Direct naar artikelinhoud
DubbelinterviewChokri Ben Chikha & Hugo Camps

‘Ja, ik zet een oude witte man in de schijnwerpers en nee, niet iedereen zal daar blij mee zijn’

Chokri Ben Chikha en Hugo Camps. 'Wat Hugo en ik met elkaar gemeen hebben: we maken het onszelf niet graag gemakkelijk.'Beeld Thomas Nolf

‘Ja, ik zet een oude witte man in de schijnwerpers en nee, niet iedereen zal daar blij mee zijn. Maar het is nodig dat we onze geschiedenis begrijpen.’ In de voorstelling Testament van een journalist onderzoekt theatermaker Chokri Ben Chikha heden en verleden aan de hand van journalistiek icoon Hugo Camps.

“Ach, ik voel me net een miserabel, armtierig mannetje van honderdentien”, verzucht Hugo Camps (78) terwijl hij zich moeizaam naar onze tafel beweegt. Zelfs als het journalistieke monument zijn broze gestel vervloekt, drukt hij zich erudiet uit. Wanneer hij even later een sigaret opsteekt en pal op de middag een wodka bestelt terwijl hij in precies geformuleerde zinnen over zijn loopbaan vertelt, wordt duidelijk waarom Ben Chikha zo door hem gefascineerd is.

Nochtans is het op het eerste gezicht minstens curieus dat deze tegendraadse theatermaker een voorstelling maakt die vertrekt vanuit een figuur als Camps. Als een van de eerste makers van kleur die een plekje wisten te bemachtigen in de Vlaamse theatercanon, mag je Ben Chikha gerust een pionier noemen van het dekoloniseringstheater. Camps daarentegen, wordt als oud-oorlogsverslaggever, ex-hoofdredacteur van Het Belang van Limburg en voormalig sportjournalist makkelijk geassocieerd met een praktijk uit het verleden.

“Natuurlijk zou het meer voor de hand liggend zijn om iemand als Nelson Mandela of Che Guevara als uitgangspunt te nemen voor een voorstelling,” zegt Ben Chikha daarover, “maar ik vind het niet interessant om in mijn eigen bubbel te blijven zitten. Dat is trouwens iets wat Hugo en ik gemeen hebben: we maken het onszelf niet graag gemakkelijk.” (lacht)

Ben Chikha: 'Zonder historisch inzicht dreigen we onszelf alleen maar te herhalen. Ik vind het nodig om die zoekende mens in beeld te brengen.'Beeld Thomas Nolf

De voorstelling bestaat uit een laatste avondmaal om het einde van de journalistiek te vieren. Wat bedoelen jullie daarmee?

Ben Chikha: “Ik plande iets te doen rond mensenrechten en Hugo zou daarvoor de tekst schrijven. Maar toen onze dramaturge Sietske de Vries en ik hem hoorden praten over zijn werk, beseften we al snel dat hij alles incarneert waarover ik het wilde hebben. Niet op een letterlijke manier, maar ik vind het boeiend om te zien hoe gespleten hij is: er is die gedreven idealist, maar ook de fascinatie voor de macht. Hij wilde impact hebben met zijn geëngageerde journalistiek, maar zat tegelijkertijd op schoot bij politieke tenoren als Willy Claes, Jean-Luc Dehaene en Guy Verhofstadt.”

Camps: “Ik zou mezelf beliegen mocht ik dat ontkennen. Je mag die band met politici gerust als een vorm van hoereren bestempelen. En dan is de vraag of alles uitgaat of dat je je slipje aanhoudt. (monkelt) Ik ging voor die laatste optie. Vormen van zelfcensuur waren onvermijdelijk, al schaamde ik me er ook voor. Alleen is het moeilijk om én deel uit te maken van zo’n elitekransje én je er onafhankelijk toe te blijven verhouden. Ook al probeerden mijn collega’s en ik onze job sereen uit te voeren, we waren toch ook collaborateurs.”

En het tijdperk van dat soort van journalistiek is nu voorbij?

Ben Chikha: “Niet alleen stonden journalisten in die tijd dichter bij de politiek, de media waren verzuild terwijl je nu met sociale media zit en dagbladen verbonden zijn aan bedrijven en commercie.”

Camps: “Ik vind het jammer om te zien hoe er onder kranten en tijdschriften tegenwoordig een opbod ontstaat bij pakweg een moordpartij. Dat kan toch niet? Ik vind dat de journalistiek zichzelf moet heruitvinden en terug moet gaan naar de essentie: nieuws halen en het tot de deadline actualiseren en verbeteren.”

Jij vindt dat er vandaag te negatief wordt gekeken naar het tijdperk waarin jij de journalistiek bedreef.

Camps: “Wel, ik ben zeker niet trots op de verzuiling en ik heb geen goed woord voor de hypocrisie en de absolute macht van de CVP uit die tijd, maar in de jaren 60 en 70 had je wel nog beschavingscriteria waar we vandaag uit zouden kunnen leren. De hedendaagse politiek moet gezuiverd worden van de leugen en we moeten kunnen teruggrijpen naar een groter ideaal. Vroeger was er meer houvast, nu slaat de ontheemding wild toe en zijn we identiteitsloze schimmen geworden van onszelf. Helaas zoeken mensen hun toevlucht bij politieke partijen die enkel opportunisme en cynisme te bieden hebben. Wat dat betreft leefde ik wel degelijk in een bevoorrechte tijd.”

Ben Chikha: “De vraag lijkt me vooral welke goede dingen je meeneemt en wat je achterlaat. Want de verwijten aan de vorige generatie zijn niet zomaar onterecht. Kijk maar naar het klimaat of de manier waarop er met migratie werd omgegaan. En ook wat betreft de positie van vrouwen hoeft de klok wat mij betreft absoluut niet teruggedraaid te worden.”

Hugo Camps: 'Ik vind het jammer om te zien hoe er onder kranten en tijdschriften tegenwoordig een opbod ontstaat bij pakweg een moordpartij. Dat kan toch niet?'Beeld Thomas Nolf

Is dat het doel van deze voorstelling: leren uit het verleden?

Ben Chikha: “Ik weet dat niet iedereen begrip heeft voor het feit dat ik een witte man centraal stel, maar de voorstelling gaat ook over hoe je je kan onttrekken aan scheve machtsrelaties en hoe je zand kan strooien in de machine. Op scène wordt dat ingevuld door de jonge spelers Maxime Waladi en Manou Selhorst. Ik denk dat emancipatorische bewegingen inspiratie kunnen halen bij iemand als Hugo – ook uit zijn fouten, want ik ga hem niet bewieroken. Maar zonder historisch inzicht dreigen we onszelf alleen maar te herhalen. Ik vind het nodig om die zoekende mens in beeld te brengen en denk dat we iets kunnen opsteken van de kwetsbare manier waarop hij reflecteert over zijn verleden.”

Vanaf woensdag op TAZ. actionzoohumain.be