De dierenrechtenorganisatie trok vorige maand naar de Tongerse rechtbank om een verbod ten gronde te vragen tegen het tijdelijke slachthuis dat de stad Genk ieder jaar ter beschikking stelt aan moslims om er hun schapen voor het Offerfeest onverdoofd te laten slachten. GAIA stoorde zich vooral aan het feit dat de stad Genk een tijdelijke vergunning afleverde voor een tijdelijke slachtvloer waar er zonder verdoving geslacht kan worden in het kader van een religiebeleving.

Daarnaast hekelde de organisatie dat het tijdelijke slachthuis niet over de nodige vergunningen zou beschikken. De deputatie van de Provincie Limburg leverde echter een milieuvergunning af en de stad kan een tijdelijke stedenbouwkundige vergunning toestaan, als er niet meer dan vier keer dertig dagen per jaar geslacht wordt. Volgens GAIA mogen die tijdelijke slachtvloeren geen slachthuis genoemd worden, omdat er geen sprake is van langetermijnplannen.

Rechter geeft GAIA ongelijk

Volgens de Tongerse rechter interpreteert de dierenrechtenorganisatie die Europese richtlijn verkeerd. In het vonnis merkt de rechter wel op, dat er op wettelijk vlak meer duidelijkheid moet komen over onverdoofd slachten in tijdelijke slachthuizen. Dierenrechtenorganisatie GAIA kan nog wel tegen deze uitspraak in beroep gaan.

Bovendien kan de loods op de KMO-zone wel degelijk dienst doen als een tijdelijk slachthuis, omdat er investeringen gebeurd zijn ter waarde van 50.000 euro waarmee de stad in orde is met de richtlijnen van het federale voedselveiligheidsagentschap FAVV.

Dierenrechtenorganisatie GAIA kan nog wel tegen deze uitspraak in beroep gaan.