de stroomgeneratoren. De dreun van zware militaire voertuigen die maar rommel blijven afvoeren. Wat de Vesder heeft meegesleurd hangt in de bomen. Overal zijn mensen hun huis aan het strippen. De eerste golf kapotte huisraad is al weg; nu liggen opritten en bermen vol natte planken, gipsplaten, tapijten, gedemonteerde kasten. Ook bij Yola en Guy. 

Wij zijn vluchtelingen en we worden door vluchtelingen geholpen

Maar de solidariteit is tastbaar. “Bonjour!” klinkt het door de poort. Drie in rode hesjes gestoken jongeren zeulen met plastic bakken vol broodjes, peren en flessen water. Abdel Aadhim, Folad Mohebullah en Marwa Mohammad komen uit respectievelijk Algerije, Afghanistan en Somalië. In Fraipont is al jaren een open asielcentrum van het Rode Kruis, waar Yola vrijwilliger is. Het centrum ligt hoog op een berg en heeft geen waterschade. De bewoners engageren zich nu om de rest van het dorp te helpen. 

De rollen zijn omgekeerd en dat doet de jongeren zichtbaar deugd. Een van trots blinkende Abdel: “Ik ken nu elk hoekje van het dorp en de mensen kennen mij. We zijn allemaal mensen en we hebben elkaar nodig.” Guy Saey stelt vast: "Wij zijn nu de vluchtelingen en we worden door vluchtelingen geholpen.”

Guy en Yola ervaren hartverwarmende solidariteit in hun dorp. Vluchtelingen uit het asielcentrum van Fraipont komen voedsel brengen aan huis:

Videospeler inladen...

Ook tientallen Vlaamse vrijwilligers helpen opruimen of brengen spullen naar Fraipont. Het kleine Saint-Gilleskerkje stond eerst onder water maar is nu een opslagplaats. Een beeld van Christus op de koude steen kijkt uit over stapels kleren, schoenen, speelgoed. De kerk is tjokvol. Er kan niets meer bij: “Aucun dépôt, mais servez-vous” staat te lezen op een spandoek.  

Er zijn vier coördinatiepunten in de gemeente, met verdeelcentra voor spullen, met foodtrucks waar "les sinistrés" twee maaltijden per dag kunnen afhalen, met mobiele douches. Guillaume Pous, nota bene uit Corsica overgekomen, runt de “City Wash”. Elke dag tussen drie en acht kunnen mensen de modder van zich komen afspoelen in een truck met 16 douches. Water uit een tank wordt verwarmd met gasflessen; de stroom komt uit een generator. “De glimlach als mensen uit de douche stappen, daar doe ik het voor,” zegt Guillaume. Hilde Van Poucke uit het Pajottenland staat intussen paraat om in de cité, de sociale woonwijk, de maaltijden te verdelen. Het is haar eerste dag als Rodekruisvrijwilliger. 

Fraipont komt in zekere zin weer tot leven

“Er wordt soms wat naast elkaar gewerkt, er is wat meer sturing nodig,” geeft Yola Thienpont toe. “Maar hier borrelt iets. Fraipont komt in zekere zin weer tot leven.”  De noden zijn gigantisch en vooral van lange duur: dit is niet opgelost in enkele weken. "En het is te groot om enkel door vrijwilligers te worden gedragen." Yola is politiek actief in de roodgroene gemeentelijke groep EcoVa, ze is OCMW-raadslid en goed op de hoogte van de initiatieven van het gemeentebestuur van Trooz, waar Fraipont deel van uitmaakt. “Als je ziet vanwaar we komen, staan we al ver. Het vraagt allemaal tijd en veel mensen en middelen”.

Je ziet mensen rechtveren

Neem nu de twee basisscholen van Fraipont, allebei zwaar gehavend door het water. Met man en macht wordt er gewerkt om ze tegen 1 september klaar te krijgen. Via sociale media probeert de lokale overheid de hulpvragen op te vangen – van een taxirit tot een financieel voorschot voor wie niet verzekerd is, van psychologische hulp tot internet – en te waarschuwen: “Pas op voor CO-vergiftiging, gebruik uw generator niet binnenskamers”.   

Yola Thienpont: Je ziet dat er weer een bewustzijn is, een besef dat het hier een gemeenschap is. Je ziet mensen opstaan en rechtveren. Er gebeuren enorm mooie dingen.”

