Direct naar artikelinhoud
GetuigenissenNabestaanden covid-doden

Wanneer de vaccinatie wrang aanvoelt: ‘Voor mijn papa was het te laat’

Wanneer de vaccinatie wrang aanvoelt: ‘Voor mijn papa was het te laat’
Beeld DM

Ze verloren een dierbare aan corona en kijken met gemengde gevoelens toe hoe de maatschappij weer opengaat. Nabestaanden over verlies, rouw en de eenzaamheid van een afscheid op een afstand.

In augustus 2020 zag Elke Plovie (42) haar vader voor het laatst. Vier maanden later, begin januari 2021, stierf hij in het ziekenhuis aan de gevolgen van corona. Hij werd 70 jaar.

Elke Plovie: ‘Ik heb geen enkel beeld van mijn vader als covid­patiënt. Is hij in paniek geraakt? Heeft hij afgezien?’Beeld id/ Kristof Ghyselinck

Ze is blij dat we allemaal in de gelegenheid zijn om ons te laten vaccineren, zegt ze. Maar toen de beelden opdoken van de eerste ouderen in ons land die een prik kregen, deed dat pijn: “Voor mijn papa was het te laat. Op 6 januari 2021 is hij gestorven.”

Eddy Plovie was een kerngezonde, actieve man en bekende figuur in Ruddervoorde, de gemeente waar hij zijn hele leven had gewoond, vertelt Elke. “Hij was mantelzorger voor zijn oudere zus en woonde om die reden bij haar in. Toen zijn zus in augustus naar een woon-zorgcentrum verhuisde, ging hij nog altijd elke dag naar haar toe. Tot er een golf van coronabesmettingen in het centrum uitbrak. Ook zijn zus testte positief. Ik weet nog dat ik mijn vader aan de telefoon hoorde hoesten. Hij moest zich zo snel mogelijk laten testen, maande ik hem aan. Maar het duurde toch nog even voor hij naar zijn huisarts ging, het viel allemaal wel mee, zei hij.”

Ook toen hij positief getest werd, liep het volgens haar vader zo’n vaart niet, herinnert Elke zich. “Hij zat thuis in isolatie en voelde zich niet bijzonder ziek, zei hij. Maar het ging al snel de verkeerde kant op. Tijdens een van onze laatste telefoontjes vertelde hij dat hij door een ambulance zou worden opgehaald om naar het ziekenhuis te worden gebracht.”

Daarna hoorde Elke haar vader nog twee keer. Hij werd van de gewone covidafdeling naar intensieve zorg overgebracht en besefte dat hij nog van alles moest regelen. Het waren gejaagde, korte telefoongesprekken. “Hij zei nog altijd dat het wel ging, hij voelde zich eigenlijk niet zo ziek. Maar het ging niet. Hij had zo weinig adem dat hij het niet langer dan twee minuten volhield om te praten.”

Net voor hij in een kunstmatige coma zou worden gebracht, mocht Eddy nog een keer bellen met zijn dierbaren. “Het was een vreselijk telefoontje, hij was helemaal in paniek omdat er niets geregeld was. Hij had er nooit rekening mee gehouden dat hij afscheid moest nemen. Niemand van ons had dat. Mijn vader was een vitale, sportieve man, hij ging nog elk jaar met ons mee op skivakantie. Wie denkt er dan aan doodgaan?”

Nadat hij in coma was gebracht, ging het beter met Eddy. Het was inmiddels december, hij lag al enkele weken op intensieve zorg. Op kerstavond had Elke er nog alle hoop op dat het goed zou komen. “Vanuit het ziekenhuis lieten ze weten dat ze de tubes zouden weghalen omdat hij zo vooruitging. Waarschijnlijk kon ik de volgende dag voor het eerst weer met mijn vader bellen. Hij was inderdaad wakker en lag zonder tubes in bed, maar hij was te verward uit de coma gekomen om te kunnen spreken, hoorden we toen we belden. Het ging goed met hem, alleen was hij zijn dag- en nachtritme kwijt, maar dat zou wel terugkomen. We wachtten geduldig af. Tot dat telefoontje, ’s morgensvroeg, op 6 januari. Hij was gevonden, naast zijn bed. Ze hadden alles gedaan wat ze konden om hem te redden. Maar het was te laat.”

