"Pluk van de Petteflet" viert zijn vijftigste verjaardag dit jaar, en is nog steeds even relevant als in 1971

Het is dit jaar 50 jaar geleden dat Pluk van de Petteflet in de boekenwinkels verscheen. En nee, het legendarische boek van Annie M.G. Schmidt met de tekeningen van Fiep Westendorp, is de magie nog niet verloren. Het boek is intussen al meer dan 35 keer herdrukt en wordt nog steeds veel gelezen. Hoe komt het dat een boek dat 50 jaar geleden verscheen, nog steeds zo tot de verbeelding blijft spreken? 

Je zou het hem niet aangeven, maar Pluk van de Petteflet, de roodharige jongen die met zijn kraanwagentje en zijn vriendjes dolle avonturen beleeft, wordt 50. Pluk is een jongen zonder ouders en zonder huisje. Wanneer hij aan het begin van het boek zijn intrek neemt in het torenkamertje van de Petteflet, leert hij al snel Zaza de kakkerlak kennen. Die wordt opgejaagd door de boze onderbuurvrouw mevrouw Helderder. Haar dochter, Aagje, moet altijd schoon blijven, terwijl de Stampertjes, die ook in het gebouw wonen, alleen maar met warrige haren rondlopen.

"Pluk van de Petteflet" verscheen in 1971 en is al meer dan 35 keer opnieuw gedrukt. Maar hoe komt het nu eigenlijk, dat een boek dat een halve eeuw geleden populair was, nog steeds zo bijzonder blijft?

Zijn tijd ver vooruit

"Ik schrik altijd als ik die publicatiedatum hoor," zegt Vanessa Joosen, professor aan de Universiteit Antwerpen en kinderliteratuur specialiste. Ze merkt ook enkele tendensen op in het werk van Annie M.G. Schmidt. "Het boek was in de jaren 70 zijn tijd al ver vooruit," aldus Joosen. "Dat heeft vooral te maken met de maatschappijkritische stem die in het boek zit. Het boek anticipeert namelijk op de betonstop."

Vlak bij de Petteflet is er een mooie tuin die in het boek de Torteltuin wordt genoemd. Een aannemer wil van die tuin een parkeerplaats maken. Maar dat verhindert Pluk samen met zijn vriendjes. "Dat deel is mij het meest bijgebleven. Het idee dat een bouwfirma wil ingrijpen in de natuur en dan gedwarsboomd wordt door een groep kinderen is trouwens later vaker in de jeugdliteratuur voorgekomen." Nochtans, Annie M.G. Schmidt vertelde zelf altijd dat ze geen bedoelingen had met de dubbele betekenissen van haar boek. 

Een jongen met zijn eigen vervoer

"De aantrekkingskracht van Pluk zit 'm ook in het feit dat hij een kleine jongen is met zijn eigen vervoer, zijn kraanwagentje," zegt Joosen. Pluk beleeft avonturen zonder ouders, en hij verzet zich tegen de volwassenen. "Dat is niet eigen aan dit boek, het verzet tegen de volwassenen komt ook voor in de versjes van Annie. Zo is er bijvoorbeeld "Ik ben lekker stout" waarin een kind een hekel heeft aan alle regeltjes om zich heen."

Fragment uit "Ik ben lekker stout"

Ik wil niet meer, ik wil niet meer!
Ik wil geen handjes geven!
Ik wil niet zeggen elke keer:
Jawel mevrouw, jawel meneer…
nee, nooit meer in m’n leven!
Ik hou m’n handen op m’n rug
en ik zeg lekker niks terug!

Ik wil geen vieze havermout,
ik wil geen tandjes poetsen!
Ik wil lekker knoeien met het zout,
ik wil niet aardig zijn, maar stout
en van de leuning roetsen
en schipbreuk spelen in de teil
en ik wil spugen op het zeil!

Annie M.G. Schmidt

Dieren die kunnen spreken

Nog zo'n element dat vaker voorkomt in de literatuur van Schmidt zijn de dieren die kunnen spreken. In "Pluk van de Petteflet" komt een sprekende duif,  kakkerlak en zelfs wolf voor. "Die traditie gaat al terug tot voor de jeugdliteratuur," zegt Joosen. "De dieren worden interessant door er menselijke eigenschappen aan toe te schrijven."

"Het is ook een manier om de goede van de slechte personages te onderscheiden. Zij die een goede band hebben met de dieren zijn vaak de helden in het verhaal. Mevrouw Helderder kan de dieren niet uitstaan en is dan duidelijk de slechterik."

Nostalgie

Een ander aspect dat Pluk zo populair maakt, is het feit dat de ouders het aan hun kinderen doorgeven. Dat heeft te maken met nostalgie. Dat vertelt ook auteur en illustrator Gerda Dendooven in "De wereld vandaag". "Annie M.G. Schmidt weet de geest en verwondering van een kind erg goed te vatten, tegelijk hebben haar teksten een gelaagdheid. Je schrijft niet alleen voor het kind, maar ook voor de ouders die de boeken moeten voorlezen en voor jezelf."

Je kan niet hoger dan Fiep Westendorp

Gerda Dendooven, auteur en illustrator

Ook de tekeningen van Fiep Westendorp zijn belangrijk bij die nostalgie. "Bij Pluk denk je aan het kleine autootje en zijn rode haar. Het is een symbiose, Schmidt en Westendorp. Met haar tekeningen haalt ze een andere laag van Schmidt naar boven. Je kan niet hoger dan Fiep Westendorp." De tekenares die stierf in 2005, maakte honderden tekeningen voor Schmidt. Niet alleen van Pluk, maar ook van Jip en Janneke, en zelfs Floddertje. 

Bekijk hier een fragment waarin Fiep Westendorp vertelt over haar samenwerking met Annie M.G. Schmidt (ga meteen naar 1.53 en luister tot 2.51):

De ouders kunnen vaak ook de humor van Schmidt appreciëren. "Er komen gewoon echt grappige passages in het boek voor," zegt Joosen. "Op een gegeven moment zijn alle kleren van Aagje gescheurd en spuiten ze in de wasserij een middeltje over haar heen. Zo zijn de kleren snel weer gemaakt. Als volwassene denk ik dan: Zo'n spuitbus zou ik ook wel willen hebben (lacht)."

Beluister hier het interview met Gerda Dendooven in "De wereld vandaag":

Of Pluk snel gedateerd zal geraken blijft dan de vraag. In het boek komen weinig verwijzingen naar de jaren 70 voor en er is ook weinig technologie terug te vinden. Het taalgebruik van Schmidt blijft daarnaast ook leuk om voor te lezen. Annie M.G. Schmidt staat trouwens ook in de Nederlandse canon. Joosen denkt alvast dat Pluk relevant zal blijven. 

Bekijk hier Schmidt die in 1966 vertelt over hoe ze schrijft voor kinderen en volwassenen en aansluitend het vers "De spin Sebastiaan" voorleest:

Videospeler inladen...

Meest gelezen