Ons huis was 36 uur een aquarium

Het stationnetje van Fraipont ligt er verlaten bij; wellicht nog de hele maand rijdt er geen enkele trein. In een wachthokje op het perron zijn hulpgoederen opgestapeld. In de wegen zitten hier en daar grote gaten. Een stuk asfalt is door het water opgetild en drie meter verder in de wei terechtgekomen. De infrastructuur van het dorp heeft zwaar afgezien. In elk getroffen huis wordt intussen de schade na twee weken pas echt zichtbaar. Ook bij Yola en Guy. Ze blikken terug op die vermaledijde 14e, 15e en 16e juli. “Het is vreemd om datgene te beleven wat je tientallen keren hebt gezien op het journaal, ver van je bed,” zegt Guy. 

Op woensdagnamiddag stroomde de Vesder uit haar bedding. Yola: “Ik heb de angst echt gevoeld op het moment dat ik het water zag komen, op het einde van de straat. Ik was van plan om naar de “place de village” te gaan kijken om te zien of daar kelders waren ondergelopen, maar toen zag ik een stroom water op me afkomen. Op dat moment was ik in paniek. Ik kwam weer binnen en dacht, ho, het is verloren.”

Twee weken na de vloed wordt de schade aan huizen pas goed zichtbaar. Guy laat ons zijn vernielde atelier zien, tot voor kort zijn favoriete plek:

Videospeler inladen...

Yola en Guy konden hun huis langs de achterkant verlaten, via een deurtje op de eerste verdieping en een bospad. Pas op vrijdag konden ze de schade komen opmeten. “Ons huis heeft zich als een soort aquarium gevuld met water. 36 uur lang stond er zo’n drie meter water, tot aan de eerste verdieping. De spoorweg heeft ons wel beschermd tegen de kracht van de stroming van de Vesder. Hier is de schade nog te overzien. Als je 100 meter verder gaat, zie je dat ook de muren zijn weggeslagen."

Het huis moet helemaal gestript

Sinds 14 juli logeren Guy en Yola bij vrienden in de buurt. De eerste dagen is hun huis met de hulp van vrienden en familie leeggemaakt. Wat onherroepelijk kapot is, is intussen weggehaald met de tractor van de boer. Nu komt de echte schade aan het licht, zegt Guy: “Alle muren die bekleed zijn met gyproc of spaanplaat zijn volledig doordrenkt. Het huis moet compleet gestript worden tot een casco. Er is geen andere mogelijkheid. Je kan het vocht in de muren niet laten zitten; op nieuwe muren zou er weer schimmel komen. Het moet eruit, niets aan te doen.”

De wc doet het nog. Maar je moet met een zaklamp je weg zoeken in het aardedonker en vooral niet uitglijden op de klamme vloer. Het zal lang duren voor alles opdroogt. Hier weer komen wonen is onmogelijk, ook niet op de bovenverdieping, want ook daar komt de waterschade nu tot uiting. En vooral: er is stroom noch gas. 

“De mensen van Fluvius zijn hier net geweest om de “compteur” te verzegelen. Ze vertelden me dat ze 12.000 meters moeten af- en aansluiten en 50 kilometer gasleiding moeten herstellen in de buurt. Dat gaat zes maanden duren,” verzucht Guy. Net als veel anderen blikt het koppel al bang vooruit naar de herfst en de winter. “Zelfs voor ons, die ons huis nog hebben, wordt het een uitdaging. Hoe gaan we hier in december kunnen wonen?”  

Ik heb eerst mijn penselen uit de modder gevist

Guy Saey is kunstenaar en neemt ons mee naar zijn atelier. In de dubbele beglazing schommelt nog een laagje vies water. Aan de muur enkele kunstwerken die hij niet kon redden. Nagenoeg alle materiaal is verloren gegaan. “Het eerste wat ik gedaan heb is mijn penselen uit de modder gevist. Aan elk penseel zit een verhaal vast.” Guy is geëmotioneerd: “Dit is de ruimte waar ik mij goed voel. Hier is heel veel in stilte gewerkt.” Het water druppelt uit de rotswol in het plafond. Maar er staat alweer een bokaal met penselen klaar.

On tient le coup

Antwerpse brandweerlieden die de straten kwamen schoonspuiten. Vrijwilligster Véronique die zich heeft ontfermd over twee alleenstaande buurvrouwen met verwoeste woningen. Ingrid uit Steenokkerzeel die een nog warme quiche op tafel zette, buiten op het terras, waar ondanks alle ellende toch samen wordt gegeten met al wie komt helpen.

