Direct naar artikelinhoud
Interview

Peter Van Den Begin en Stany Crets: ‘Ik heb Peter opgebeld toen dat interview verscheen: ‘Awel maat, wat is dat met u?’’

Peter Van Den Begin (l) en Stany Crets: ‘Fuck de cultuursector. Het is allemaal entertainment!’Beeld Bob Van Mol

Negen zaterdagen lang gaan journalisten in het restaurant van Willem Hiele in Koksijde enkele uren in gesprek met een spraakmakende gast. Vandaag: Stany Crets (56) en Peter Van Den Begin (56), toegewijde vaders en acteurs met een palmares.  ‘Ik had je goed liggen hè, met die uitspraken over vaccinaties.’

en

Mochten jonge lezers zich afvragen waarom we de drugsdealer uit de misdaadreeks Fair Trade samen aan tafel hebben uitgenodigd met de regisseur van de ABBA-musical Mamma Mia!, even een lesje Vlaamse mediageschiedenis.

Er was een tijd dat Stany Crets en Peter Van Den Begin op het scherm een onafscheidelijk duo vormden. Zoals de dikke en de dunne, Gaston en Leo, Kevin De Bruyne en Romelu Lukaku: een spits en een aangever als één package deal.

Ze waren werkloze acteurs in de sitcom Raf en Ronny, corpulente broers Ringo en Elvis in de satirische serie Fans, hond Samsung en baasje Bert in Sketch à gogo en Willy en Marcel in de fictiereeks Oud België. Op het hoogtepunt van hun televisieroem bereikten ze als showbizzdiva’s Debby & Nancy elke zondagavond anderhalf miljoen kijkers. Hun transfers, van VTM naar VRT en weer terug, waren veelbesproken. Kranten schreven toen gekke titels als: ‘Kunnen Crets en Van Den Begin VTM redden?’

Stany Crets • acteur, regisseur, auteur • geboren in 1964 • speelde tot ‘96 met Peter Van Den Begin bij Blauwe Maandag Compagnie • scenarist van o.a. de tv-reeks Oud België • script en regie van musicals als Rocky Horror Show, Evita • 2004: wint De slimste mens ter wereld • is samen met Ann Van den Broeck; heeft 3 kinderen uit een vorig huwelijk

Peter Van Den Begin • acteur, regisseur • geboren in 1964 • startte in ’88 bij Blauwe Maandag Compagnie • coauteur en -acteur met Stany Crets voor o.a. Raf en Ronny en Debby & Nancy • acteerde in films (D’Ardennen), tv-series (Tabula rasa), theater (Risjaar Drei) en musicals (Oliver!) • gehuwd met Tine Reymer, hebben samen 2 dochters

Crets: “Met dat soort dingen hebben wij zelf altijd heel hard moeten lachen.”

Van Den Begin: “Wij hebben zelf in ieder geval nooit verkondigd dat we iets of iemand gingen ­redden.”

Crets: “Wel integendeel.” (lachen allebei)

Hebben jullie ooit heimwee naar dat tijdperk? Een kijkcijferkanon op zondagavond, dat was toen de Olympus van het medialandschap.

Crets: “Top of the A-list, waren we. Maar of dat toen wel tot ons doordrong? Het was gekkenwerk om elke week weer een show in elkaar te boksen. We zaten in een roes en alles lukte.”

Johan Vande Lanotte en Yves Leterme op een onbewoond eiland in 'Debby & Nancy', halfweg 2007.Beeld RV

Van Den Begin: “Je kon het zo zot niet bedenken, of wij kregen het gedaan. Wekenlang hebben we geprobeerd om Yves Leterme en Johan Vande Lanotte in de uitzending te krijgen (drie maanden voor de federale verkiezingen van juni 2007, red.). Toen zij toezegden, besefte ik: oké, dit marcheert hier echt. Dus deden we er nog een schepje bovenop door Jean-Marie Dedecker mee in het spel te gooien.” (lacht)

Dat fragment – met Vande Lanotte en Leterme op een onbewoond eiland en Dedecker in een reddingssloep – is de geschiedenis ingegaan als een keerpunt: politici lieten zich opvoeren in een entertainmentprogramma, het begin van het einde van de politieke geloofwaardigheid.

