De spagaat van Zuhal Demir (N-VA): sterk in lokaal natuurbeleid, maar zwak internationaal

Zuhal Demir in Voeren. De milieuminister kan op beide oren slapen: het uitrollen van de Green Deal zal een lange lijdensweg worden. © BelgaImage
Dirk Draulans
Dirk Draulans Bioloog en redacteur bij Knack.

De watersnood legde nogmaals de urgentie van de klimaatproblematiek bloot. Over de te volgen aanpak lopen de meningen uiteen. Vlaanderen wil zich aanpassen aan stijgende temperaturen, Europa wil een verdere stijging tegengaan. Het lijken twee aparte werelden.

Terwijl België en Duitsland hun wonden likken na de watersnood, komt het wetenschappelijke vakblad Geophysical Research Letters met een ontnuchterend bericht. In een worstcasescenario zullen dezelfde soort stormen die de wateroverlast veroorzaakten tegen 2100 veertien keer vaker voorkomen dan nu. Het gaat om ‘langzaam bewegende zware stormen die het rivierensysteem in een regio overweldigen’. Aangezien de lakse politieke aanpak van de klimaatopwarming ons op een traject van worstcasescenario’s heeft gezet, kunnen we die onheilstijding maar beter ernstig nemen.

De hevige regen was wereldnieuws. Oók in de wetenschappelijke wereld. Zelfs het topvakblad Science bracht er een analyse van. Basisconclusie: de Europese rampenplannen voor overstromingen focussen te sterk op wat in grote rivieren gebeurt en te weinig op de situatie in kleinere zijrivieren. De analisten zagen dat het aantal overstromingen toeneemt: op de Donau, bijvoorbeeld, is hun frequentie de voorbije dertig jaar verdubbeld. We zullen moeten leren leven met waterproblemen.

Al sinds haar aantreden etaleert Zuhal Demir een Kim Clijstersachtige spagaat tussen lokaal natuurbeleid en internationaal klimaatbeleid.

Nederland werd in de analyse gepresenteerd als een schoolvoorbeeld van hoe het moet. Na zware overstromingen van de Maas in 1993 startten onze noorderburen een intensief project op: ‘Ruimte geven aan de rivier’. In de omgeving van steden zoals Nijmegen werden rivieren uit hun keurslijf gehaald en werden grote overstromingsgebieden vrijgemaakt om wateroverlast op te vangen. Het lijkt te werken: de voorbije weken bleef Nederland grotendeels gespaard van problemen. Bovendien levert het project prachtige natuur op.

Bouwen in overstromingsgebied

In Vlaanderen komt het Sigmaplan het dichtst in de buurt bij het Nederlandse initiatief. Het begon als een project om langs de Schelde overstromingsgebieden te creëren die onder meer de gevolgen van de stijging van de zeespiegel moeten opvangen, veroorzaakt door de klimaatopwarming. Intussen is het plan uitgebreid tot kleinere rivieren als de Leie, de Demer en de Nete. Her en der wordt ruimte vrijgemaakt voor overstromingsgebieden om wateroverlast door het weer op te vangen. Daarbij moeten we, in de woorden van bevoegd Vlaams minister van Omgeving en Energie Zuhal Demir (N-VA), ‘afscheid nemen van andere factoren zoals wonen’.

De onvermijdbare conclusie is nog niet overal doorgedrongen. Er worden nog altijd plannen gemaakt om te bouwen in kwetsbare gebieden. In Leuven wil een socialehuisvestingsmaatschappij op de kruising van de rivieren Dijle en Vunt een appartementsgebouw van zeventien verdiepingen bouwen, met plaats voor negentig ‘klimaatneutrale’ huurappartementen. Leuven ontsnapte de voorbije weken nipt aan een overstromingsramp, mede doordat er al geïnvesteerd is in extra wateropslagcapaciteit langs de Dijle. Of dat ook het geval zou zijn geweest als de kern van de ‘waterbom’ van 13 en 14 juli – in twee dagen tijd viel er evenveel regen als anders in twee maanden – een honderdtal kilometer noordwestelijker had gelegen is zeer de vraag.

