Direct naar artikelinhoud
InterviewNaomi Sijmons

‘Je hoeft me de wilde verhalen van Fons niet te vertellen, die heb ik zelf meegemaakt’: Naomi Sijmons over haar vader en de muziek

‘Je hoeft me de wilde verhalen van Fons niet te vertellen, die heb ik zelf meegemaakt’: Naomi Sijmons over haar vader en de muziek
Beeld Guy Kokken

Naomi Sijmons (33) was 14 toen ze haar eerste concert gaf en zo in de voetsporen van pa Fons Sijmons trad, The Scabs-bassist tijdens de hoogdagen van ‘Hard Times’. In 2021 viert ze, samen met Scabs-verwanten Guy Swinnen, Patrick Riguelle en Jan Hautekiet, een zomer lang de 80ste verjaardag van Bob Dylan.

Ik moest kloppen, want de bel doet het niet. Naomi Sijmons verwelkomt me in haar huis te Gent, waar een elektrische gitaar de ene zetel inpalmt en haar zwarte kat de andere. De gastvrouw biedt keukenstoel, koffie en excuses aan.

Naomi Sijmons: “Sorry, ik moet boven eerst nog sigaretten halen. Ik ben nog altijd niet gestopt. Ik deed het al eens anderhalf jaar zonder, maar ben toch hervallen. Maar er staan deze zomer veel optredens op de planning, dus ik móét minderen.”

Je werkt niet aan een doorrookte Marianne Faithfull-stem?

“Sigaretten roken kan twee gevolgen hebben: je stem kan zakken, of ze begint te piepen en kraken. Ik ondervind beide en dat kan ik me als zangeres niet permitteren. Maar gisteren werkte ik een volledige dag in de keuken van een Kortrijks restaurant, daarna had ik een concert in Waregem, kwam ik op een trage trein terug naar Gent en thuis kon ik de slaap niet vatten. Ik heb deze sigaret verdíénd.”

Tijdens je Dylan-hommageconcerten word je omringd door onder meer Guy Swinnen, Axl Peleman, Bjorn Eriksson en Patrick Riguelle. Het valt op dat jij…

“…de jongste van de groep ben? Ik vreesde even dat ik als een soort Joni Mitchell werd getypecast, maar nee: de heren behandelen me met veel respect. Ik speel akoestische gitaar en zing vijf liedjes, waaronder ‘Buckets of Rain’, ‘One More Cup of Coffee’ en ‘When I Paint My Masterpiece’.

“Ik merk het leeftijdsverschil vooral aan het volume. De mannen horen niet meer zo goed, waardoor ze heel luid spelen. Wat op zijn beurt natuurlijk ook de reden is waaróm ze niet goed horen. Ik heb al subtiel aangegeven dat het wat stiller mag, maar dat hebben ze niet gehoord. (lacht)

Sloegen de eerste Dylan-shows in juni aan?

“We hadden allemaal megaveel stress, zelfs ouwe rot Axl Peleman. Door corona hadden we al lang geen podium meer gezien, en Bob Dylan coveren is sowieso een hele onderneming. Je moet de juiste feel vinden, anders komen z’n songs niet binnen. En je moet de akkoorden van 25 songs onthouden, terwijl de man vaak onverwachte muzikale keuzes maakt.”

Fons Sijmons bij The Scabs.Beeld IMAGEGLOBE

Je treedt op met muzikanten die nog het podium met je vader hebben gedeeld. Praten ze soms over Fons?

“Vaak. Patrick vertelde onlangs bijvoorbeeld over hoe mijn vader aan de bijnaam Telefons kwam. Blijkt dat Fons hem tijdens de opnames van Royalty in Exile, de succesplaat van The Scabs uit 1990, regelmatig vóór het krieken van de dag uit bed belde. ‘Hé Patrick, ik moet je iets vertellen! Wacht, hè. Goh, wat was het nu weer? Even denken… Ik bel je binnen vijf minuten terug!’ Vijf minuten later ging de telefoon opnieuw: ‘Patrick, Patrick, ik herinner het me weer!’ (lacht)

“Ik vind het fijn om nieuwe verhalen te horen, dat voelt alsof ik hem weer een beetje beter leer kennen. Ik merk namelijk dat de mooie herinneringen met de jaren vervagen, terwijl de nare blijven hangen. Je hoeft me de wilde verhalen van Fons niet te vertellen, die heb ik zelf meegemaakt. Maar Patrick beschrijft de man die mijn moeder zich herinnert, in de periode dat hij nuchter was.”