Crets: “Is dat onze fout? Omdat wij hen een baard hebben opgeplakt?”

Van Den Begin: “Echt, dat ging toen gepaard met parlementaire vragen.”

Crets: “Als de politiek haar geloofwaardigheid kwijt is, dan zijn ze daar ruimschoots zelf verantwoordelijk voor. Daar hadden ze Debby en Nancy echt niet voor nodig. Wij dachten: we kunnen het maar vragen. En die zotten zeiden ja.” (lacht)

De voorbije tien jaar zijn jullie wegen professioneel uit elkaar gaan lopen. Hoe komt dat?

Van Den Begin: “Dat is min of meer vanzelf zo gelopen. We hebben in ieder geval nooit ambras ­gehad.”

Crets: “Het was gewoon even op, denk ik. En we waren de televisie ook beu. Ik heb vanaf het prilste begin van mijn carrière altijd geschreven en geregisseerd, het was heel logisch voor mij dat ik meer die richting uit zou gaan.”

Van Den Begin: “Stany was altijd de motor. Hij is veel ondernemender dan ik.”

Crets: (geamuseerd) “Weet je nog dat we op vakantie waren in de Dordogne? Ik kroop in een kartonnen doos omdat ik door de zon niets kon zien op mijn computerscherm. Peter bracht mij af en toe eten en drinken: ‘Tegen vanavond nog een aflevering, hè Stany.’ Het is er ook wel aan te zien dat het laatste seizoen van Raf en Ronny in een doos is ontstaan. Héél geflipt, met twee hoofdpersonages die eigenlijk dood zijn.”

Van Den Begin: “Dat is een constante in alles wat wij samen doen: als iets goed werkt, dan zullen we het moedwillig kapotmaken.”

Crets: 'Ik ben een eikel van een acteur, onmogelijk om te regisseren.'Beeld Bob Van Mol

Crets: “Elk succes hebben wij vakkundig de nek omgewrongen. Na de eerste reeks van Raf en Ronny besloten we om de Lars von Trier in onszelf los te laten en alle voorschriften voor een perfecte sitcom op te blazen. Terwijl we een succesvolle formule hadden, die we zoals F.C. De Kampioenen of De kotmadam nog jaren hadden kunnen volhouden. Dan waren we nu steenrijk. Maar het is sterker dan onszelf: alles moet kapot.”

Van Den Begin: “Ik heb daar in ieder geval geen spijt van. Jij wel?”

Crets: “Absoluut niet. Ik wil alles gedaan hebben, maar ik ben ook alles héél snel beu.”

Stany, mis jij het acteren soms?

Crets: “Ik speel nu mee in de musical Mamma Mia!, in mijn eigen regie. Maar ik ben een eikel van een acteur, onmogelijk om te regisseren. Ik moet mezelf de hele tijd tot de orde roepen: ‘Stop met improviseren en maak het je medespelers niet zo moeilijk.’ Ik vrees dat ik niet zo makkelijk zou kunnen meedraaien in een productie waar ik het niet voor het zeggen heb.” (lacht)

Ben jij moeilijk te regisseren, Peter?

Van Den Begin: “Ik ben de makkelijkste acteur die er is. Ik ken mijn tekst en ik loop nergens ­tegenaan.” (lacht)

“Stany en ik hadden samen een productiehuis om onze eigen programma’s te maken. Ik ben blij dat ik inmiddels van die druk verlost ben. Als ik nu gevraagd word voor een rol, kan ik me honderd procent op mijn spel toeleggen.”

Crets: “Ik wil net zo veel mogelijk controle over elk project houden, om niet afhankelijk te zijn van de grillen, nukken of kwaliteitsschommelingen van anderen. Ik wil honderd procent voor mijn eigen falen of slagen verantwoordelijk zijn.”

Peter legt zich vandaag meer toe op het serieuze acteerwerk…

Crets: “Echt? Vind je?” (lacht)

... terwijl jij, Stany, in een commercieel circuit werkt, met musicals en komedies. Vind je dat die te weinig naar waarde geschat worden?

