Direct naar artikelinhoud
FocusLitouwen

De poort naar Europa staat open: Wit-Rusland helpt migranten via Litouwen de EU binnen

Ongeveer 150 migranten worden vastgehouden in een voormalige school in het kleine dorpje Verebiejai.Beeld Joris van Gennip

De Wit-Russische dictator Loekasjenko zet een nieuw wapen in om Europa dwars te zitten: migranten uit de hele wereld. Vanuit Wit-Rusland kunnen ze zo de Europese Unie binnen. Althans, dat willen ze. De meesten worden opgesloten in Litouwen, als slachtoffers van een geopolitiek spel.

Gespierde grenswachten in camouflagepakken stappen ’s ochtends daadkrachtig door de hal van het kantoorgebouw van de Litouwse grenswacht in Kabeliai, klaar voor hun patrouille. Met hun gemillimeterde haar steken ze fris af tegen de uitgeputte migranten die de nacht ervoor zijn binnengebracht. Een man ligt languit te snurken, een vrouw met hoofddoek probeert een kind te troosten met een fleurige pop, het enige vrolijke element in dit grauwe tafereel van vermoeide mensen, slaapzakken, tassen en schamele bezittingen.

Litouwen is sinds kort een open poort in Fort Europa. Vanuit Wit-Rusland staken sinds het begin van dit jaar al meer dan drieduizend migranten uit het Midden-Oosten en Afrika de grens over, tegenover tachtig vorig jaar. Litouwen probeert de bijna zeshonderd kilometer lange grens met Wit-Rusland zo snel mogelijk te sluiten met een afscheiding van prikkeldraad. Daarachter moet een echt hek verrijzen, voorzien van hightechbewakingsapparatuur.

De poort naar de Europese Unie werd geopend door de Wit-Russische dictator Aleksandr Loekasjenko. Eerst deelde hij toeristenvisa uit en daarna schafte hij de visumplicht af voor 73 landen, veelal in het Midden-Oosten en Afrika. Migranten uit die landen hoeven hun leven niet meer te wagen op de Middellandse Zee. Ze kunnen simpelweg een vlucht naar de Wit-Russische hoofdstad Minsk nemen. Van daaruit bereiken ze te voet of per taxi de grens met Litouwen. Voor bedragen die variëren van 1.500 tot 20.000 euro bereiken ze de Europese Unie, zei de Litouwse minister van Buitenlandse Zaken Gabrielius Landsbergis. “Wij gaan niemand tegenhouden”, sneerde Loekasjenko in het Wit-Russische parlement. “Wit-Rusland is niet hun eindbestemming, dat is het verlichte, warme en gezellige Europa.”

Grommende hond

Zo gebruikt Loekasjenko de migranten als menselijk wapen tegen Litouwen, het belangrijkste centrum van de Wit-Russische oppositie, en tegen de Europese Unie die sancties tegen zijn dictatuur heeft ingesteld. Ongeveer honderd van deze menselijke wapens zitten opgesloten achter hekken in een geïmproviseerd tentenkamp achter het politiebureau van Kabeliai. Ze worden bewaakt door agenten die in een partytent zitten, met een vervaarlijk grommende hond aan de lijn.

Zo’n twee derde van de migranten in Litouwen komt uit Irak. Ahmed (32) zag op de Iraakse tv dat hij gemakkelijk naar Wit-Rusland kon reizen. Bij het reisbureau in zijn straat in Bagdad boekte hij een vlucht naar Minsk. Daarna ging hij te voet door het bos naar de grens. “We hadden kunnen sterven in dat bos, maar in Bagdad waren we al dood. Daar heb je geen leven”, zegt hij.

Joseph (25), een gespierde Nigeriaan met ontbloot bovenlijf, komt naar het hek. Nigeria is arm, corrupt en gewelddadig, zegt hij: “Bendes komen langs om je eigendommen te vernietigen en vrouwen te verkrachten. Mijn zus is voor mijn ogen vermoord. Heeft u genoeg informatie? Dan ga ik mijn oefeningen doen.” Even later trekt hij sprintjes door het kamp. Elke keer als hij het hek nadert, springt de herdershond agressief blaffend overeind.