Klopt het dat jouw eerste woordjes ‘Keith Richards’ waren? Hij hangt hier ook aan de muur, zie ik.

“Ja. Als peuter noemde ik hem nonkel Keith. Die foto hing vroeger in mijn vaders muziekkamer. Keer op keer zei hij: ‘Kijk, Naomi, ’t is nonkel Keith.’ Hij was trots als een pauw toen ik dat begon na te zeggen. Het heeft een tijdje geduurd voor ik besefte dat hij niet écht mijn nonkel is, ook al omdat Willy Willy (gitarist van The Scabs, red.) zo op hem leek.”

Je kreeg rock-’n-roll met de paplepel mee. Wie was de eerste artiest die alleen van jou was?

“Sonic Youth. Tot grote irritatie van mijn vader, die hen te artyfarty vond. Ik heb mijn band naar hun liedjes ‘Teenage Riot’ en ‘Reena’ genoemd. Ze zijn intussen gesplit, maar ik wil Kim Gordon nog aan het werk zien. Thurston Moore zal ik – na Gordons onthullende boek Girl in a Band, waarin ze hem omschrijft als een typische rockster, met affaires en weinig respect voor vrouwen – wel skippen.”

Naast muzikant droomde je er vroeger ook van om leerkracht te worden.

“Ik vind het nobel om je kennis door te geven. Als je dat dan nog met passie doet, kun je jonge levens veranderen. Ik herinner me nog de leraar Nederlands die mij Hugo Claus en Lucebert heeft aangereikt, en de docent die mijn liefde voor de Engelse taal heeft aangewakkerd.

“Als leerkracht moet je wel elke schooldag je eigen leven aan de kant schuiven ten dienste van je leerlingen, en dat is niet altijd gemakkelijk. In het zesde leerjaar had ik een meester die mij pestte. ‘Je lijkt echt op een dinosaurus,’ zei hij eens. Hij raadde me het tso aan, maar ik liet me niet kennen: ik ging voor Latijn en haalde zes jaar later, weliswaar met deliberaties, mijn diploma. Ik kwam hem onlangs tegen, hij vroeg mij meteen heel enthousiast naar mijn muziek. Hij kwam over als een sympathieke mens, aardig en betrokken. Misschien zat hij destijds gewoon in een slechte periode.”

Je ouders moeten het geweldig hebben gevonden dat jij aan de hogeschool muziek wilde studeren.

“Helemaal niet. Mijn vader was blij dat ik me op de muziek wilde storten, maar níét dat ik naar het conservatorium ging: ‘Rock-’n-roll, dat leer je niet op een school.’ Mijn moeder vroeg zich af: ‘Hoe ga jij brood op de plank brengen?’ Ik heb eerst twee andere opleidingen geprobeerd, maar die liepen faliekant af.”

Waarom het conservatorium in Rotterdam en niet dat in Gent of Antwerpen?

“Ik kende destijds enkele alumni die met stemknobbels zaten na hun opleiding in Gent. En tijdens mijn voorbereidende jaar in Antwerpen kreeg ik een degout voor jazz, omdat het zo schools en dogmatisch werd onderwezen. Tijdens het popexamen stak muzikant en jurylid Bart Defoort eens ostentatief zijn vingers in zijn oren. Toen had ik er genoeg van. In Nederland was de mentaliteit veel beter. Mensen die je klein doen voelen, zijn mensen met een gebrek aan respect.”

In een oud interview zei je nooit als Naomi Sijmons te willen optreden.

“Ik heb te vaak meegemaakt dat mannen in het publiek ‘Speel nu eens ‘Hard Times’!’ riepen. (blaast) Zie ik eruit als Guy Swinnen, misschien? Ik heb ook geen coole geboortenaam, zoals Trixie Whitley. Dan vind ik Reena Riot leuker.”

In 2012 stond je in de finale van Humo’s Rock Rally, naast onder meer Compact Disk Dummies, Float Fall en Tourist LeMC. Wat herinner je je daar nog van?

“De stress. Hang dit nu niet aan de grote klok, maar ik heb toen op voorhand een jointje gerookt om de zenuwen te kalmeren. Waarna ik lijkbleek op dat podium stond. (lacht) Al wist ik natuurlijk sowieso dat ik niet ging winnen: ik kwam met het verkeerde genre op het verkeerde moment.