Crets: “Door wie? Sommige genres worden minder hoog ingeschat, door mensen die ik dan weer niet hoog inschat. Ik amuseer me te pletter, de zalen zitten straks weer vol, dus ik ga niet vechten tegen vooroordelen die al decennia lang meegaan.”

Van Den Begin: “Ik weet één ding: in de musicalwereld wordt gewerkt met een professionalisme en een werkethiek waar velen van mijn collega’s een puntje aan kunnen zuigen.”

Crets: “Ik zou graag de term ‘cultuursector’ zien verdwijnen. Want met dat woord bedoelen ze ­eigenlijk: het gesubsidieerde theater. Maar een komedie in het commerciële circuit, wat is dat dan? Het is allemaal entertainmentbusiness. Fuck ‘de cultuursector’.”

Hoe verbonden zijn jullie vandaag nog?

Van Den Begin: “We horen elkaar regelmatig. Maar niet meer zoals vroeger, toen we elkaar meer ­zagen dan onze partners.”

Crets: “De verbondenheid blijft altijd. Zelfs als we elkaar een jaar niet hebben gezien, zoals nu, pikken we de draad direct weer op.”

Hoe verschillend hebben jullie het afgelopen coronajaar beleefd?

Crets: “We hebben allebei helemaal niks kunnen doen. Dat hebben we in ieder geval gemeen.

“Ik word knettergek van die mensen die verkondigen dat er ook ‘goede’ aspecten aan corona zijn. Voor mij was het een verloren kutjaar. Ik ben heel kwaad geweest. Een hele sector is door de politiek compleet genegeerd, en de maatregelen die onze sector hebben doodgeknepen waren buiten­proportioneel.”

Jij hebt je boosheid daarover ook publiekelijk geuit.

Crets: “Het zal wel zijn. Als ik onrechtvaardigheid zie, dan trek ik mijn mond open. Als min of meer publieke figuur hoopte ik iets te kunnen bereiken met mijn engagement voor de Crisiscel Cultuur.”

De cultuur- en evenementensector is altijd versnipperd geweest. Heeft dat jullie tegengewerkt?

Crets: “Je zit met verschillende grote spelers die niet dezelfde ambities hebben. Het is simpel: de gesubsidieerde sector krijgt geld, ook als de zalen leeg blijven. Zij zitten niet met grote financiële zorgen, zoals Studio 100 of Deep Bridge (het productiehuis van Crets’ musicals, red.).

“Ik ben zelf de laatste om financieel te klagen. Ik heb een spaarpot, en we hebben steun gekregen. Maar veel artiesten zijn door de mazen van het net gevallen, met dramatische gevolgen. Wij willen gewoon aan de slag. Het beleid snapt blijkbaar nog altijd niet dat wij een visie op langere termijn nodig hebben. Wij kunnen niet zoals een kapper of een café van vandaag op morgen weer opstarten. Voor onze grote producties werken wij maanden tot jaren op voorhand.”

Wat had je anders willen zien?

Crets: “Als je maatregelen oplegt met als doel het virus klein te krijgen, doe dat dan deftig. Er wordt constant met twee maten en twee gewichten gemeten.

Van den Begin: ‘Een vreemd spook beheerste ons leven. glazen afwassen met handschoenen aan?Tine en ik zijn uit die waanzin gestapt.’Beeld Bob Van Mol

“Wij mogen volgende week eindelijk weer met Mamma Mia! in première gaan, na anderhalf jaar. Maar een programmaboekje in de foyer verkopen, dat is verboden. Dat is inkomstenderving, en het is compleet ridicuul. De mensen die daar binnenwandelen zijn gaan shoppen, hebben op een volle tram gezeten, kunnen op café en restaurant gaan zoveel ze willen, maar als ze bij ons binnenkomen mogen ze geen boekje aanraken, en in de foyer geen glas drinken.

“Wij zijn de sector die de strengste regels qua afstand én mondmaskerplicht én ventilatie moet hanteren. Daarmee zegt de politiek eigenlijk: we snappen er niks van, we komen nooit op het veld, en het interesseert ons geen bal.

“Als we op de expertise van bovenaf moesten rekenen, dan zaten we nog altijd te wachten. Het stappenplan dat nu wordt uitgerold, is letterlijk wat wij met de Crisiscel Cultuur hebben voorgesteld. Dus kom mij niet zeggen: jullie zijn maar acteurs, jullie mogen je niet over de corona-aanpak uitspreken.”