Bij het kantoor stappen de grenswachten Roberto (48), Arturas (41) en Lukas (22) in hun Toyota Land Cruiser, ze gaan op zoek naar migranten. In de auto ligt de hond Derrek rustig in zijn bench. Derrek kan goed van pas komen, zegt hondengeleider Lukas: “Vooral moslims zijn bang voor honden. Ze geloven dat ze in de hel komen als ze worden gebeten.”

Grenswachter Lukas met Derrek: 'Vooral moslims zijn bang voor honden. Ze geloven dat ze in de hel komen als ze worden gebeten.'Beeld Joris van Gennip

Met een slakkengang rijden ze door het dennenbos naar de grens. Arturas tuurt de grensstrook af met zijn verrekijker. Er is niets te zien behalve de zandstrook waar straks het hek moet verrijzen. “Waarom wordt dat hek niet sneller neergezet?”, zegt hij. “En dan geen hek van 2 meter, maar van 5 meter, net als tussen de Verenigde Staten en Mexico. No fence, very bad.

De patrouille is vandaag niet echt spannend. In zeven uur komen de grenswachters twee mensen tegen, bejaarde paddenstoelenplukkers in een gele Renault Clio. Maar dan komt een bericht over de mobilofoon. In een nabijgelegen dorp zijn migranten gesignaleerd. “De dorpelingen informeren ons heel goed, ze zijn bang”, zegt Arturas. Plotseling blijkt Roberto ook hard over de bosweggetjes te kunnen rijden. Als de auto het dorp binnen scheurt, komt het bericht dat de migranten, vier Irakezen, al zijn opgepakt door een andere patrouille. 

De aantallen migranten zijn klein vergeleken met de Griekse eilanden. “Maar dit is nog maar een begin. We weten niet wat Loekasjenko nog in petto heeft”, zegt Lukas. Bovendien is deze vorm van immigratie nieuw voor Litouwen. De infrastructuur om de migranten op te vangen is in allerijl bij elkaar geïmproviseerd. In het dorpje Kapciamiestis, nog geen zeshonderd inwoners, is een schooltje omgebouwd tot asielzoekerscentrum waar vijftig migranten zijn ondergebracht. Ze mogen het terrein niet verlaten en worden bewaakt door twee politiemensen met machinegeweren. Journalisten mogen niet naar binnen, maar wel aan het hek met migranten praten.

‘Bijna in Frankrijk’

“Ik ben gevlucht omdat ik homoseksueel ben”, zegt Marinette (26) uit Kameroen. “Mijn ouders zijn overleden en ik werd geslagen door familieleden en buren. Ik wilde eigenlijk naar Frankrijk, maar de smokkelaars hebben tegen me gelogen. Ze hebben me op het vliegtuig naar Minsk gezet en daarna naar een bos gebracht. De smokkelaars zeiden: als je doorloopt, kom je in Frankrijk.” Nu loopt ze hand in hand over het schoolplein met haar vriendin, een rijzige gestalte met een paarse sluier. Die vrijheid heeft Europa haar in elk geval gebracht, al zit ze opgesloten en wordt ze bewaakt door twee zwaarbewapende agenten.

Litouwse mensenrechtenorganisaties hebben geprotesteerd tegen het opsluiten van de migranten. Volgens internationale verdragen en Europese wetten mogen asielzoekers niet worden vastgehouden. Ze hebben immers geen delict gepleegd. De regels staan echter uitzonderingen toe, zei de Litouwse minister van Binnenlandse Zaken Agne Bilotaite, en dit is zo’n uitzondering. “Het is een extreme situatie. Dit is geen normale migratie”, zei Bilotaite. Wit-Rusland voert een ‘hybride oorlog’ tegen Litouwen waarbij migranten als wapen worden ingezet. “Daarom moet het antwoord adequaat zijn”, aldus de minister.

