Direct naar artikelinhoud
AchtergrondWatersnood

Op deze plek in Vlaanderen is het water twee weken na de overstromingen nog altijd niet verdwenen: ‘Een risico dat we zelf gecreëerd hebben’

De weilanden van landbouwer Dirk Both zijn nog steeds ondergelopen.Beeld © Eric de Mildt

Twee weken na de overstromingen is het water op heel wat akkers in Herk-de-Stad nog niet helemaal verdwenen. Een drama voor landbouwers, zij vechten er om hun levenswerk – bijna letterlijk – boven water te houden. ‘Als die bomen verstikt zijn, dan kan zes jaar inkomen de vuilbak in. Dit is broodroof.’

Nieuwe reeks: watersnood

Overstromingsellende aan de ene kant, verwoestende droogte aan de andere. Wat doet dit land (en ook: wat doet het niet) om met deze nieuwe klimaatrealiteit om te gaan? Vandaag deel 1 van een nieuwe reeks: in Herk-de-Stad is het water nog niet overal weggezakt.

In Herk-de-Stad zijn de problemen nog niet over. Buurgemeente Halen werd vorige weken ook erg getroffen door de watersnood.

“Natuurlijk wist ik dat ik in een gebied kwam wonen waar altijd kans is op overstromingen”, zegt de 33-jarige Celik Yakub vanuit zijn deuropening in Halen. Toen hij anderhalf jaar geleden zijn krabbel onder de verkoopsakte van een huis zette, informeerde hij zich over de kans op overstromingen. Vanaf zijn voordeur kan hij de meanderende Velpe ruiken, en ook de Gete ligt niet veraf. 

Voor overstromingen in Halen hoef je dan ook niet ver terug in de geschiedenis te gaan. In 2010 zette de Velpe er nog enkele wijken blank. En voor iedere inwoner staan de overstromingen van 1998, toen het hele Hageland onderliep, in het geheugen gegrift. Sindsdien moeten nieuwe woningen er minstens 20 centimeter boven het straatpeil gebouwd worden. Maar Yakubs woning, die van voor 1998 dateert, heeft die verhoging niet. “Er werd me gezegd dat bij een eventuele overstroming het water nooit hoger dan enkele centimeters zou komen. Dat blijkt nu toch een ferme onderschatting.” 

Op donderdag 15 juli zag hij omstreeks 18 uur hoe de Velpe buiten haar oevers trad en geleidelijk naar zijn straat stroomde. “Ik wist meteen dat we geen schijn van kans zouden hebben”, zegt Yakub. Nauwelijks een uur later baande het water zich een weg in zijn woning. In allerijl bracht Yakub zijn kinderen via het raam naar buiten en sleurde hij alles wat nog te redden viel naar de bovenverdieping. Pas vijf dagen later trok het water geleidelijk weer weg. “Mijn kinderen heb ik al twee weken niet meer gezien. Het is nu vooral een kwestie om het gelijkvloers weer leefbaar te maken.”

De zware regenval die ons land halverwege juli teisterde, is van een grootteorde die maar eens om de honderd jaar voorkomt. Tot nu toe althans. Wetenschappers waarschuwen al jaren dat de klimaatverandering tot extremere regenbuien en naar langere periodes van droogtes, zal leiden. Een warmere atmosfeer houdt namelijk meer water vast. 

“Het duurt dus langer tot de atmosfeer verzadigd raakt”, vertelt hydroloog Patrick Willems (KU Leuven). “Het leidt tot langere periodes zonder neerslag. Maar als het regent, zijn het intensere buien.” Tegen eind deze eeuw zou er – volgens de meest optimistische scenario’s – 25 procent meer kans op zware regenbuien zijn. Volgens de minder optimistische scenario’s verhoogt het risico op hevige stortbuien zelfs met 50 procent. 

Een tweede klimaatfenomeen versterkt die beweging. Aangezien de Noordpool sneller opwarmt dan onze regionen en het onderlinge temperatuurverschil dus afneemt, gaat de straalstroom, de luchtsnelweg rond onze planeet, meer kronkelen en blijven weerfronten langer hangen. “Tot nu toe was dat vooral in theorie", zegt Willems. “Als je nu ziet wat voor impact dat heeft, dan doet dat allerminst het beste verhopen voor de toekomst.” 

De behoorlijk getroebleerde relatie die Vlaanderen heeft met water maakt ons bovendien extra kwetsbaar. Vroeger waren overstromingen hier een jaarlijkse gebeurtenis: als ‘s winters rivieren uit hun oevers traden, werd het water in de vallei – in zogenaamde broeken of meersen – geborgen. Maar gaandeweg zijn we overal rivieren beginnen insnoeren, om zo ruimte te creëren voor bebouwing en landbouw. Leven met water is verworden tot vechten tegen water, met meterslange dijken als ultieme verdedigingslinie. 

Maar de natuur vecht hevig terug, blijkt steeds vaker. Omdat rivieren op veel plekken niet meer kunnen overlopen, loopt het water bij hevige neerslag veel sneller afwaarts, waardoor je daar sneller monsterdebieten krijgt.  

