Hoeveel rendement haal je als je 10.000 euro belegt in een beleggingsfonds?

Een beleggingsfonds is het ideale beleggingsproduct voor wie niet zelf actief wil beleggen in bijvoorbeeld aandelen. Het rendement van zo’n fonds ligt doorgaans ook veel hoger dan dat van een spaarboekje. Hoeveel rendement je realiseert, is onder meer afhankelijk van het type fonds, leert een onderzoek van de fondsenfederatie Efama, waarover De Tijd bericht.

Waarom is dit belangrijk?

Beleggen is aan een opmars bezig. Toch staat niet iedereen te springen om bijvoorbeeld zelf een aandelenportefeuille samen te stellen. Een beleggingsfonds kan in dat geval soelaas brengen. Dankzij zo'n fonds beleg je in meerdere effecten, gaande van aandelen tot obligaties. Zo spreid je in principe je belegging zonder dat je zelf een portefeuille hoeft samen te stellen. Een fondsenbeheerder neemt het beheer van je beleggingskapitaal over. Alvorens je kan beleggen in een beleggingsfonds zal een adviseur je risicoprofiel bepalen. Financiële instellingen zijn verplicht dat te doen. Op basis van je profiel zal de adviseur enkele gepaste beleggingsproducten naar voren schuiven.

Beleggingsfondsen worden door de banken vaak aangeprezen als een goed alternatief voor het spaarboekje. De potentiële opbrengsten liggen immers hoger dan bij een traditionele spaarrekening. Bij het merendeel van de spaarboekjes moet je tevreden zijn met een rendement van 0,11 procent. In sommige gevallen krijg je zelfs geen rente meer.

Tot ruim een verdubbeling van je inlage

Uit een berekening van de Europese fondsenfederatie Efama blijkt dat de opbrengsten van een beleggingsfonds gevoelig hoger kunnen liggen. Voor die oefening keek Efema naar de gemiddelde nettorendementen, na kosten en inflatie, van de Europese UCITS-fondsen in de tien jaar tussen 2010 en 2019. UCITS-fondsen zijn beleggingsfondsen die voldoen aan de Europese UCITS-richtlijn en in verschillende landen mogen aangeboden worden. Dat zijn ruim 40.000 fondsen in totaal.

Efama maakte daarbij een onderscheid tussen aandelen-, obligatie- en gemengde fondsen. Een belegger die begin 2010 in een gemiddeld aandelenfonds 10.000 euro investeerde, had eind 2019 een kapitaal van 21.600 euro, meer dan het dubbele. Voor gemengde fondsen was dat gemiddeld 13.400 euro, en voor obligatiefondsen 12.600 euro.

Lopende kosten dalen

Voorts blijkt uit de studie van Efama dat de lopende kosten, zoals de beheers- en administratiekosten, de voorbije vijf jaar stelselmatig zijn gedaald. De gemiddelde lopende kosten voor een beleggingsfonds dat in 2016 gelanceerd werd komen uit op 0,92 procent per jaar. Die kosten dalen tot gemiddeld 0,81 procent voor een fonds dat in 2020 het levenslicht zag. De gemiddelde lopende kosten van alle fondsen kwamen eind 2020 uit op 1,39 procent per jaar. De lopende kosten houden geen rekening met de eventuele instap- en uitstapkosten.

De kosten voor een aandelenfonds zijn tussen 2017 en 2020 gedaald met 19 procent. Die van de obligatiefondsen met 7 procent en die van de gemengde fondsen met 3 procent. De dalende kosten zijn volgens de fondsenfederatie onder meer het gevolg van de Europese richtlijn MiFID II. Die verplicht financiële instellingen om transparant te zijn over de kosten.

Voorts is er ook de concurrentie van de ETF’s. Dat zijn trackers die een bepaalde korf of index volgen. Zo kan je bijvoorbeeld via een ETF beleggen in de Bel20. Die fondsen worden niet actief beheerd, waardoor de kosten ook veel lager liggen. De fondsenbeheerder probeert immers de index niet te verslaan. Dat is doorgaans wel het geval bij een actief beheerd beleggingsfonds.

Lees ook:

(bzg)

Meer