“Het is die solidariteit die bij mij de waterlanders laat stromen,” zegt Guy Saey, “meer dan het verdriet over het verlies.” Twee woorden die opvallend vaak vallen: dankbaarheid en veerkracht. De voorbije twee weken waren een rollercoaster van emoties, getuigt Yola. “Maar nu hebben we al wat uitzicht op wat komt. Het zal veel inzet, werk en geduld vragen. Maar de veerkracht is een drive. Als je voor zo’n zware uitdaging komt te staan, dan wordt die veerkracht geactiveerd.” Guy: “On tient le coup zoals we hier zeggen. On tient le coup. We houden stand.”

Durven Yola en Guy al wat verder in de toekomst kijken? “Wij blijven zeker hier,” zegt Yola stellig. De papierwinkel voor de verzekeringen en de zoektocht naar aannemers zijn al begonnen. Over het dorp als geheel rijzen er wel vragen. 

Zullen de bewoners terugkeren? Of is de schrik voor nieuwe overstromingen te groot? We wandelen met Yola langs de verlaten Vesder en dat doet toch wel wat:

Videospeler inladen...

“Wij mogen ons gelukkig prijzen,” zegt Yola Thienpont. “Wij hebben nog een dak boven ons hoofd. We krijgen veel hulp, we hebben een breed netwerk, er is de gastvrijheid waar we logeren. De uitdaging voor veel andere mensen is ontzettend veel groter.” Fraipont is geen rijk dorp. Yola, die vaak met mensen in armoede werkt, begrijpt het ongeduld en de frustratie van sommigen heel goed. “Er zijn mensen die altijd al nauwelijks rondkomen, die geen euro over hebben, die niet verzekerd zijn, die niet met een computer overweg kunnen.”

Opletten dat dit geen spookstad wordt

Zowat de helft van de 8.800 inwoners van Trooz, waartoe Fraipont behoort, is getroffen. Voor honderden mensen moet opnieuw een woonplaats worden gevonden. “Wat me persoonlijk treft is dat de wet van vraag en aanbod alweer speelt en dat de huurprijzen de hoogte in gaan. En er zijn al zo weinig woningen. Dat is géén solidariteit, dat is “de een zijn dood is de ander zijn brood”, klinkt het bezorgd bij Guy.  Er zou een stop moeten komen op die huurprijzen, want "als je niet oplet krijg je een halve spookstad.” Yola: “Daar is men bang voor. Wat als alle gezinnen met kinderen wegtrekken? Wat met de scholen? De volgende generatie?"  

De geëvacueerden zijn klimaatvluchtelingen

Veel mensen hebben schrik voor een nieuwe natuurramp. “Gaat dit scenario zich herhalen? Bij ons weten is het hier nog niet zo vaak overstroomd. De klimaatverandering wordt ineens heel concreet voor ons,” zegt Yola. Uit de cité van Fraipont, een sociale woonwijk, zijn veel mensen vertrokken uit hun onbewoonbare huizen. Een pak inwoners verblijft nu in het katholieke bedevaartsoord Banneux, vijf kilometer verderop. “Dat zijn klimaatvluchtelingen”, besluit Yola Thienpont.

Ça va recommencer

Op het dorpsplein van Fraipont zitten wat mannen onder een boom. Slager Denooz die zijn atelier in de Vesder zag verdwijnen. Joviale Jean-Claude Patureau, die zijn solide huis laat zien. “Gebouwd tegen de “crue” (de vloed, red.) maar niet bestand tegen een “crue” van deze omvang. Patureau – met grijs haar in een knotje en een hoofdlamp op - was ooit burgemeester van Fraipont voor de fusie met Trooz. Hier geboren en getogen. Zijn vader sneuvelde als "maquisard", verzetsman, in de Tweede Wereldoorlog. Er is een mooie dreef naar hem vernoemd, die ook helemaal onder water liep. 

“Ça va recommencer,” blijft Jean-Claude maar herhalen. Hij heeft zelf jarenlang gewerkt in de waterzuivering. Er zijn waterwerken nodig voor enkele kleinere rivieren in de omgeving, zegt hij. Hij fronst de wenkbrauwen over de dammen in Eupen en Gileppe, waar volgens hem "zulke grote fouten zijn gebeurd”. Met catastrofale gevolgen voor zijn dorp, voor zijn huis, zijn gezin. 

Zijn vrouw Jacqueline zit op het trapje voor hun huis in een grote teil bemodderd servies af te wassen, voor de zoveelste keer. “Sorry, ik ben van Tienen, maar ik ben mijn Nederlands vergeten. En ik zie er niet uit!” lacht ze. Jean-Claude aait haar over de bol. “Op 1 juli waren wij 60 jaar een koppel, dat hebben we gevierd.”

Meest gelezen