Ze wordt gesteund door het parlement dat onlangs bijna unaniem een strenge asielwet aannam. Migranten kunnen een half jaar worden vastgehouden zonder tussenkomst van een rechter. Bovendien kunnen asielverzoeken in tien dagen worden afgehandeld. Afgewezen asielzoekers mogen worden uitgezet, ook als ze in hoger beroep zijn gegaan.  De voormalige voorzitter van het Constitutioneel Hof sprak van “juridisch nihilisme” en een “schaamteloze schending van de Grondwet”, maar regering en parlement beriepen zich op een noodsituatie. 

Wel fan van emigratie

Het zuiden van Litouwen is een streek van dennen en berken, rivieren en meertjes, boerendorpen en houten huisjes, alomtegenwoordige ooievaars die hoog op hun nest staan. Het is verleidelijk om de regio te beschouwen als een pastorale uithoek van Europa die zichzelf opeens terugvindt op het snijpunt van twee geopolitieke problemen: de migratie naar Europa en het conflict tussen enerzijds de EU en anderzijds Wit-Rusland en Rusland.

Maar zelfs in het slaperige Kapciamiestis kwam de wereldgeschiedenis al veel vaker voorbij. Op het dorpsplein staat een standbeeld van Emilia Plater, ‘de Litouwse Jeanne d’Arc’, die hier begraven ligt. In 1830 leidde ze een mislukte opstand tegen de Russische overheersing, die van 1795 tot 1918 duurde. In 1940 werd Litouwen opnieuw ingelijfd door de Sovjet-Unie en in 1941 kwamen de Duitsers, die in Kapciamiestis de Joodse inwoners vermoordden.   

Net gearriveerde migranten in het politiebureau in Kabeliai.Beeld Joris van Gennip

Grenswacht Arturas werd geboren in 1980, toen Litouwen deel uitmaakte van de Sovjet-Unie. Op school leerde hij Russisch. “Ik herinner me nog goed dat Litouwen de onafhankelijkheid uitriep en er Sovjet-tanks door Vilnius reden. Alle schoolkinderen werden naar huis gestuurd”, zegt hij.

Litouwen heeft 2,7 miljoen inwoners en verloor sinds de onafhankelijkheid in 1990 een kwart van zijn bevolking. Veel Litouwers gingen werken in Groot-Brittannië en andere Europese landen. Arturas’ zus woont al heel lang in de buurt van Manchester, hijzelf werkte in Engeland en Duitsland, “maar mijn hart ligt toch hier”. De immigratie van Litouwers en andere Oost-Europeanen droeg in niet geringe mate bij aan de brexit. “Ja, ik weet het”, zegt Arturas. “Maar Litouwers emigreren om te werken, deze mensen komen voor het geld.”

Emigratieland Litouwen wil onder geen beding een immigratieland worden. Migranten moeten zo veel mogelijk fysiek buiten de deur worden gehouden. Als ze eenmaal binnen zijn, blijf je ermee zitten, dat is in Griekenland wel gebleken. Andere Europese landen willen ze niet hebben, ook niet als zij “echte vluchtelingen” zijn wier asielverzoek is ingewilligd. En het terugsturen van afgewezen asielzoekers blijkt vaak moeilijk. Daarom bouwt Litouwen nu een hek, net als Griekenland en Hongarije. Het werk gaat niet zo snel als de Litouwse autoriteiten zouden willen. Op de wereldmarkt voor prikkeldraad blijkt een tekort te bestaan.

Ondertussen zitten de migranten in de Litouwse asielzoekerscentra klem tussen de armoede en het geweld in hun eigen land, een cynische dictator die ze als menselijk wapen inzet en een Europa dat ze niet wil hebben. In het dorpje Verebiejai is een school die al tien jaar leegstond ingericht als asielzoekerscentrum. Het gebouw oogt desolaat, met zijn verveloze kozijnen en grauwe gevelplaten van gewassen grind. Journalisten mogen eigenlijk niet met de migranten praten, maar zodra ze een journalist zien, stuiven ze naar het hek. “Het is hier verschrikkelijk. Het eten is slecht, er is geen elektriciteit, we zitten opgesloten als gevangenen”, zegt een man uit Congo. “Nous vivons dans la merde, we leven in de stront. We zijn de dictatuur ontvlucht, maar is dit democratie?”