Direct naar artikelinhoud
NieuwsDefensie

‘Potentieel gewelddadige extremist’ of ‘haatpropagandist’: onderzoek naar twee militairen

De twee (niet op de foto) staan al langer op de radar van de veiligheidsdiensten. Maar pas in de nasleep van de zaak-Conings werden ze ook van dichtbij nagetrokken.Beeld ID/Bas Bogaerts

De inlichtingen- en veiligheidsdiensten voeren, na de zaak rond de overleden Jürgen Conings, een onderzoek naar twee andere militairen met rechts-extremistische sympathieën. Het onderzoek moet bepalen of zij op de OCAD-lijst opgenomen moeten worden als ‘potentieel gewelddadige extremist’ of ‘haatpropagandist’.

Na de verdwijning van de extremistische militair Jürgen Conings nam Defensie maatregelen tegen twaalf andere militairen met eveneens rechts-extremistische sympathieën. Zij behoorden tot een groep van 28 militairen die al langer door Defensie in de gaten gehouden werden. De twaalf verloren tijdelijk onder meer hun toegang tot de wapendepots of gevoelige plaatsen.

Twee van hen worden nu door de veiligheidsdiensten verder doorgelicht, zo vernam De Morgen uit bronnen bij de veiligheidsdiensten. Het gaat om een zogenaamd vooronderzoek om te kijken of de militairen in de Gemeenschappelijke Gegevensbank (GGB) opgenomen moeten worden. Ze kunnen daarbij in principe het label ‘potentieel gewelddadige extremist’ of ‘haatpropagandist’ krijgen. Zowel het parket, de Staatsveiligheid, de militaire inlichtingendienst, de federale politie als het OCAD zijn bij het onderzoek betrokken.

De GGB wordt beheerd door het OCAD – het orgaan dat onder meer voor het bepalen van het dreigingsniveau instaat – en bevat namen en informatie van bijna 700 mensen die in ons land voor extremisme, terrorisme of haatpropaganda in de gaten gehouden worden. Aan iedere persoon in de GGB wordt ook een dreigingsniveau toegewezen.

Dat een militair op de lijst komt, is erg uitzonderlijk: Jürgen Conings, die als ‘potentieel gewelddadige extremist’ geseind stond, was de eerste en voorlopig enige. Maar daar komt dus mogelijk verandering in. Het vooronderzoek dat nu loopt tegen de twee bewuste militairen kan tot zes maanden duren. Het onderzoek naar Conings werd in de zomer van 2020 gestart, waarna zijn status als ‘potentieel gewelddadige extremist’ in februari dit jaar bevestigd werd.

Het is daarnaast opmerkelijk dat de twee militairen nu pas onder het vergrootglas komen te liggen. Ze staan al langer op de radar van de veiligheidsdiensten. Maar pas in de nasleep van de zaak-Conings werden ze ook van dichtbij nagetrokken.

Het is niet duidelijk wat de gevolgen zijn als een van beiden ook daadwerkelijk op de GGB zou belanden. Zo goed als zeker raakt die militair dan zijn veiligheidsmachtiging kwijt, waardoor hij geen gevoelige informatie mag inzien en bijvoorbeeld niet op buitenlandse missie kan. Het zal aan het leger zijn om eventueel te beslissen of een betrokken militair bij Defensie aan de slag kan blijven.

Geschorst

Wat met de andere militairen die tijdelijk uit de wapendepots geweerd werden na de zaak-Conings? Voor een meerderheid zijn de maatregelen intussen opgeheven, klinkt het bij de militaire inlichtingendienst ADIV. Zij kunnen dus zonder beperkingen hun functie opnieuw uitvoeren. Alle veiligheidsdiensten zijn daarmee akkoord gegaan. 

Voor enkelen blijven de maatregelen in voege. Naast de twee militairen die mogelijk in de GGB belanden, loopt er ook een gerechtelijk onderzoek tegen een of meerdere militairen, klinkt het nog bij ADIV. 

Een van de militairen bij wie de maatregelen nog niet opgeheven zijn, is voorlopig preventief geschorst. De anderen zijn wel nog aan het werk, maar moeten het stellen zonder veiligheidsmachtiging. Daardoor kunnen ze bepaalde taken niet uitvoeren en hebben ze geen toegang tot gevoelige plaatsen.

Volgens een bron was één van de betrokkenen een instructeur die op sociale media extremistische uitspraken had gedaan. Hij werd naar een andere functie overgeplaatst, waar hij geen jonge rekruten moet opleiden.

Een andere militair belandde volgens informatie van De Morgen in 2016 op de radar van de ADIV. Een Genkse jongen van 15 jaar overleed toen na een ongeluk met een quad in Marokko. Het nieuws leidde indertijd tot een stroom aan racistische berichten op sociale media. Ook de militair liet zich naar verluidt positief uit over de dood van de jongen.