‘Het was onmenselijk hard’ 

Het doet nog altijd pijn dat ze niet weet hoe hij zijn laatste weken heeft doorgebracht. Dat ze hem nooit heeft mogen zien. “Ik had geen enkel beeld van hem als covidpatiënt. Was hij in paniek geraakt? Had hij afgezien? Normaal kan de familie in de eerste graad afscheid komen nemen als het einde nadert, maar omdat het net beter ging, was het niet nodig dat we kwamen. Dat begrijp ik, maar als ik hoor hoe anderen wel contact hadden met een familielid op de covidafdeling, besef ik hoe hard ik dat gemist heb. In zoveel ziekenhuizen werd gebruikgemaakt van videochat. Of werd er een scherm geplaatst voor de persoon in coma zodat de familie hem tenminste kon zien. Waarom konden wij dat niet? 

“Het is me duidelijk geworden dat er een groot verschil is in hoe de ziekenhuizen de familieleden behandelen. Het ene draagt er veel beter zorg voor dan het ander. Ik ken mensen die hun zieke ouder naar een ander ziekenhuis hebben overgebracht en zeggen dat hun ouder daarom nog leeft. Wat ben ik daarmee, denk ik dan.”

Het allesoverheersende gevoel dat niets kon, niets mocht, maakt haar boos, klinkt het. “Ik ben kwaad omdat degenen met een bepaalde connectie in een ziekenhuis het konden regelen dat hun familielid werd overgeplaatst. Betekent dat dan dat ik had moeten vechten zodat mijn papa ook naar een ander ziekenhuis was overgeplaatst? Had hij dan nog geleefd?”

Ook de beelden van ministers of burgemeesters die op de intensieve covidafdeling langsgingen om steun te betuigen, maakten haar enorm kwaad: “Of van voetballers die als straf voor een lockdownfeestje zo’n afdeling bezochten en dan ook nog een cameraploeg achter zich aan kregen. Waarom zij, die geen zieke familie hadden, wel en wij niet? Het was zo oneerlijk. We hebben mijn vader niet levend mogen zien en ook niet toen hij gestorven was. De kist ging dicht, en dat was het. Zijn bezittingen konden we ophalen in een witte vuilniszak met een sticker die zei: 72 uur niet openen. Dat is een proceduremaatregel, maar voor mij was het onmenselijk hard.”

Doordat ze op geen enkele manier afscheid heeft kunnen nemen, voelt het allemaal heel onaf, zegt Elke. “Het is net of hij er op de een of andere manier nog is. Zo’n gevoel is normaal als iemand net is gestorven, maar bij mij blijft het. Omdat alles fout liep wat er maar fout kon lopen. De afscheidsviering was in zeer beperkte kring: dertien volwassenen en vijf kleinkinderen. Elk op zijn eigen bank. Dicht bij elkaar en toch ver van elkaar. Het voelde alsof mijn papa anoniem was gestorven. Terwijl hij leefde bij de gratie van anderen.”

-----

Aurélie Hoes (18) verloor haar beide grootouders op dezelfde dag aan corona, in de week van de eerste lockdown.

