Een federale ondersteuningscel moet de Waalse overheden helpen om de hulpverlening in de rampgebieden beter te coördineren. Dat schrijven De Tijd, De Morgen en Het Laatste Nieuws donderdag. In die cel zullen alle disciplines van het crisisbeheer vertegenwoordigd zijn, zoals politie, brandweer, civiele bescherming en defensie.

Drie weken na de overstromingen blijft de kritiek op de aanpak van de ramp maar aanzwellen. Zo zitten in Pepinster nog altijd gezinnen zonder basisvoorzieningen. Aan solidariteit was er geen gebrek. Er werd ondertussen meer dan 30 miljoen euro gedoneerd aan de rampgebieden en duizenden mensen gaven zich op als vrijwilligers. Maar het is de coördinatie van die vrijwilligers die te wensen overlaat.

In de eerste dagen werd de noodhulp gecoördineerd door het Nationaal Crisiscentrum, maar na het aflopen van de federale fase ging die bevoegdheid naar de provincies en dat liep niet al te vlot.

Vinger wijzen

De nieuwe cel moet die coördinatie op het terrein bevorderen. Zo zullen de behoeften van de mensen beter in kaart gebracht worden, kunnen er extra manschappen ingezet worden en kan Defensie en politie blijven helpen. “We doen dat omdat we zien dat de ramp dermate omvangrijk en complex is dat echt alle coördinatie en communicatie nodig is om zo goed mogelijk de noden en het aanbod van de hulp op elkaar te kunnen afstemmen”, zei minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden (CD&V) donderdagochtend bij Radio 1. “We hebben gezien dat de nood heel hoog blijft. en dat er veel acute vragen zijn naar elektriciteit, gas en maaltijden. En om dat zo goed mogelijk te doen, gaan we nu verder blijven ondersteunen en zorgen dat die coördinatie zo snel mogelijk bij de mensen geraakt en ze de hulp krijgen die ze nodig hebben.”

“Het is normaal dat de hulp wat tijd vraagt. En dat we niet overal op hetzelfde moment, op hetzelfde ogenblik kunnen zijn”, zei de minister. Zij verzekerde wel dat er al mensen aanwezig waren de laatste weken en dagen. “Maar het is logisch dat als je zo’n groot rampgebied hebt, dat niet iedereen onmiddellijk kan geholpen worden.”

Officieel komt het crisiscentrum er in onderling overleg tussen Verlinden en Waals minister-president Elio Di Rupo (PS). Maar vooral in federale regeringskringen was de kritiek stilaan onhoudbaar geworden. De buitenwereld wees met een beschuldigende vinger naar Verlinden, hoewel het vooral de Luikse gouverneur Hervé Jamar (MR) en Di Rupo waren die de situatie moeilijk onder controle kregen.

Het initiatief betekent niet dat Verlinden alsnog het commando overneemt. Dat blijft expliciet bij de Waalse autoriteiten liggen. De ondersteuningscel staat onder leiding van het Bijzonder Commissariaat voor de Heropbouw, dat Waals minister-president Elio Di Rupo (PS) oprichtte na de ramp.