Van Den Begin: “Ik heb nooit de ambitie gehad om op een of andere barricade te gaan staan. Dat zit niet in mij.”

Je hebt je nochtans ook zeer uitgesproken gemengd in het debat.

Van den Begin: “In één interview, met mijn persoonlijke mening. Maar ik wil niet als woordvoerder van een hele groep naar voren worden geschoven.”

Crets: “Het heeft mij wel totaal verrast. Omdat er al dertig jaar lang een heel duidelijke rolverdeling is tussen ons twee. Jij de good cop, ik de bad cop.”

Van Den Begin: “Normaal is Stany de kwaaie, die ons met zijn grote muil in de nesten werkt. (lacht) Nu had ik u goed liggen hè?” (lacht)

Je gaf begin dit jaar een interview aan Humo, samen met je vrouw Tine Reymer, over hoezeer jullie het gehad hebben met de hele coronacrisis.

Van Den Begin: “Ik probeer al anderhalf jaar te vatten wat er eigenlijk écht gaande is met de wereld, en het is een rollercoaster van emoties. Ik ben verbijsterd, kwaad, droevig, ontgoocheld…

“Wij zaten al voor corona met het gezin in een soort persoonlijke lockdown, omdat Tine van een heel zware burn-out aan het herstellen was. Toen mijn agenda plots leeg was, heb ik me daar snel bij neergelegd. Mijn volledige focus lag op het gezin, en dat kwam in het begin niet eens zo onge­legen.

“Maar ik keek met verbazing naar dat vreemde spook dat ons leven beheerste: bezoek ontvangen op afstand in de tuin, de glazen met handschoenen aan afwassen. Die waanzin, daar zijn Tine en ik dus op een bepaald moment uitgestapt.

“We hebben vorige zomer een avond lang zitten praten met vrienden die een kritische kijk op de zaak hadden. Bij het afscheid hebben we elkaar een knuffel gegeven, en dat voelde als een keerpunt. Sindsdien zijn we ons steeds meer vragen gaan stellen bij het heersende verhaal, dat ons door media en politiek en experts wordt opgedrongen.

Peter Van Den Begin en Stany Crets: ‘Ik heb Peter opgebeld toen dat interview verscheen: ‘Awel maat, wat is dat met u?’’
Beeld Bob Van Mol

“Ik heb zelf als een bevoorrechte getuige gezien wat een verwoestend effect stress en angst op een mens kunnen hebben, omdat ik Tine helemaal onderuit had zien gaan. Wij moesten voor ons ­eigen welzijn loskomen uit de dwingende adviezen die ons werden opgelegd.”

In zekere zin is dat een evenwichtsoefening die we allemaal, afhankelijk van onze per­soon­lijke context, hebben moeten maken: we willen geen besmettingsgevaar lopen, maar ook waken over ons mentaal welzijn. Maar jullie kwamen er ook voor uit dat jullie zich niet willen laten vaccineren. Terwijl dat toch bij uitstek de manier is om ons van deze ellende te verlossen?

Van Den Begin: “We wisten natuurlijk dat daar reactie op zou komen, het was geen impulsieve ingeving om daarover te spreken. Tine en ik werden gevraagd voor een dubbelinterview over onze relatie, en onze visie op de corona-aanpak maakte mee deel uit van alles wat we in die crisisperiode samen hadden doorgemaakt. Maar hoe we na dat interview werden weggezet als gekke complotdenkers of antivaxers, dat ging wel erg ver.

“Ik ben geen antivaxer. Toen we met het gezin naar Bali op reis gingen, hebben wij allemaal keurig onze prikken gehaald. Onze kinderen hebben als baby’s hun inentingen gekregen. Het grote verschil is dat die vaccins hun efficiëntie en veiligheid hebben bewezen, én dat we er zelf vrijwillig en zonder manipulatie voor kozen. Ik heb geen paaldansers in een vaccinatiecentrum nodig om me te overtuigen.”

Wat waren de reacties in je directe omgeving, na dat Humo-interview?