Aurélie Hoes: ‘Het was eng, de begrafenis in beperkte kring. Je kon niemand knuffelen, dat maakte het heel onnatuurlijk.’Beeld Wouter Van Vooren

Op 13 maart 2020 om 12 uur ’s nachts gingen de cafés dicht, op 18 maart sloten alle niet-essentiële winkels hun deuren. We sloegen massaal toiletpapier en blikken tomatensaus in, smeten ons op Netflix en wachtten af op wat komen zou. In die bizarre eerste periode van de pandemie overleden de grootouders van Aurélie aan de gevolgen van het virus. “Het was tijdens de eerste week dat de scholen dichtgingen. Het leven lag plots stil, niemand wist wat we konden verwachten en hoelang het zou duren”, blikt de kleindochter terug. “Mijn opa was 81 jaar, zijn gezondheid was al een tijd niet meer goed. Mijn grootouders woonden in Kortrijk, ik bezocht hen iedere dag als ik uit school kwam. We hadden een heel goede band, opa en oma waren mijn tweede thuis.”

Ze zal de dag dat het misliep nooit vergeten, zegt ze stellig. “Opa werd plots niet goed en moest naar het ziekenhuis. We wisten toen nog niet goed wat de symptomen van corona waren, maar blijkbaar had hij ze allemaal. Gewrichtspijnen, koorts, enzovoort. Toch ging het na een paar dagen wat beter met hem, we kregen weer hoop dat hij erbovenop zou komen. Tot hij op een nacht ineens zo hard achteruitging dat hij naar de intensieve zorg werd overgeplaatst.”

Grootvader André Boonaert stierf nog dezelfde dag. “Mijn moeder heeft hem nog gezien voor hij overleed. Ze was helemaal ingepakt om besmetting te voorkomen, maar ze heeft tenminste nog afscheid kunnen nemen.”

Aurélie was zo kapot van de dood van haar grootvader dat ze grootmoeder niet onder ogen durfde te komen. “Ik was bang dat ik alleen maar zou wenen, en dat wilde ik niet, het zou haar nog meer van slag maken. Ik dacht nog dat ik haar wel zou bellen de volgende dag. Maar ze was al dood. Ze stierf diezelfde nacht, nog geen 24 uur na de dood van mijn opa. Mijn nonkel die bij hen inwoonde, vond haar ’s morgens in bed. Hij dacht eerst nog dat ze sliep. Nee dus. Ik was in shock. Haar dood kwam totaal onverwacht. Blijkbaar was ook zij gestorven aan het virus.”

André Boonaert en zijn echtgenote Rosanne Denoulet (79) werden samen begraven. “Ik heb de twijfelachtige eer om het eerste coronakoppel van Kortrijk begraven te hebben”, schreef pastoor Geert Morlion kort nadien op de site van Reveil, een organisatie die werkt rond rouw. “Tot overmaat van ramp was de enige mobiele zoon ook coronapatiënt en in quarantaine. En een dochter kon niet op eigen kracht naar de dienst komen. We hebben ze dus begraven, met alle aandacht alsof er 500 man aanwezig was, heel intens en diep verdrietig. Zelden heb ik die onmacht gevoeld, geen aanraking of handdruk, geen babbel na de dienst – alleen ingehouden gebeden en muziek.”

Een verhaal dat bij alle coronabegrafenissen terugkwam, het afgelopen jaar.

“Het was eng, zo in beperkte kring”, zegt Aurélie. “Met mijn oom die in quarantaine zat, helemaal alleen. Het was mijn eerste begrafenis, ik wist niet wat ik kon verwachten. Je kon niemand knuffelen, dat maakte het heel onnatuurlijk. Gelukkig was er één troost: ze waren samen gestorven. Waar ze ook waren, ze waren bij elkaar. Dat is een fijne gedachte, want mijn grootouders waren al heel lang samen, het was een onafscheidelijk koppel. Door hen heb ik geleerd dat echte liefde bestaat, ze liepen nog altijd hand in hand over straat.”