“Het is een risico dat we zelf gecreëerd hebben", vindt hydroloog Patrick Meire (UAntwerpen). “Als we die rivieren vaker lieten overstromen in plaats van alles in te snoeren, zouden we geen grote problemen hebben.” 

Onze voorliefde voor beton en onze neiging om regenwater zo snel mogelijk via riolen en beken af te voeren, vergroten het risico op overstromingen alleen maar. “Een deel van de overstromingen heeft inderdaad niks te maken met de rivieren”, zegt Meire. “Veel water komt gewoon van riolen die het niet meer kunnen trekken.” 

Dat ruik je, als je vandaag in het eveneens getroffen Herk-de-Stad rondwandelt. In het volgelopen ‘buitenbekken’ in Donk, een deelgemeente van Herk-de-Stad, hoestten de pompen van waterzuiveringsdienst Aquafin tijdens de overstromingen liters rioolwater het water in. “In de jaren ‘80 konden we hier zwemmen. Je zou het nu eens moeten proberen", zucht buurtbewoner Dirk Both (64), terwijl hij naar zijn ondergelopen akkers wijst. De op straat gekerfde krijtlijnen op  geven aan hoe hoog het water kwam: een groot deel van de straat, inclusief alle akkers en lager gelegen woningen, liep onder.

Het Schulensmeer werd in de jaren ‘70 gegraven om aan zandwinning te doen. Om overstromingen beter te kunnen beheersen, werd het halfweg de jaren ‘70 omgevormd tot een wachtbekken, omgeven door dijken. “Het gebied daarrond, al eeuwenlang overstromingsgebied, werd dan voorzien als buitenbekken, maar heel wat onteigeningen zijn daarvoor nooit gerealiseerd”, zegt Piet Rymen, conservator van het natuurgebied. Als het binnenbekken volloopt, laat men het water steeds de weide inlopen richting het buitenbekken. “Alleen grenzen enkele huizen tot pal aan de rand van dat buitenbekken. En de dijken die op sommige plekken rond dat buitenbekken gebouwd zijn, volstaan duidelijk niet.”

In de tuin van Bart Remels (45), de woning die het dichtst tegen het water aanleunt, staat een volle container spullen die nooit meer van iemand zullen zijn. “Ik had net mijn hele benedenverdieping gerenoveerd. Nieuwe keuken geïnstalleerd, alle muren opnieuw geverfd, nieuw parket gelegd. Woensdag was de laatste tegel gelegd. Nauwelijks drie dagen later mocht ik alles weer uitbreken. Het is verschrikkelijk.” In Remels’ halfkale woning is alles tot op een halve meter hoogte door het vervuilde water aangevreten. Sommige zekeringen sneuvelden, de pas gerenoveerde keuken is uitgezet door het vocht. 

“Het ergste is dat dit gebied gespaard van overstromingen zou geweest zijn als ze niet beslist hadden om alles vol te laten lopen”, zegt fruitteler Kristoff Moonen. Op vrijdag had het kolkende water een bres van een tiental meter geslagen in de Demerdijk, op de grens tussen Herk-de-Stad en Lummen. Maar omdat de Gete in Halen tegen zaterdag gevaarlijk hoog kwam te staan, besliste het stadsbestuur van Halen in samenspraak met de Vlaamse Milieumaatschappij en gouverneur Jos Lantmeeters om daarnaast twee kunstmatige dijkbreuken te maken om de Gete te doen zakken. 

Dat lukte, maar dat overtollige water moest natuurlijk ergens heen. Via Moonens fruitbomen – een van de kunstmatige bressen grensde aan zijn perceel – werd het water van de Gete afgeleid richting het wachtbekken in Herk-de-Stad, dat in recordtijd tot ver buiten haar normale niveau overstroomde. Op Moonens terreinen steeg het water tot anderhalve meter. Dat tijdens datzelfde weekend op een andere plek slechts langs één kant een dijk werd verhoogd – de kant van Halen – roept eveneens vragen op. “Zo zie je maar hoever de solidariteit gaat”, zegt Moonen. “Alsof je tijdens de overstromingen even naar het huis van de buren loopt om daar de deur open te zetten.” 

Fruitkweker Kristoff Moonen.Beeld © Eric de Mildt

Volgens Limburgs gouverneur Jos Lantmeeters liet de snel stijgende Gete geen andere keuze. “De Gete steeg tot twee centimeter per uur. Door de dijkbreuken hebben we vijftien uur gewonnen en is de situatie gestabiliseerd.” De gouverneur erkent dat de dijkbreuken geleid hebben tot een overstroming van het buitenbekken. “Maar liever schade aan goederen dan dat er mensen in gevaar komen of gewond geraken. Door snel te handelen hebben we veel erger voorkomen.”

Wat de getroffenen vooral stoort, is dat de beslissing om het water richting het buitenbekken te laten stromen, niet tijdig werd meegedeeld. “Als er op tijd gecommuniceerd werd dat ze dit gebied gingen laten overstromen, dan hadden we nog heel wat spullen kunnen redden”, zegt Bart Remels. “Dan hadden mijn buren nog hun auto kunnen verzetten, en hadden we met z’n allen pompen kunnen voorzien. Nu vielen we uit de lucht. Het was een fiasco, op elk vlak.” 