“Het was een emotionele dag. In het publiek stond mijn vader, die toen al aan het syndroom van Korsakov leed, een geheugenstoornis. Toen ik vanop het podium zijn tevreden kop zag, kreeg ik een krop in de keel. Het was ook de laatste keer dat mijn vader mij als Reena Riot zag spelen.”

‘Je hoeft me de wilde verhalen van Fons niet te vertellen, die heb ik zelf meegemaakt’: Naomi Sijmons over haar vader en de muziek
Beeld Guy Kokken

Had je carrière er anders uitgezien als je de Rock Rally had gewonnen?

“Eerlijk: ik was nog niet aan de doorbraak toe. Compact Disk Dummies wonnen toen: zij zijn bijna tien jaar jonger dan ik, maar waren er duidelijk wél klaar voor. Ik vreesde eigenlijk vooral de Humo-commentaar: die sparen niemand. Al vond ik de kritiek van (jub) terecht: de performance stond er, maar de songs waren er gewoon nog niet.”

Op de hoes van Nix stond je naakt en met ongeschoren oksels: een statement dat door iedereen werd begrepen?

“Hier en daar een negatieve reactie à la ‘Artiesten doen tegenwoordig alles om platen te verkopen’, maar daar was ik op voorbereid. Ik heb er alleszins nog geen spijt van gehad.”

Dat was ook een veelgehoorde reactie toen Cardi B en Megan Thee Stallion vorig jaar een wereldhit scoorden met ‘WAP’, kort voor wet ass pussy. Black Sabbath-bassist Geezer Butler, Snoop Dogg en tal van politici noemden het lied verwerpelijk.

“Een dertigjarige vriend zei onlangs: ‘Ik heb moeite met jonge meisjes in weinig verhullende kleren. Ik kan me dan moeilijk concentreren, ze sméken om mijn aandacht.’ Ik dacht toen: ‘Jezus, zijn we daar nog maar?’ Sexy kledij is duidelijk vooral een mannenprobleem. Twerken idem: dat wordt weggezet als vulgair, maar voor de meeste vrouwen is het net empowering. Mijn moeder noemt die nieuwe preutsheid schadelijk en ze heeft me altijd aangemoedigd om mijn vrouwelijkheid in de verf te zetten. Maar dat is niet de boodschap die ik van veel mannen in mijn leven heb gekregen.”

Zit er een verschil in muziek maken met mannen en met vrouwen?

“Ik heb al in drie bands met uitsluitend vrouwen gezeten: nooit miserie mee gehad. Iedereen kent de eigen sterktes, iedereen laat elkaar doen, en kritiek is steeds opbouwend en stimulerend. Maar er zijn mannelijke muzikanten – ik wil geen namen noemen – die weleens over mij heen hebben gewalst. Toegegeven, ik bén niet eenvoudig om mee samen te werken: ik draai twintig rondjes voor ik tot mijn punt kom, sommige mannen zien daardoor hun kans schoon om hun zin door te drijven. Als ik dat voel, blokkeer ik.”

Met Pauline Verminnen, de dochter van Johan Verminnen, maakte je een podcast over vrouw-zijn: Girltrain.

“De genderproblematiek heeft mij altijd beziggehouden, maar vroeger was ik er stil over. Ik begon op mijn 14de op te treden in blueskroegen, niet de veiligste omgeving voor een tienermeisje. Ik werd regelmatig gekleineerd en gereduceerd tot een blond, kwetsbaar ding. Ik wilde daarover spreken, maar was omringd door oudere mannen die daar nauwelijks oor voor hadden. Dus leerde ik zwijgen.

“Bij Girltrain praten we met een twintigtal vrouwen over de uitdagingen die zij hebben moeten overwinnen, en welke lessen ze daaruit hebben getrokken. Ik vond dat zo interessant dat ik nu naar de universiteit wil om te leren over gender en diversiteit.

“Ik vind de vele machoreacties op de huidige feministische golf jammer. ‘Ah, ben je er zo eentje’, hoor ik vaak. Ik word ook weleens voor woke uitgemaakt, alsof dat een belediging is.”

Hoe reageer jij dan?

“Door met die mensen te praten, op caféniveau. In plaats van te polariseren moeten we elkaar in het midden proberen te vinden. Zo kun je een standpunt verzachten en nuanceren. Wanneer je iemand wegzet als gefrustreerde vent of rotte vis, duw je die persoon in de armen van gelijkgezinden die zich ook vervreemd voelen. Zo verklaar ik het bestaan van Schild & Vrienden: jonge gasten die wanhopig op zoek zijn naar een identiteit.