Bijna anderhalf jaar later kan ze het verlies beter plaatsen, denkt Aurélie. “Intussen heb ik mijn diploma van de middelbare school gehaald en dat was heel emotioneel, want ik had hen er zo graag bij gehad. Ik had hen nog zoveel willen vertellen. Nu houd ik het bij de mooie herinneringen. Van de uitstappen die we deden, de reizen die we maakten. Een van de leukste herinneringen is dat ze altijd luisterden naar de Koreaanse popmuziek waar ik fan van ben. Totaal hun ding niet, maar ze vonden het leuk, al begrepen ze er niets van.” (lacht)

Geen onnodige risico’s nemen

Zelf is ze nooit echt bang voor het virus geweest, wel bezorgd. “Ik denk dat veel jongeren het gehad hebben zonder het ooit te beseffen. Op onze leeftijd word je er meestal niet echt ziek van. Maar omdat ik mijn grootouders aan corona heb verloren, ben ik me veel meer bewust geworden van de gevaren van het virus. In het begin leek het bijna een film, maar na de dood van opa en oma besefte ik dat het wel degelijk echt was. En dat het niet om te lachen was.”

Twee weken terug kreeg ze haar eerste vaccin. “Eindelijk. En toch ben ik er nog niet gerust in, want met één vaccin ben je niet volledig beschermd. Wat dat betreft had de overheid beter nog gewacht met de versoepelingen. Ik vind dat die te snel zijn ingegaan. Al begrijp ik de nood aan een beetje fun, we hebben tenslotte lang genoeg binnen gezeten. 

“Ik blijf sowieso voorlopig een mondkapje dragen en ik ga niet op vakantie naar Spanje om dan met zijn allen in een club bij elkaar te hangen. Geen wonder dat je dan besmet raakt, het getuigt niet bepaald van verantwoordelijkheidsgevoel. Zelf ga ik aan het eind van de zomer een weekendje naar zee, meer niet. We zijn er nog niet vanaf en ik ben niet van plan onnodige risico’s te nemen omdat ik zo nodig plezier moet hebben. Uit respect voor mijn opa en oma.”

-----

Begin dit jaar overleed de vader van Chris Loosvelt (71) aan de gevolgen van het coronavirus. Hij werd 97 jaar.

Chris Loosvelt: ‘We hebben lang voor de zorg geapplaudisseerd. Dat ze zich dan niet laten vaccineren, kan er bij mij niet in.’Beeld Wouter Van Vooren

“Het afgelopen jaar hebben we mijn vader alleen kunnen zien vanachter het raam. Hij woonde al lange tijd in een woon-zorgcentrum, maar omdat we met zo’n groot gezin zijn, in totaal negen broers en zussen, kreeg mijn vader elke dag minstens twee kinderen op bezoek. Daar genoot hij intens van. Tot de eerste lockdown begon. Van de ene op de andere dag zag hij niemand meer. Dat was hard. Voor hem, voor ons, voor iedereen.”

De vader van Chris kreeg corona, maar echt ziek was hij daar niet van. Toen hij de tweede keer besmet raakte, in november vorig jaar, ging het minder goed. “Hij was een vitale man, al had hij onderliggende aandoeningen. Maar het is het virus dat hem fataal is geworden. De laatste dag mochten we hem allemaal zien. Dat afscheid was heel belangrijk, hij was omringd door zijn kinderen toen hij stierf en hij besefte dat. Daar ben ik nog altijd blij om, want we kennen allemaal de verhalen van de mensen die moederziel alleen naar de andere zijde zijn gegaan. Dat is een van de grootste tragedies van corona, dat sterven in volstrekte eenzaamheid.”

