Direct naar artikelinhoud
Olympisch nieuwsRed Lions

Gouden afspraak voor de hockeymannen: ‘Het beste Belgische team ooit’

Hendrickx (r.) was andermaal de grote man met drie goals.Beeld BELGA

Vijf jaar geleden klopten ze Nederland, dansten het hele stadion rond, en waren nergens in de finale. Gisteren ging India voor de bijl en werd gehighfived, vervolgens ging het naar de mixed zone en dan naar het dorp. ‘Nog één wedstrijd.’ De Red Lions zijn op een missie.

Opnieuw hebben de nationale hockeymannen de harten veroverd van de echte sportliefhebbers. Opnieuw hebben ze de hooggespannen verwachtingen en hun beloftes ingelost. Opnieuw hebben ze alle tegenstand opzijgezet of gedeklasseerd. Gisteren was het even aanpoten tegen de kwieke Indiërs en moest twee keer een achterstand worden opgehaald, maar finaal werd het een probleemloze overwinning.

De Belgian Lions hebben nog maar eens in de verf gezet dat aandacht voor een sport niet altijd rechtevenredig is met prestaties. Zij zijn onbetwist het beste team in de geschiedenis van de Belgische sport. Zoals Fred Deburghgraeve en Nafi Thiam eerder, en op deze Spelen Nina Derwael, kunnen ze de ultieme trilogie volmaken: na de wereldtitel in 2018 en de Europese in 2019 gaan ze morgen om 13 uur Belgische tijd tegen Australië voor de tweede keer op rij de strijd aan om olympisch goud.

In het onderonsje tussen de familie Hendrickx (vier keer gescoord door Alexander) en de familie Singh (twee keer door Mandeep en Harmanpreet) stond het 4-2, toen de Indiërs met nog drie minuten te gaan besloten alles op alles te zetten en hun doelman in te wisselen voor een veldspeler. In de allerlaatste minuut ontsnapten de Belgen aan de steriele Indiase druk en John-John Dohmen zette de 5-2 eindstand op het bord.

Nagelbijter

Tot het begin van het vierde kwart was het een nagelbijter. Na drie keer vijftien minuten stond een logische 2-2 op het bord. De Indiërs lagen zeker niet onder, leken ook niet fysiek te bezwijken, hielden hoge druk aan en kwamen er zelf vaak heel mooi uit. Handige spelers zonder meer, en vertrouwd met de vochtige hitte van Tokio.

Speciaal matchke ook dat België tegen India. Niet het minst omdat het eerste treffen dit jaar gewonnen werd door de Indiërs. Dat speelde zich af in de coulissen van de Fédération Internationale de Hockey waarvoor de Belgische voorzitter Marc Caudron kandideerde. Hij verloor nipt van de zittende Indische voorzitter Narinder Batra.

Op het veld was het ook nog eens een koningsstrijd van leeuwen, de Belgian Lions tegen de Singhs, wat leeuw betekent in het Punjabi en Hindi. Acht verschillende Singhs stonden op het wedstrijdblad, met negen zitten ze in de selectie, meestal sikhs die de naam Singh dragen, destijds aangenomen omdat ze zich zo uit het kastensysteem konden bevrijden. Ze zijn de dragende spelers van een aantrekkelijke hockeyploeg die hoopte voor het eerst sinds 1980 nog eens een finale te kunnen spelen. Het werden de Belgen, net als in Rio 2016. Toen werd verrassend verloren van Argentinië

Kapitein Felix Denayer: “Het was het eerste wat Shane in de kleedkamer zei. We zijn vijf jaar ouder en wijzer dan toen en dat is ook zo. Ik ben de kapitein, maar we hebben zoveel kapiteins in de kleedkamer. Dat is een luxe, al die ervaring. Er zijn achttien stemmen en iedereen wordt gehoord.”

Penalty corners

De indruk is ontstaan dat de Red Lions alleen kunnen scoren uit penalty corners of strafballen. Dat was zo tegen Nederland (drie op drie doelpunten), niet zo tegen Duitsland (één op drie), wel weer tegen Spanje (drie op drie) en tegen India (vier op vijf). Toch laat België relatief normale totaalscores optekenen: ze scoorden 34 keer, daarvan zestien doelpunten uit penalty corner en twee uit strafballen. We moeten ons geen zorgen maken, zegt de bondscoach.

“Ik weet dat het grapje hier de ronde doet dat onze tactische voorbereiding bestaat uit één zin: sla de bal tegen de voet zodat Hendrickx een penalty corner kan nemen. Okay, I’m fine with that. In Rio waren we het absoluut slechtste team als het op penalty corners aankwam en nu zijn we het beste. Maar dat andere spel kunnen we ook nog spelen hoor, vergis je niet. Deze extra troef is vooral het werk van Jimmy, ik bedoel Alexander Hendrickx. Yeah I call him Jimmy. Niemand van die jonge gasten weet nog wie Jimmy Hendrix is, maar wij wel he?

“Maar wat een verhaal die Alexander. In Rio nog buiten het dorp verblijvend als reservespeler, wellicht gefrustreerd en dan keihard gewerkt om de beste penaltycornerspecialist van de wereld te worden. Het ziet er allemaal simpel uit, maar het is in de eerste plaats teamwork om die bal op de juiste plek te krijgen, te stoppen en vervolgens hem er in te jassen. Dat kan je hem wel toevertrouwen.”

Als Alexander Hendrickx dan wordt gevraagd hoe het komt dat hij daar zo goed in is, haalt hij de schouders op. “Ik heb dit altijd graag gedaan en ik heb gewerkt om te komen waar ik nu sta. Maar dat ik er twaalf keer mee zou scoren in zeven wedstrijden, neen, dat is onverwacht.” Daarnaast nette hij ook nog twee onhoudbare strafballen.

De Australiërs klopten gisterennamiddag in de tweede halve finale de Duitsers met 3-1, exact de uitslag van de Belgen tegen de Duitsers. Ze scoorden één van hun twee penalty corners en maakte twee field goals. Van de zes Duitste penalty corners ging er maar één binnen.

Shane McLeod vindt Australië de zwaarste tegenstander: “Niet zozeer omwille van het fysieke spel dat ze spelen, want dat kunnen wij matchen, maar omdat ik hen tactisch niet zo goed kan inschatten. We hebben er al een tijdje niet meer tegen gespeeld. Maar dat geldt evengoed voor hen natuurlijk. Het zal een boeiende wedstrijd worden.”