Van Den Begin: “Bij de familie ligt het gevoelig. En ook bij vrienden en collega’s is er soms onbegrip: hoe kun je pleiten voor een heropening van de theaters, en zelf een vaccin weigeren? Maar ik ken ook veel mensen die op dezelfde lijn zitten als Tine en ik, en er niet voor durven uit te komen. Sinds dat interview hebben wij ons ook niet meer publiekelijk willen uitspreken. Alle nuance gaat verloren, en er is geen debat mogelijk.

“Neem de passage van gezondheidswetenschapper Sam Brokken in De zevende dag. Ik was het die zijn naam heeft doorgegeven aan de redactie. Ze hadden mij uitgenodigd om in een debat tegenover vaccinoloog Pierre Van Damme te gaan zitten. Daar heb ik vriendelijk voor bedankt, dat is niet mijn plaats. Sam Brokken keek ernaar uit om eindelijk zijn visie te kunnen toelichten, maar na enkele kritische vragen aan Pierre Van Damme werd het gesprek voortijdig afgebroken. Zes weken later werd Sam ontslagen, terwijl intussen duidelijk is geworden dat hij in De zevende dag de nagel op de kop sloeg wat betreft onvolledige bescherming na vaccinatie. Kritische stemmen mogen duidelijk niet meer aan bod komen.”

Verschillende meningen aan bod laten komen is iets anders dan desinformatie ver­spreiden. We laten in de krant ook geen weten­schap­pers aan het woord die de klimaatopwarming ontkennen: feiten zijn feiten.

Van Den Begin: “Ga je nu werkelijk Sam Brokken en klimaatontkenners over dezelfde kam scheren? Al zijn bevindingen zijn volledig wetenschappelijk onderbouwd. Als we op een punt komen dat de ene wetenschapper niet meer gehoord mag worden en de andere wel, vind ik dat een zeer onrustwekkende evolutie. Dat is nu toch net de basis van wetenschap? Stelling, tegenstelling, een open debat?

Crets: “Ik viel uit de lucht toen dat ‘Humo’-interview verscheen. Ik heb Peter opgebeld: ‘Awel maat, wat is dat met u?’’Beeld Bob Van Mol

“Je kunt niet ontkennen dat het onderzoek nog gaande is, en we met zijn allen elke dag nog nieuwe informatie te slikken krijgen. Dat Frank Vandenbroucke (Vooruit-minister van Volksgezondheid, red.) met stellige zekerheid komt verkondigen dat vaccins veilig zijn voor twaalfjarigen, dat vind ik waanzin. Die ‘spuit mij vol’-campagne, dát vind ik problematisch.”

Mogen we ervan uitgaan dat jij wel op je vaccinatie-uitnodiging bent ingegaan, Stany?

Crets: “Zes keer. Ik ben een paar keer teruggegaan, in vermomming, met een opgeplakte baard.”

Hebben jullie daar ooit discussies over gehad?

Van Den Begin: “We hebben er al pittige gesprekken over gevoerd, ja.”

Crets: “Ik viel uit de lucht toen dat Humo-interview verscheen. Ik heb Peter opgebeld: ‘Awel maat, wat is dat met u?’ Ik wilde het verhaal rechtstreeks van hem horen. Je moet toegeven dat er in het publieke proces dat over Peter en Tine gevoerd is, wel wat nuance verloren ging.

“Ik ben er net als Peter grote voorstander van om alles kritisch in vraag te stellen, maar als het over vaccinaties gaat, verschillen we grondig van mening. De enige manier om mijn geliefde theatersector en het hele leven weer op gang te krijgen, zijn de vaccins. Hoe sneller iedereen gevaccineerd is, hoe sneller wij weer aan de slag kunnen. Klaar.

“Wij mogen sinds enkele weken eindelijk weer repeteren, met een ploeg van dertig, vijfendertig mensen die allemaal om de twee dagen worden getest. Ik besef elke dag dat er maar één iemand nodig is die foert tegen het vaccin heeft gezegd, om de hele productie op de helling te zetten. Dat is een héél lastig gevoel.”