In de wijk Schorvoort in de rand van Turnhout zijn er plannen voor een grote verkaveling door een projectontwikkelaar langs de Aa, een riviertje dat sinds mensenheugenis een natuurlijk overstromingsgebied is. De stad werd in de lente al met wateroverlast geconfronteerd – de parkeerplaats van de plaatselijke Carrefour stond na hevige regens volledig onder water. Desondanks wordt er gewerkt aan woonuitbreiding in de vallei van de Aa, met drooglegging en verhoging van de bodem én de bouw van een ondergrondse parkeergarage. Dat is smeken om overstromingsmoeilijkheden.

Bovendien toonde hydroloog Dirk Van Look aan dat het droogleggen van het gebied niet alleen het risico op overstromingen verhoogt, maar ook een grote hoeveelheid van het broeikasgas koolstofdioxide (CO2) vrijmaakt die in de natte grond wordt vastgehouden. Voor een geplande ontginning van 9 hectare valleigebied rekende Van Look uit dat er 16.000 ton CO2 zou vrijkomen. Dat is het equivalent van 133 miljoen kilometer rijden met niet-elektrische auto’s. Ruimte voor natuur behouden of creëren houdt niet alleen aspecten in van klimaatadaptatie (aanpassen aan de gevolgen van de klimaatopwarming, zoals een hoger risico op overstromingen), maar ook van mitigatie: vermijden dat er (nog) meer CO2 in de atmosfeer terechtkomt.

Minister Demir, die in de week na de watersnood elke dag een persbericht over waterbeheersing rondstuurde, meldde dat ze een wettelijk systeem zal opzetten om mensen ervoor te waarschuwen dat grond die ze willen kopen in een overstromingsgebied ligt. Letterlijk heette het dat ze de Vlaamse waterwetgeving zo zal wijzigen dat ‘de overstromingsgevoeligheid van percelen in de toekomst begrijpelijker is voor potentiële kopers’. De minister meldde ook dat ze op 19 juli – in volle watercrisis dus – in het Vlaams Parlement aankondigde dat haar departement Omgeving ‘voortaan systematisch in beroep zal gaan als lokale besturen vergunningen afleveren in zogenaamde signaalgebieden: onbebouwde woon- of industriepercelen in overstromingsgebied’.

Overstroming in Rochefort Waterproblemen kostten Europa in 50 jaar zo'n 320 miljard euro aan economische schade.
Overstroming in Rochefort Waterproblemen kostten Europa in 50 jaar zo’n 320 miljard euro aan economische schade.© BelgaImage

Juridisch jargon

Het is Demir menens met haar strijd tegen wateroverlast. Met haar Blue Deal zet ze in op natuur als buffer tegen wateroverlast en als spons voor de opslag van CO2. Daarvoor heeft ze al bijna een half miljard euro uitgetrokken. Ze liet weten dat ‘ons land’ (onduidelijk of ze België of Vlaanderen bedoelde) nu al elk jaar 113 miljoen euro kosten heeft aan schade die werd veroorzaakt door overstromingen van rivieren – dat is een verdriedubbeling ten opzichte van dertig jaar geleden. Dat heeft uiteraard te maken met de klimaatopwarming, maar ook met het feit dat veel mensen nog altijd niet beseffen hoe gevaarlijk de natuur kan zijn als ze eens niet meewerkt. Een dijk kan een vals gevoel van veiligheid geven.

Demir lijkt consequent te zijn in haar aanpak. In een tien pagina’s lang ministerieel besluit van 14 juli vol juridisch jargon vernietigde ze een beslissing van het Oost-Vlaamse provinciebestuur om niet op te treden in een zaak van grootschalige drooglegging van een poldergebied. Ze vroeg de gouverneur met aandrang om de kwestie opnieuw te bekijken. Het gaat in oorsprong om een klacht van een bezorgde burger tegen het polderbestuur ‘Polder Tussen Schelde en Durme’, dat elk jaar met een niet-vergund pompsysteem 7000 hectare poldernatuur drooglegt.