Haar vader werd 97 jaar. Een mooie leeftijd, beseft Chris. “Na de dood van mijn moeder mocht het voor mijn vader eigenlijk ook wel gedaan zijn, wisten we. Op zich hadden we er volledig vrede mee, we hebben niets te klagen. Bovendien kan ik het nog meer relativeren omdat ik mijn zoon op 35-jarige leeftijd verloren heb aan een ziekte. Wat de dood van mijn vader wel moeilijk maakte, is dat we midden in de tweede lockdown zaten en dus niet met alle kinderen, partners en kleinkinderen naar de begrafenis konden. We zijn met meer dan tachtig, kleinkinderen inbegrepen, maar we hebben het opgelost door met zijn allen een erehaag te vormen van de kerk tot de begraafplaats, elk in zijn eigen bubbel. Dat maakte het enigszins goed, maar ik miste het echte contact, het uitwisselen van herinneringen aan mijn vader nadien tijdens de rouwmaaltijd. In plaats daarvan ging iedereen naar huis. Wat het toch wel allemaal heel triest maakte.”

‘Is het echt nodig om naar Lloret de Mar te gaan?’  

Ze heeft het hele jaar afstand genomen van de familie, veel minder mensen kunnen zien dan anders. Net daarom heeft ze het er moeilijk mee dat niemand zich nog iets van de coronaregels lijkt aan te trekken. “Het is alsof corona nooit heeft bestaan. Dat doet best pijn. Plots gaat het leven weer zijn gewone gang en dat is soms confronterend. Is het nu echt nodig om naar Lloret de Mar te gaan voor je ontspanning? Het gaat allemaal zo snel ineens. Ik werk in het vaccinatiecentrum in Wevelgem, op het callcenter. Als je hoort wat voor plannen de mensen voor hun vakantie maken, vraag ik me vaak af of dat nog wel veilig is. We willen alles naar onze hand zetten. Nu president Macron de regels in Frankrijk heeft verstrengd, krijgen we plots massa’s telefoontjes van mensen die hun Pfizer-vaccin vervroegd willen, zodat ze toch nog kunnen vertrekken. Ik ben echt bang dat het opnieuw de slechte kant opgaat als iedereen straks weer terug is.”

Dat Macron coronavaccinaties voor zorgmedewerkers gaat verplichten, kan ze begrijpen. “We hebben lang voor de zorg geapplaudisseerd. Dat ze zich dan niet laten vaccineren, kan er bij mij niet in. Je werkt met de meest kwetsbare mensen in de maatschappij, moet ze wassen en verzorgen. Dan is het toch niet meer dan normaal dat je alle veiligheidsmaatregelen neemt die er zijn?” Een verplichte PCR-test of coronapaspoort voor je een terrasje kunt doen, vindt ze er dan weer over. “Dat tast onze vrijheid wel heel erg aan. Ze kunnen toch ook, net als bij ons, wanden tussen de tafels plaatsen en de boel regelmatig ontsmetten? Nu, de vaccinatiegraad is in Frankrijk veel lager dan bij ons, dus zoekt Macron een manier om de mensen aan te sporen.”

Op het callcenter krijgt ze nauwelijks oproepen van weigeraars. “Als ik ze aan de lijn krijg, ga ik er niet op in. Want dat heeft geen enkele zin. Je kan zo iemand echt niet via de telefoon in vijf minuten overtuigen. Alleen als ik hoor dat mensen bang zijn, probeer ik ze gerust te stellen en te overtuigen om toch te komen.”

Aan het einde van zo’n dag heeft ze het vaak wel even gehad. Maar de massa positieve reacties maken veel goed: “Toen de ouderen voor hun eerste vaccinatie moesten komen, hoorde ik ze dikwijls zeggen dat het de eerste keer sinds maanden was dat ze buitenkwamen. Voor hen was het een feestelijke uitstap, ze gingen speciaal naar de kapper, kochten nieuwe kleren, ze keken er ongelooflijk naar uit. Daar word je instant blij van. Het is een vreselijk jaar geweest, maar dit soort reacties geeft hoop. Twee weken geleden kwam een vader naar het centrum met zijn drie zonen onder de 16 jaar die zich via QVAX hadden ingeschreven en allemaal tegelijk hun vaccin kregen. Ik word daar echt gelukkig van. Na zo’n rampjaar is dat meer dan welkom.”