Van Den Begin: “Geef toe dat het een hobbelig parcours is. Nu hoor ik al: er is een derde boosterprik nodig om écht beschermd te zijn. Echt, waar zijn we mee bezig? Ik heb soms de indruk dat we in The Voice zitten, en dat er om de zoveel tijd iemand op die grote rode paniekknop moet drukken. Ik zie een reflex om de angst te blijven aanwakkeren.

“Het doel was toch: vermijden dat de zorg niet overbelast wordt? Akkoord, je wilt geen intensive care die overvol is. Maar dat is toch al lang niet meer aan de orde vandaag?”

Crets: “Daar ben ik het wel mee eens: we hebben een resetknop nodig. Wat is het gevaar dat we willen bestrijden? Ik snap dat er niet direct megafestivals op volle capaciteit mogelijk zijn. Maar we kunnen niet alles op slot houden totdat er nul besmettingen zijn.

“En hoe zit het ondertussen met de investeringen in de zorgsector? Zijn er al ziekenhuizen bijgebouwd? Of gaan we in de toekomst bij elke opstoot, als de ic-afdelingen dreigen vol te lopen, telkens opnieuw de theaters dichtgooien?

“Enfin, ik ben geen expert, en ik vind het eigenlijk ook niet interessant om daar mijn mening publiekelijk over te geven. Laat mij nu gewoon musicals opvoeren, in veilige omstandigheden.”

Het is bijna tien jaar geleden dat jullie nog samen een tv-programma maakten. Dromen jullie ooit van een reünie?

Crets: “Ik heb er al weleens aan gedacht om een nieuwe versie van Raf en Ronny te maken. Maar ik word al moedeloos als ik bedenk hoeveel tijd en energie er zou inkruipen om dat gedaan te krijgen. Televisie is een vreselijk logge machine geworden.”

Van Den Begin: “Wij waren destijds het theater beu, en hadden geen enkele tv-ervaring. Blijkbaar deed dat er toen niet toe. We stapten naar de programmadirecteuren, en die zeiden: ‘Begin er maar aan.’ Het was pure blufpoker van ons.”

Crets: “Ik denk dat we een soort branie hadden die mensen charmeert. We hadden niks te verliezen. Die couldn’t care less-attitude heeft ons altijd ver gebracht.”

Ter voorbereiding van het interview hebben we het eerste seizoen van De Raf en Ronny Show (1998) nog eens bekeken. Dat is anno 2021 een op z’n minst bijzondere kijkervaring. Raf en Ronny worden in de eerste aflevering uit­genodigd om Zwarte Piet te spelen. Er is een ­auditie waar actrices worden aangerand. Over lesbiennes wordt gezegd dat ‘dat misschien ­besmettelijk is’. En er worden bananen in de kerstboom gehangen omdat er een zwarte man op bezoek komt.

Van Den Begin: “Oei, nu je het zegt…” (lacht)

Crets: “De insteek was natuurlijk dat Raf en Ronny twee politiek incorrecte onnozelaars waren die aan de lopende band stommiteiten begingen. Maar ik besef dat die zaken vandaag helemaal anders liggen. Op een bepaald moment begroeten we het personage gespeeld door Mike Ho Sam Sooi (een Surinaams-Nederlands acteur, red.) met ‘Hallo, Negerlander!’”

Hoe kijken jullie daar vandaag naar, als je ziet hoeveel heisa er na een grapje over de ‘flietjes van de Chinees’ in Thuis is ontstaan?

Van Den Begin: “Niemand heeft zich daar toen ooit vragen bij gesteld. Je ging gewoon voor de grap. Die gevoeligheden waren nog lang niet tot ons of het publiek doorgedrongen.”

Van Den Begin: 'Wij waren destijds het theater beu, en hadden geen enkele tv-ervaring. Blijkbaar deed dat er toen niet toe.'Beeld Bob Van Mol

Crets: “Dat was de tijdgeest. Ik ga geen knieval doen en sorry zeggen voor een grap van meer dan twintig jaar geleden. Je kunt niet alles uit het verleden tegen de normen van vandaag afwegen. Het is niet dat we kunstschatten hebben geroofd die we moeten teruggeven of zo.

“Natuurlijk besef ik dat je vandaag bepaalde mopjes niet meer kunt maken. Racisme, niet oké. Maar er zijn grenzen aan de politieke correctheid.”