‘De beslissing van de minister is niet alleen een overwinning voor mijn cliënt, maar ook voor de natuur’, zegt zijn advocaat Griet Cnudde. ‘Ze is van groot maatschappelijk belang, aangezien de problematiek gepaard gaat met een decennialange verstoring van de waterhuishouding. Ze is een eerste stap ter correctie van de illegale drooglegging van een voor de natuur belangrijk gebied. Belangrijk, omdat het werkt als een spons en geschikt is als berging voor water. We hebben dat meer dan ooit nodig.’

Het contrast tussen Demirs kordate aanpak van de waterproblematiek en haar lauwe reactie op de lancering van het Europese klimaatplan kan nauwelijks groter. Op 14 juli stuurde ze een persbericht rond met haar bedenkingen bij het net gelanceerde Fit For 55-programma van de Europese Commissie (op 15 juli ging ze naar de gemeente Voeren om er de wateroverlast te bekijken). Europa had geen beter moment kunnen kiezen om de urgentie van de nieuwe klimaataanpak te benadrukken, want zo goed als niemand twijfelt eraan dat de zware regen van de voorbije weken een extreem gevolg van de klimaatopwarming was.

Fit For 55 is een bundeling van (naargelang de bron) twaalf of dertien uitgewerkte wetsvoorstellen om de klimaatopwarming en haar gevolgen te counteren. De ongetwijfeld door een spitse marketeer bedachte titel verwijst naar de doelstelling: tegen 2030 de Europese koolstofuitstoot met 55 procent terugdringen in vergelijking met het referentiejaar 1990. 55 procent is een verstrenging van de doelstellingen: tot voor kort streefde Europa naar een reductie met 40 procent. In 2019 haalden we een afname met 24 procent, dus we zitten nog niet aan de helft van de aangepaste doelstellingen. De uiteindelijke bedoeling is dat Europa tegen 2050 ‘klimaatneutraal’ is, dus niet méér CO2 uitstoot dan het kan opslaan of verwerken.

Gele hesjes

De Kim Clijstersachtige spagaat tussen lokaal natuurbeleid en internationaal klimaatbeleid die Demir al sinds haar aantreden als Vlaams minister etaleert, kwam extra tot uiting in haar eerste commentaar op het Europese project. De minister zou het ’toetsen op haalbaarheid en betaalbaarheid’. België kijkt aan tegen een verstrenging van de reductiedoelstellingen van min 35 naar min 47 procent van de uitstoot tegen 2030. Demir wil vooral weten wat de gevolgen zullen zijn voor de energiefactuur van ‘de gezinnen en de jobs’. Voorts gaat ze ervan uit dat ‘de collega’s van de andere regeringen in ons land, die het luidst opgeroepen hebben om het ambitieniveau aan te scherpen, na vandaag eenzelfde voluntarisme aan de dag zullen leggen om inspanningen op zich te nemen’. Het beloven weer vrolijke onderhandelingen te worden tussen de diverse bestuursniveaus van ons land om de inspanningen te verdelen. De vorige keer hebben ze zes jaar aangesleept.

De spagaat van Zuhal Demir (N-VA): sterk in lokaal natuurbeleid, maar zwak internationaal

Het heeft er alle schijn van dat onze excellenties tijd zullen hebben om hun verantwoordelijkheden op elkaar af te wentelen. De Europese Raad en het Europees Parlement moeten hun mening over de plannen nog geven. Vervolgens moeten de 27 lidstaten een potje armworstelen met de Europese Commissie over de impact van het project. De volledige tekst van Fit For 55 beslaat zo’n 3800 pagina’s. Het vergt tijd om die grondig door te nemen. Er zijn nog niet veel analisten die ze in deze zomerperiode al helemaal gelezen hebben.

Maar de grote lijnen zijn duidelijk. De voorstellen gaan vooral over mitigatie: het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen. De basispremisse is het concept ‘de vervuiler betaalt’. De handel in emissierechten, waarmee bedrijven ‘rechten’ kunnen kopen om CO2 uit te stoten, wordt uitgebreid naar de scheepvaart en de luchtvaart, die er tot dusver van ‘vrijgesteld’ waren. Het systeem zou ook worden toegepast op de sectoren transport en gebouwen, wat Demir vertaalt als ‘de introductie van een koolstofprijs voor elke Vlaming met een auto en een huis’.