“Verschillende mannen vertelden mij dat ze in een identiteitscrisis zitten omdat ze niet langer weten hoe ze zich horen te gedragen rond vrouwen. Ik vind het nochtans simpel: het is nee totdat het ja is en het is ja totdat het nee is.”

VERSCHROEIEND TEMPO

Je was vóór corona met talloze nevenprojecten in de weer. Hoe heb je je aan de lockdown aangepast?

“Ik had inderdaad een heftige speelperiode achter de rug, dus de opgelegde rust was welkom. Ik heb wel afgezien in de liefde. Mijn vriend woont in Kortrijk en is een risicopatiënt. Ik woon in Gent en werk in de horeca. Het was dus gevaarlijk om af te spreken. We hebben elkaar tien weken niet gezien, waarna we elkaar een paar keer op anderhalve meter afstand hebben gesproken. Pas na drie maanden zonder fysiek contact kregen we eindelijk het fiat van de huisarts. Moeilijk, maar we zijn daar als koppel wel sterker uitgekomen.

“De eerste lockdown kon ik verdragen, maar bij de tweede was ik ontmoedigd. De rekeningen stapelden zich op, shows werden voor de zoveelste keer uitgesteld, iedereen rond mij was aan het zaniken: dan begin je toch eens te twijfelen.”

In 2017 overwoog je om de gitaar aan de haak te hangen.

“Voor die uitleg moeten we eigenlijk al terug naar 2012, toen ik ontdekte dat papa terminaal was. Ik ging hem elke dag verzorgen in het ziekenhuis om nog zoveel mogelijk tijd met hem te kunnen doorbrengen. Toen hij er niet meer was, heb ik me op mijn werk gestort. Ik hield vijf jaar lang een verschroeiend tempo aan, waarbij ik van het ene project naar het andere bijberoep holde. Tot mijn stem ineens wegviel en ik constant ziek was. Alles kostte me energie, ook muziek, waardoor de goesting verdween. De dokter schreef me een maandje rust voor, want ik werkte toen in loondienst als zanglerares. Mijn bazen stuurden meteen de arbeidsgeneesheer op mij af, ter inspectie. Ik was zodanig geschrokken van hun wantrouwen dat ik in tranen ben uitgebarsten. Die man reageerde heel vriendelijk: ‘Ik gelóóf dat jij ziek bent, maak je daarover maar geen zorgen. Misschien moet je wel eens nadenken over je job en je toekomst.’ Ik ben toen in therapie gegaan, waar ik leerde dat ik mijn lichaam jarenlang heb ondermijnd, met een burn-out als gevolg.

“Ik verplicht mezelf nu tot één rustdag per week. Ik adviseer mijn studenten ook om niet te veel van zichzelf te eisen. Ik ken jonge muzikanten die drie concerten per dag spelen. Als hun stem het begeeft, laten ze zich volpompen met cortisone: dat houdt niemand vol.”

Ben je ook nieuwe songs voor Reena Riot aan het schrijven?

“Ik zie me volgend jaar een nieuwe plaat opnemen, om die in 2023 te releasen. Ik heb mijn debuut pas zeven jaar na de Rock Rally-finale uitgebracht, ik laat er nu wéér veel tijd tussen. Ik weet dat mensen dat mottig vinden, maar ik wil een sterke plaat met een rode draad afleveren. Ik kan je wel al iets over de nieuwe Reena Riot verklappen: de titel zal weer uit één woord bestaan.

“Maar nu eerst: spelen. Met Dylan 80. Met Reena Riot. Met de Antwerpse singer-songwriter Fiona Brown en Neil Fraser, gitarist bij Tindersticks. Met Paulien Verminnen en Janne Blommaert op de Gentse Paleisconcerten, waar we de ‘Trio’-plaat van Dolly Parton, Emmylou Harris en Linda Rondstadt integraal brengen. Het is een mooie zomer.”

Heb je zelf al concerttickets gekocht?

“Voor Sonic City in Kortrijk en voor Godspeed You! Black Emperor in Amsterdam volgend jaar. Billy Nomates zou ik ook dolgraag zien, maar voorlopig staat ze enkel op Pukkelpop, en ik heb toch schrik dat zo’n grootschalig festival net iets te snel komt.”

Wat mag de toekomst brengen?

“Ik hoef geen huis te kopen of kinderen te krijgen: dat is mij en mijn vriend niet eigen. Ik ben gelukkig met een leven vol liefde en creativiteit.”

© Humo