Direct naar artikelinhoud
AchtergrondOlympische Spelen

Alle microfoons staan altijd open in Tokio, met interessante gevolgen

De microfoons langs de baan waren nooit eerder zo dichtbij als in Tokio.Beeld AFP

De stadions zijn leeg en overal zijn microfoontjes geplaatst. Dat is leuk, want zo hoor je alles op de Spelen alsof je erbij bent. Audio voegt emotie toe. Maar ongewild zijn nu ook dingen te horen die niet voor het andermans oren bestemd zijn. 

Toen vorige week de Duitse wielrenner Nikias Arndt zijn coach passeerde, tijdens de tijdrit, riep die laatste hem toe: “Haal die kamelendrijver in!” Goed en live hoorbaar voor kijkers van de Duitse zender ARD. Een wielrenner uit Eritrea reed op dat moment iets voor Arndt uit.

De positieve en negatieve kanten van coronatijd manifesteren zich ook tijdens de Olympische Spelen: dankzij de absentie van publiek en plaatsing van steeds meer microfoons kan de tv-kijker veel meer volgen, met voor- en nadelen dus. Dichter bij de emotie, en dus ook dichter bij alle schaduwzijden van de sport.

Want die emotie kan dus ook te ver gaan. Patrick Moster, de Duitse wielercoach, werd naar huis gestuurd wegens ‘racistische opmerkingen’. Dinsdag, in Duitsland, kreeg hij te horen dat hij voorlopig geschorst blijft en een deel van zijn salaris moet inleveren. Ontslagen wordt hij niet, omdat hij zich volgens de bond nooit eerder schuldig maakte aan soortgelijk gedrag.

Al is dat laatste natuurlijk maar de vraag, omdat de microfoons nooit eerder zo dichtbij waren als in Tokio.

Hand voor de mond

Als het steeds meer registreren van sport gerelateerd geluid daadwerkelijk de toekomst is, vallen meer incidenten te verwachten. In de sportwereld, waar bijvoorbeeld voetballers al vaak praten met hun hand voor de mond om liplezers het werken onmogelijk te maken, wordt in de emotie vanalles geschreeuwd. “Sporters en hun omgeving moeten wennen aan het feit dat overal microfoons kunnen openstaan”, zegt Simon Keijzer, de woordvoerder van de Nederlandse olympische zeilploeg vanuit Japan. Audio voegt emotie toe, zegt hij. Het kan lelijk zijn, maar ook waardevol.

Net in coronatijd maakt het gebruikelijke en nu afwezige geluid van toeschouwers als het ware ruimte vrij voor andere geluiden. Ruim voor de Spelen is daar bijvoorbeeld in het voetbal al veel ervaring mee opgedaan, nu in Japan met al die lege accommodaties lijkt audio vaak iets toe te voegen.

Angst voor gevloek

De tijd staat niet stil, de technieken verbeteren en als het omgevingsgeluid anders dan gebruikelijk is, zijn sporters goed te horen. Al dan niet in het uiten van hun emoties. 

De racistische taal van de Duitse wielercoach was vorige week heel goed te horen, maar daar staat tegenover dat de kijker door microfoons ook veel positieve informatie te horen krijgt. Allerhande tactische aanwijzingen zijn vanuit Tokio goed hoorbaar.

Bij roeien overstemt normaal gesproken alleen al het geluid van water, wind én publiek wat een richtmicrofoon eventueel zou kunnen opvangen van de roeiers zelf. Bij veel sporten in de binnenruimte maken fel meelevende toeschouwers het onmogelijk te verstaan wat sporters en coaches uitwisselen.

In Tokio heeft de organisatie ervoor gekozen om de absentie van publiek te compenseren met ‘zacht publieksgeluid vanaf een band’. In eerdere coronatijden, bij een sport als voetbal bijvoorbeeld, was een hoger volume van zo’n geluidsband vaak al heel gewoon.

Er zitten nog heel wat moeilijkheden in de discussie over audio bij het regisseren van sportwedstrijden. Risico’s, privacyvraagstukken en nog veel meer. De sporters en hun begeleiders moeten het ook willen dat ze hoorbaar zijn. Het enthousiasme daarvoor zal vermoedelijk bij ieder incident afnemen.