Direct naar artikelinhoud
ReportageTrooz

Trooz begint na drie weken aan de heropbouw: ‘Het lijkt wel alsof hier een atoombom is gevallen’

Trooz begint na drie weken aan de heropbouw: ‘Het lijkt wel alsof hier een atoombom is gevallen’
Beeld Wouter Van Vooren

Drie weken na de Waalse watersnood klagen getroffenen over de hulpverlening van het Rode Kruis. De organisatie stuurde laat hulp naar de regio en vrijwilligers hekelen de gebrekkige coördinatie. In Trooz hopen burgers dat de aanpak professionaliseert nu de organisatie 30 miljoen euro inzamelde.

“Het lijkt nog steeds alsof er een atoombom op onze streek viel.” 

Het is al middag wanneer een jonge vrouw een houten plaat die als tijdelijke voordeur van haar instabiele woning dienstdoet, opzijzet en in pyjama de straat opgaat. Samen met haar kinderen loopt ze in de richting van het witte busje waarmee vrijwilligers van het Rode Kruis voedsel bij de inwoners van de Luikse gemeente Trooz rondbrengen. De watersnood van drie weken geleden verwoestte honderden woningen in de streek en bracht aanzienlijke schade toe aan de infrastructuur. In vele straten zal het nog maanden duren voor er weer gas- en elektriciteitsaansluitingen zijn. De steun van de hulporganisatie is dus welkom, maar niet iedereen in de dorpskern is enthousiast over de manier waarop het Rode Kruis de crisis aanpakt.

Ravage na de watersnood in Trooz.Beeld Wouter Van Vooren

“We zijn dankbaar voor alle hulp die de crisisvrijwilligers ons bieden, maar de verschillende hulpgroepen werken vaak langs elkaar heen en niemand lijkt te weten hoe het op lange termijn met onze gemeente verder moet”, zegt een oudere man die op de stoep voor het stationsgebouw een slaatje eet. De kritiek wordt gedeeld door verschillende mensen die in de gebieden wonen waar het noodweer in juli het lelijkst thuishield. Philippe Godin (Pepin), burgemeester van Pepinster, liet zich eind vorige week nog ontvallen dat de organisatie er niet in slaagt om efficiënte hulpverlening op het terrein te krijgen. “Er is geen wil bij de top van het Croix-Rouge de Belgique”, klonk het.

Grote maatschappelijke wil

De organisatorische problemen zijn pijnlijk omdat de maatschappelijke wil om oplossingen te vinden bijzonder groot is. De rekening die het Rode Kruis en het Croix-Rouge openden, groeide dankzij giften van burgers en bedrijven uit tot een spaarpot van 30 miljoen euro. Daarnaast lieten 15.000 Vlamingen weten dat ze graag als crisisvrijwilliger wilden bijklussen. De organisaties spraken voorlopig slechts 1,5 miljoen euro van hun budget aan en dagelijks krijgen amper 200 mensen de kans om de handen uit de mouwen te steken. 

“Het duurde trouwens lang voor de hulpinstanties een systeem uitdokterden om de opgeroepen vrijwilligers concrete instructies te geven”, zegt gepensioneerd militair Erik Tielens (56), die een voedseltent van het Rode Kruis bemant. “Toen ik hier de eerste keer was, moesten we iets meer improviseren en deelden we willekeurig middelen uit aan mensen die daarom vroegen. Nu komt er iedere dag een coördinator langs.”

Grote maatschappelijke wil
Beeld Wouter Van Vooren

De trage opstart van de hulp van het Rode Kruis spoorde lokale gemeentebesturen en vrijwilligersgroepen aan om zelf actie te ondernemen. In een witte tent toont bibliothecaresse Monique Quaglia (58) trots een enorme hoeveelheid voedsel, levensmiddelen en speelgoed. “Al deze spullen hebben we van burgers en bedrijven gekregen en delen we straks uit aan burgers in nood. Deze crisis brengt het mooiste in de mens naar boven.” 

Momo Djemai (55) van Latter-Day Saint Charities, de vrijwilligersafdeling van de mormonen, vertelt dan weer honderduit over hoe hij en zijn metgezellen brokstukken uit de straten sleurden en op verschillende plekken de infrastructuur herstelden. Taken die normaal voorbehouden zijn voor de Civiele Bescherming. “Het is bizar dat de overheid en het Rode Kruis zo sterk op de solidariteit van burgers rekenen om de hulpverlening te ondersteunen, maar we zien het als onze plicht om dit werk te doen”, zegt Quaglia.

Grote maatschappelijke wil
Beeld Wouter Van Vooren

Philippe Vandekerckhove, topman bij het Rode Kruis, erkent de kritiek dat zijn organisatie te laat ter plaatse kwam om ondersteuning te bieden. “Het Croix-Rouge is bevoegd in de regio en moest ons oproepen, maar dat is niet gebeurd. Daardoor zagen we op televisie plots beelden die een veel ernstigere situatie toonden dan de verhalen van de Waalse instanties deden uitschijnen.” 

Die moeilijke communicatie tussen de verschillende Belgische hulporganisaties en overheden bewijst volgens Vandekerckhove dat er nood is aan een grondige evaluatie van het nationale crisisbeleid. “Onze structuren waren niet voorbereid op een ramp van deze omvang, we moeten uit onze fouten leren. Het is bijvoorbeeld gek dat het Croix-Rouge de Vlaamse vrijwilligers niet sneller kon inzetten omdat ze de app niet kende waarmee zij opgeroepen worden.”

Grote maatschappelijke wil
Beeld Wouter Van Vooren

Tientallen burgers zullen nooit te weten komen of de watersnood effectief voor een omkeer van het crisisbeleid zal zorgen. Een vrouw leidt een verzekeringsexpert door de ruïnes van het huis waar ze twintig jaar met haar echtgenoot woonde, maar houdt halt om even over het crisisbeleid te praten. “Heel lang was er helemaal niemand om ons te helpen. We zaten 24 uur vast op de eerste verdieping van onze woning en konden niemand bereiken. Onze familiefoto’s, souvenirs, mijn trouwboekje: ons hele leven is weggespoeld.” Voor haar echtgenoot, die al langer ziek was, had de watersnood trieste gevolgen. “We brachten hem vorige week nog mee om naar de ravage te kijken, maar kort daarna is hij overleden. De aanblik van zijn verwoeste familiewoning is hem te veel geworden.”

De vrouw kijkt even naar de restanten van de plek waar ze leefde en gaat dan verder. “Ik ben het Rode Kruis en alle vrijwilligers dankbaar voor hun werk, maar ik hoop dat mensen uit deze crisis leren. Dit mag nooit opnieuw gebeuren.”