Direct naar artikelinhoud
ProfielLamont Marcell Jacobs

Snelste man ter wereld belt elke dag met zijn moeder en rijdt in een Fiat 500

Lamont Marcell Jacobs met zijn gouden medaille.Beeld Reuters

De verrassende winnaar van de olympische 100 meter komt uit Italië en is behalve een gemankeerde verspringer, Texaan van geboorte. Lamont Marcell Jacobs (26) spreekt echter geen Engels. Sterker, ’s werelds snelste man is een typische Italiaan.

Eigenlijk is het vreemd dat Lamont Marcell Jacobs zo hard kan lopen, want de meeste mensen houden juist hun pas in als ze langs het Stadio Paolo Rosi passeren, een majestueuze atletiekbaan gelegen tussen de pijnbomen en omgeven door enorme witte standbeelden van travertijn. Maar voor Jacobs gelden nu eenmaal andere wetten, zo bleek zondag toen deze tot voor kort anonieme Italiaan uit het niets olympisch kampioen werd op de 100 meter sprint.

Dit weekend werd namelijk duidelijk dat een van de meest prestigieuze sportwedstrijden ter wereld niet langer het standaard zondagmiddagdefilé is waarbij de Jamaicaan Usain Bolt ontspannen voorop loopt. Nee, het koningsnummer bleek opeens een open strijd tussen onbekenden, waarbij de onbekendste van allemaal uiteindelijk zegevierde. Zelfs zijn tegenstanders gaven na de race toe dat ze tot voor kort eigenlijk helemaal niet wisten wie toch die Jacobs was.

“Hij heet Lamont Marcell Jacobs”, stelde ook de Italiaanse krant La Repubblica de nieuwe nationale trots maandag aan zijn lezers voor. Om daar gelijk aan toe te voegen: “Maar die Amerikaanse naam betekent niets. Hij spreekt niet eens Engels! En sowieso, wat maakt het uit dat er op zijn identiteitskaart geschreven staat dat hij geboren is in El Paso, Texas, op 26 september 1994? De wind heeft hem bij ons gebracht, naar Desenzano del Garda, Italië.”

Het is inderdaad waar dat Jacobs in de Verenigde Staten werd geboren. Zijn vader, die net als hij Lamont Marcell Jacobs heet, is immers een Amerikaanse militair die tijdens een uitzending naar Italië verliefd werd op zijn Italiaanse moeder. Toen de twee echter samen naar Amerika verhuisden en een kind kregen, werd zijn vader al een maand na zijn geboorte opnieuw uitgezonden, ditmaal naar Zuid-Korea. Zijn moeder besloot niet mee te gaan, waarna moeder en zoon terug naar Italië verhuisden.

“Als mensen mij vragen wie mijn vader is, antwoord ik meestal dat ik dat niet weet”, zei Jacobs vorige maand in een interview over de relatie met zijn vader. In datzelfde interview zei hij, om definitief alle twijfels weg te nemen over waar zijn hart ligt, dat hij zich 100 procent Italiaans voelt, al was het maar omdat hij voor een fatsoenlijk gesprek in het Engels eigenlijk Google Translate nodig heeft.

Gebrekkige band met vader

Overigens dook die gebrekkige band met zijn vader maandag wel degelijk op in de vele Italiaanse artikelen die het plotselinge succes van de sprinter probeerden te verklaren. Doping, toch een veelgebruikt middel in zowel de Italiaanse sport als in de sprintwereld, werd in geen enkele Italiaanse sportkrant genoemd als mogelijke uitleg voor zijn stormachtige ontwikkeling. Wel verscheen overal datzelfde gesprek dat Jacobs na zijn winnende race met de pers voerde en waarin hij zei: “Een jaar geleden zei mijn mental coach: als je sneller wil lopen, moet je in het reine komen met je vader. Dat heb ik gedaan en die toenadering heeft mij het laatste zetje gegeven om deze Olympische Spelen nog wat meer te geven.”

Wie zich echter iets meer verdiept in het atletiekverleden van Jacobs, ziet dat niet die recente verzoening met zijn vader het keerpunt was in zijn carrière, maar zijn beslissing zich definitief op het sprinten te richten. Het gros van zijn atletiekcarrière was Jacobs namelijk verspringer. Al in 2013 verbrak hij een Italiaans jeugdrecord dat al sinds 1976 stond, het sprinten deed hij er slechts bij om zijn aanloop te verbeteren. Maar toen zijn ontwikkeling de laatste jaren begon te haperen, en het Europees indoorkampioenschap in 2019 desastreus voor hem verliep, besloot hij na een hevige nachtelijke huilbui het verspringen achterwege te laten. Voortaan zou hij enkel sprinter zijn.

Hij verhuisde met zijn vrouw en kinderen naar Rome, opdat hij dagelijks met zijn hardloopcoach kon trainen in het Stadio Paolo Rosi. Het bleek een gouden greep, want bij vrijwel iedere wedstrijd die hij sindsdien liep, verbrak hij zijn persoonlijke records. In 2019 deed hij nog 10,03 seconden over de 100 meter. Begin dit jaar zakte die tijd naar 9,95. In mei werd dat 9,94 en tijdens de halve finales in Tokio liep hij wederom een tiende harder.

42,9 km per uur

Zondag snelde hij, dankzij een topsnelheid van 42,9 km per uur – snelheden die de Italianen tot voor kort enkel uit het wielrennen kenden – naar zijn snelste tijd ooit: 9,80. Tot zondag was het geen enkele Italiaan ooit gelukt de olympische finale van de 100 meter te halen. Zondag liep Lamont Marcell Jacobs de snelste winnende tijd ooit in een olympische finale, na Usain Bolt.

“Ik ben weliswaar van discipline veranderd,” zei hij vlak na die gouden race, “maar mijn droom is altijd dezelfde gebleven.”

En dus kan het adagium dat alles in Italië langzaam gaat, behalve de gesprekken, na die 45 machtige passen van zondag definitief de prullenbak in, want Lamont Marcell Jacobs, die typische Italiaan die elke dag met zijn moeder belt en zich doordeweeks voortbeweegt in een rode Fiat 500, is de snelste man ter wereld.