Alleen: om je eigen inwoners voor een nakende overstroming te waarschuwen, moet je natuurlijk zelf eerst over die informatie beschikken. “Jammer genoeg is dat boven mijn hoofd beslist door het stadsbestuur van Halen en de gouverneur", zegt Bert Moyaers (Vooruit), burgemeester van Herk-de-Stad. “Ik ben pas later die avond op de hoogte gesteld. Voor de getroffenen is het uiteraard een bittere pil, al denk ik wel dat het een gerechtvaardigde beslissing was.”

Twee weken na de overstromingen is het water op heel wat akkers in Herk-de-Stad nog niet helemaal weggezakt. En gezien het water slechts zoetjesaan via greppels en enkele sluizen terugvloeit, zal dat ook nog even duren. Net als in het zwaargetroffen Wallonië stellen ook hier slachtoffers zich vragen bij de nazorg. “Noch de gemeente noch de brandweer heb ik hier nog gezien. Voor iedereen gaat het leven voort, en wij vechten nog steeds tegen het water”, zegt Moonen. Een derde van zijn 5,5 hectare perenplantages is nog steeds ondergelopen. Tot hoog in de perenbomen kleuren de bladeren bruin, de peren zelf zijn een rottig afkooksel van wat voor het eerst sinds drie kurkdroge zomers een mooie oogst had moeten worden.

De oogst van fruitteler Kristoff Moonen is verloren. Hij hoopt nu dat de bomen de waterschade overleven, want dat zou een financiële ramp zijn.Beeld © Eric de Mildt

“Aan de oogst van dit jaar valt niks meer te doen”, zegt Moonen. “Het is vooral te hopen dat de wortels van de bomen niet verstikt zijn. De bomen zijn pas sinds dit jaar volgroeid, want perenbomen hebben zes jaar nodig om te groeien. Als die bomen verstikt zijn, dan kan zes jaar inkomen de vuilbak in. Dit is broodroof.”

Het is een lastige situatie voor het stadsbestuur. De getroffen huizen liggen pal in overstromingsgebied. Maar iemands levenswerk, zoals van fruitteler Kristoff Moonen, neem je niet graag af. “Het is een gebied waar vandaag wellicht geen bouwvergunning zou worden uitgedeeld”, zegt burgemeester Moyaers. “Het is zaak om de huizen die er staan zo goed mogelijk te beschermen. Toch moet ik nog steeds bouwaanvragen voor dat gebied weigeren.” Zo verzet de oppositie zich op dit moment tegen een goedgekeurde bouwvergunning voor ex-schepen Louis Vanuytrecht, die zich aan de rand van het Schulensbroek wil settelen, pal in overstromingsgebied. 

De VMM plant een evaluatie van hoe ze de woningen rond het Schulensmeer beter kunnen beschermen. Voor Bart Remels heeft het al lang genoeg geduurd. “Ik ga zelf een dijk bouwen. Want als ik moet wachten tot de stad, Aquafin of wie dan ook initiatief neemt, dan zit ik hier nog lang.”

Toekomstige maatregelen veranderen natuurlijk niets aan de immense schade bij de landbouwers. “Kijk, ik begrijp dat het belang van enkele individuen ondergeschikt is als je honderd huizen kunt redden”, zegt Moonen. “Maar als je ons gebied bewust laat overstromen, dan moet daar ook een vergoeding voor in de plaats komen.” 

Of die vergoeding er ook komt, is nog maar de vraag. De bredeweersverzekering waar landbouwers meestal een beroep op doen, geldt niet bij overstromingen. En als het rampenfonds tussenkomt, dan volstaat dat veelal niet om de mislukte oogst te dekken. Voor menig landbouwer is het een déjà vu. “Voor de schade na de overstromingen in 1998 kreeg ik 21.000 euro van het rampenfonds”, zegt Dirk Both. “Maar zeven jaar later moest ik dat teruggeven, omdat ze oordeelden dat de overstroming hier door menselijk toedoen was ontstaan.”

Both nam deze keer meteen een deurwaarder aan. Verschillende andere landbouwers nemen juridische stappen. “Het is hier al twintig jaar hetzelfde”, zegt landbouwer Patrick. “Bij elk overstromingsgevaar worden wij opgeofferd. Wij leveren gewoon gratis diensten aan de overheid.” Hij berekende dat de overstromingen hem jaarlijks 35.000 euro kosten. Bij zware overstromingen, zoals in 1998,  2016 of de recente overstromingen stijgt het kostenplaatje al snel tot 100.000 euro. Als er geen vergoeding komt, vreest Patrick dat de familieboerderij na zeven generaties zal ophouden te bestaan. “Mijn kinderen willen voortdoen, maar wat kan ik hen nog achterlaten?”

Morgen in deel 2: door gebrek aan grondwater vertonen steeds meer huizen barsten en scheuren.