Waar liggen die grenzen dan?

Crets: “Die ontdek ik constant, terwijl ik aan het schrijven ben. In Mamma Mia! zit een scène waarin een mannelijk personage, de bruidegom in het verhaal, dronken is. Hij doet lippenstift op en zegt: ‘Ik wil een meisje zijn!’ Toen die voorstelling anderhalf jaar geleden in première ging, leek daar niks mis mee. En nu twijfel ik of die scène wel behouden moet blijven, want er zou maar eens iemand uit de lgbtq-gemeenschap aanstoot aan kunnen nemen.

“In enkele maanden tijd is er iets fundamenteel verschoven. Het wringt, want ik vind het geen fijn idee om mezelf te gaan censureren. Als je niemand meer mag beledigen, waar eindigen we dan?”

Zouden jullie tienerkinderen er aanstoot aan nemen, als ze jullie het n-woord horen gebruiken in een oude serie?

(in koor) “Absoluut.”

Van Den Begin: “Dat kan voor hen totaal niet.”

Crets: “En voor alle duidelijkheid: vandaag gebruiken wij dat woord ook niet meer.”

Van Den Begin: “Ik voel bij mijn dochters een grote gevoeligheid voor maatschappelijk onrecht in alle vormen. We worden wel eens terechtgewezen, ja. Met het klimaat bijvoorbeeld zijn zij bewuster bezig dan Tine en ik.”

Crets: “Wij zijn een generatie die zich in heel korte tijd aan heel veel evoluties heeft moeten aanpassen. We doen ons best, echt waar. Geef ons wat tijd.” (lacht)

Van Den Begin: “Maar verwacht niet dat we al helemaal mee zijn met het gebruik van ‘hen’ als genderneutraal voornaamwoord. Sorry daarvoor.”

Crets: “We zijn echt niet van slechte wil.”

Van Den Begin: “Nu klinken we als ouwe zakken. Maar ik zie ons nog zitten alsof het gisteren was, toen we van onze producente een eerste gsm cadeau kregen. Zo’n grote bak, met een antenne. Ik belde naar Tine: ‘Dit gelooft ge niet, ik zit in een auto te telefoneren!’

“En nu zitten we de hele dag op onze telefoon te scrollen. Dat is in korte tijd een behoorlijk grote sprong.”

Jullie gaan al een leven lang spelend door het leven. Hebben jullie zich ooit al oud gevoeld?

Crets: “Ja, het afgelopen anderhalf jaar. Ik voelde me 40 aan het begin van corona, en een jaar later was ik 65. Ik was een oude, kwade, bittere vent aan het worden. Ook fysiek, ik voelde me dik en lui. Zonder deadline en zonder perspectief kon ik mezelf echt niet aan het schrijven zetten. Nu heb ik een veel te volle agenda en voel ik me herop­leven.”

Is jullie levensgeluk helemaal gelinkt aan jullie carrière? Of waken jullie over de heilige work-life balance?

Crets: “My work is my balance, ja. (lacht) Dat heb ik dit afgelopen jaar beseft, dat mijn beroep helemaal samenhangt met wie ik ben. Pak mijn werk af, en ik ben niks.”

Van Den Begin: “Ik heb de naïeve gedachte dat het beste nog moet komen. Ik beleef het allemaal nog bewuster, nu we weer mogen spelen. Ik voel dat er heel wat vertrouwen en ervaring is waarop ik kan terugvallen. Laat maar komen, ik kan nu wel wat uitdagingen aan.”

Crets: ‘Ik ga geen knieval doen en sorry zeggen voor een grap van meer dan twintig jaar geleden. Dat was de tijdgeest.’Beeld Bob Van Mol

Zo gaat dat dan, het is altijd te veel of te weinig. Nadat ze anderhalf jaar lang van verveling de muren opliepen, slibt de agenda nu vol. Van Den Begin komt net terug uit de Ardennen, overstromingsgebied. In zijn agenda moeten twee uitgestelde producties – de film 1985 over de Bende van Nijvel en een nieuwe RTBF-reeks van La trêve-regisseur Matthieu Donck – in elkaar worden gepuzzeld. “Het gaat ineens van nul naar honderd. Maar ik klaag niet, meer dan ooit ben ik dankbaar om te mogen acteren.”