Frans Timmermans, de Nederlander die als vicevoorzitter van de Europese Commissie verantwoordelijk is voor het uitrollen van de Green Deal, waar Fit For 55 een eerste invulling van is, vertaalde het als een investering in een leefbare toekomst met onder meer minder luchtvervuiling, minder geluidsoverlast en minder funeste effecten op het leefmilieu. Om de overgang verteerbaar te maken voor mensen met minder middelen wordt in een ‘sociaal klimaatfonds’ voorzien, dat tussen 2025 en 2032 72 miljard euro aan inkomsten uit de verkoop van emissierechten zou overhevelen naar de kwetsbaarste groepen. De acties van de ‘gele hesjes’ in Frankrijk tegen klimaatmaatregelen zijn niet onopgemerkt gebleven.

50 euro per ton CO2

Sommige doelen werden concreet gemaakt. Renoveer op grote schaal gebouwen en maak ze energievriendelijk. Investeer verder in hernieuwbare energie. Vervang wagens met verbrandingsmotoren door elektrisch aangedreven wagens – tegen 2035 zou de verkoop van wagens die draaien op benzine of diesel gestopt moeten zijn. En de natuur moet worden ingeschakeld om CO2 op te vangen en vast te houden – al lijken de voorstellen daartoe minder goed uitgewerkt dan de andere.

Een wereldprimeur is de uitrol van een grensbelasting voor koolstofhoudende producten: een carbon border adjustment mechanism. Om onze ijzer-, staal-, cement-, aluminium- en kunstmeststofproducenten te beschermen tegen ‘oneerlijke’ concurrentie uit het buitenland, waar geen CO2-rechten betaald hoeven te worden, zou er een koolstoftaks komen op de invoer van producten uit die landen. De hoogte daarvan zou worden afgestemd op de prijs van de emissierechten die ‘onze’ bedrijven moeten kopen – momenteel bedraagt die ongeveer 50 euro per ton CO2.

Grote bedrijven reageerden al negatief op het voorstel, onder meer met de stelling dat de prijs van CO2-rechten de laatste vier jaar vertienvoudigde. Maar dat zegt vooral iets over het feit dat CO2-uitstoot tot voor kort zo goed als gratis was. De industrie maakt zich al druk over eventuele handelsembargo’s die landen zonder CO2-rechten, zoals China en Australië, als reactie op de invoertaks tegen Europese exportproducten zouden uitvaardigen. De Europese Commissie houdt rekening met zulke obstructies: de koolstofgrenstaks zou pas vanaf 2026 ‘geleidelijk’ ingevoerd worden en de prijs van de koolstofrechten zou ‘geleidelijk’ worden opgedreven tot 2035.

Minister Demir kan op beide oren slapen: het uitrollen van de Green Deal zal een lange lijdensweg worden. Geen wonder dat geen enkele milieuorganisatie echt tevreden was met de Europese plannen, die enerzijds als een historische doorbraak worden beschouwd (nooit eerder werden zulke ambitieuze milieuplannen voorgesteld), maar anderzijds als onvoldoende om een groot verschil te maken in de strijd tegen de klimaatopwarming. De klimaatadaptatie, waar Demir veel meer mee bezig is dan met de klimaatmitigatie, lijkt dan noodzakelijker te worden. In veel gevallen zal het echter niet meer zijn dan dweilen met de kraan open. Blijkbaar vinden veel mensen dat aantrekkelijker dan de kraan dichtdraaien, zelfs langzaam.

Ondertussen liet de Wereld Meteorologische Organisatie (WMO) weten dat aan de waterproblematiek verbonden crisissituaties, zoals zware stormen en overstromingen, Europa de laatste halve eeuw zo’n 320 miljard euro aan economische schade kostten. Wereldwijd neemt de waterproblematiek driekwart van alle klimaatschade voor haar rekening. Water veroorzaakt wel relatief weinig dodelijke slachtoffers. Hitte kost veel meer mensenlevens, maar veroorzaakt minder economische schade. De lasten van de klimaatproblematiek zijn verdeeld over twee kanten van dezelfde medaille.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content