Tommie Smith en John Carlos op de Olympische Spelen van 1968 in Mexico.

Veel media-aandacht en politiek prestige: waarom atleten wel vaker protesteren of vluchten tijdens de Olympische Spelen

Het is niet de eerste keer dat een atleet een moment als de Olympische Spelen uitkiest om politieke steun te krijgen. Volgens historicus Paul Reef (Radboud Universiteit Nijmegen in Nederland) is de massale media-aandacht tijdens grote sporttornooien daar een belangrijke reden voor. "Sport is meestal niet de kracht voor politieke verandering, maar dankzij krachten van buitenaf kunnen atleten toch geholpen worden."

De Wit-Russische sprintster Kristsina Tsimanovskaja (24) werd door haar nationale sportfederatie verwijderd uit het olympisch dorp nadat ze op sociale media de "nalatigheid van de Wit-Russische coaches" had aangehaald. Volgens het Wit-Russisch Olympisch Comité is ze op doktersadvies uit het team gezet wegens haar "emotionele en psychologische toestand".

Tsimanovskaja weigerde terug te keren naar Wit-Rusland en verblijft momenteel in de Poolse ambassade in Tokio. Het Internationaal Olympisch Comité verspreidde deze ochtend de boodschap dat ze "veilig en ongedeerd" is. Volgens de Poolse autoriteiten heeft ze een humanitair visum aangevraagd en gekregen.

Volgens Paul Reef, historicus aan de Radboud Universiteit in Nijmegen in Nederland en gespecialiseerd in sportgeschiedenis, is deze situatie zeker geen primeur.  

Media-aandacht en politiek prestige

"Het meest massale voorbeeld was tijdens Olympische Spelen van 1956 in Melbourne in Australië", zegt Reef. "Die vonden plaats net na het neerslaan van de Hongaarse opstand. Een paar Hongaarse atleten zijn toen geëmigreerd naar de Verenigde Staten. Maar het is vooral tijdens de Koude Oorlog een paar keer gebeurd dat met name atleten uit de toenmalige Sovjet-Unie de overstap hebben gemaakt tijdens sportevementen."

Het is volgens Reef niet toevallig dat atleten net de Olympische Spelen of andere grote sporttornooien kiezen om hun stem te laten horen of actie te ondernemen. "Atleten kiezen dat moment uit omdat er dan veel media-aandacht is voor sport en er veel politiek prestige mee gemoeid is."

Al is die grotere kans op steun geen garantie voor concrete hulp. "Vroeger was het erger, maar het blijft heel gevaarlijk om zo'n overstap te maken", zegt Reef. "In 1952 wilde een Hongaarse voetballer de overstap maken. Toen de Hongaarse sportbond daar lucht van kreeg, werd hij geëxecuteerd."

Internationaal Olympisch Comité werd gedwongen om te handelen

Paul Reef, historicus (Radboud Universiteit Nijmegen)

Het Internationaal Olympisch Comité (IOC) heeft ondertussen zijn steun betuigd aan Tsimanovskaja. Opmerkelijk, want normaal neemt het IOC geen politieke standpunten in. 

"Je merkt doorheen de geschiedenis dat het IOC zich, uit angst om sport te politiseren, afzijdig houdt van protest", zegt Reef. "Ook hier nam het IOC niet het voortouw. Het is pas nadat de Japanse politie haar hulp had aangeboden, verschillende landen de atlete een visum hadden aangeboden en er meer aandacht naar was gegaan, dat het Comité hierover communiceerde. Ze werden eerder gedwongen om te handelen." 

"Je ziet dat sport meestal niet de kracht is voor politieke verandering, maar heel af en toe kan een atleet een statement maken zonder daarvoor gestraft te worden en juist geholpen worden, al is dat meestal dankzij krachten buiten het IOC."

Protest tot voor kort helemaal verboden

"Het is dit jaar ook voor de eerste keer dat het IOC verkondigde dat protesten die opkomen voor solidariteit en gelijkheid, toegelaten zijn", zegt Reef. "Maar alleen vòòr een match. Atleten mogen dus praten met de pers of knielen voor "Black lives matter", maar niet tijdens of na de match. Tot voor kort was dat helemaal verboden, maar nu is het Comité overstag gegaan. Ze kunnen er niet meer omheen."

Ondanks het eerdere verbod op enige vorm van protest, hebben de Olympische Spelen toch een lange geschiedenis van atletenprotest. "Tot een jaar of vijf geleden zag je dat alle atleten werden gestraft. Het bekendste voorbeeld is van de Olympische Spelen van 1968 in Mexico toen Tommie Smith en John Carlos, twee zwarte Amerikaanse atleten, hun vuist in de lucht staken in het kader van solidariteit voor de "Civil Rights Movement". Zij zijn meteen verbannen van het IOC én het Amerikaanse Olympisch Comité."

Meest gelezen