Crets beleeft deze week voor de tweede keer een première met de musical Mamma Mia! – de eerste poging was begin maart 2020, enkele dagen voor de eerste lockdown. Ondertussen ligt er een berg schrijfwerk te wachten: samen met partner Ann Van den Broeck schrijft hij een nieuwe musical, You Are My Sunshine, er is de jaarlijkse Winterrevue voor Theater Elckerlyc, een nieuw stuk voor theatergezelschap De Komedie Compagnie. En, o ja: “Eind dit jaar komt ook mijn eerste roman uit.” Een overdosis lef, zelfvertrouwen loopt als een rode draad door hun carrièresprongen. “Of noem het gewoon overmoed”, zegt Crets.

Première van de musical 'Mamma Mia!' in een regie van Stany Crets, begin maart 2020.Beeld Kristof Ghyselinck

Eigenlijk zijn ze een beetje gevormd – of misvormd – door hun eerste baan: als acteurs bij Blauwe Maandag Compagnie, het theatergezelschap dat in de kuiten van het ancien regime beet dat in de jaren tachtig en negentig nog de podiumkunsten beheerste. Het is precies dertig jaar geleden dat ze daar voor het eerst samen aan een voorstelling werkten.

Van Den Begin: “We waren elkaar bij Studio Herman Teirlinck al even tegengekomen, maar daar ben ik al snel gestopt, toen ik het eerste jaar moest overdoen.

“Toen Stany en ik bij Blauwe Maandag samen speelden, was het onmiddellijk duidelijk: zet ons samen en er ontstaat ‘iets’. Een chemie, iets wat moeilijk onder woorden te brengen valt.”

Crets: “Wij moesten bij elkaar in de buurt blijven, dat was direct duidelijk.”

Van Den Begin: “Als wij samen improviseerden, dat gaf vonken. We zagen een vreemd decorstuk in de coulissen staan, sleepten dat het podium op en voilà: we hadden een scène.

“Die hele periode, dat was feest. Met Els Dottermans, Lucas Van den Eynde, Luk Perceval als regisseur. Dat was een speeltuin voor acteurs. Alles kon. Het pure spelplezier stond centraal. Alleen bij de mannen van Olympique Dramatique heb ik jaren later nog zo’n drive teruggevonden. Samen al spelend iets creëren, zonder dat een regisseur van bovenaf beslist hoe het moet. Dat is nog altijd de basis om een publiek te beroeren.”

Crets: “We zijn ook bij Blauwe Maandag vertrokken omdat die machtsverhoudingen scheefgetrokken waren. We hadden zes jaar lang samen met Luk (Perceval, red.) zelf voorstellingen gemaakt, en ineens voelde je dat hij als regisseur alle beslissingen naar zich toe trok. Dat pikten wij in die dagen dus niet.”

Van Den Begin: “Zodra we van die vrijheid en creativiteit geproefd hadden, was het heel moeilijk om ons nog ergens in te schikken.”

Crets: “Die jaren bij Blauwe Maandag hebben ons op dat vlak sterk gevormd: om altijd op onze strepen te blijven staan, en ons eigen geluk af te ­dwingen.”

Dus vertrokken jullie. Terwijl jullie in Ten oorlog hadden kunnen spelen, nog steeds een mijlpaal in de Vlaamse theater­geschiedenis...

Crets: “... zaten wij aan den dop, ja.”

Van Den Begin: “In De Pallieter zaten we te filosoferen over wat we in godsnaam gingen aanvangen. We beseften toen dat we op theatervlak het beste hadden meegemaakt dat er te vinden was.”

Crets: “Dat was even: fuck, wat nu? Maar er is een sturm-und-drang uit voortgekomen die wij allebei nooit meer zijn kwijtgeraakt. Wij zijn niemands knecht. We zullen onze eigen weg wel vinden, laat niemand ons dicteren wat we moeten doen.”

Mamma Mia!, nog tot 4/9 in Stadsschouwburg Antwerpen, daarna in Hasselt. Er zijn nog tickets. Info: deepbridge.be.  

Lees ook andere afleveringen uit deze serie