Direct naar artikelinhoud
AchtergrondVaccinatie

‘Het idee dat ongevaccineerden kunnen ‘freeriden’ door de immuniteit onder de rest van de bevolking, is van de baan’

Een wachtrij aan het vaccinatiecentrum in Gent.Beeld Wannes Nimmegeers

De kans dat we door vaccinatie de epidemie helemaal kunnen doen uitdoven is van de baan, ‘met dank’ aan de besmettelijkheid van de deltavariant. ‘Er rest ongevaccineerden dus weinig keuze: of zich laten vaccineren, of vroeg of laat sowieso besmet raken.’ 

Meer dan 80 procent van de volwassen bevolking, of 66 procent van de totale bevolking, heeft in België al twee prikken gehad. Maar of die hoge vaccinatiegraad ons ook richting groepsimmuniteit zal loodsen, daar zijn heel wat experts lang niet zo zeker meer van. 

In het Verenigd Koninkrijk - dat qua vaccinatiegraad vergelijkbaar is met België  - zei de Britse wetenschapper Andrew Pollard van de Oxford Vaccine Group in het parlement dat het, door de hogere besmettelijkheid van de deltavariant,  ‘een mythe is’ om groepsimmuniteit te behalen. 

“Het probleem met dit virus is dat het geen mazelen zijn. Als 95 procent van de mensen gevaccineerd is tegen de mazelen, kan het virus zich niet verspreiden”, zegt Pollard. “De deltavariant besmet nog steeds mensen die gevaccineerd zijn. En dus zal iedereen die niet gevaccineerd is vroeg of laat het virus oplopen.”

Ook biostatisticus Tom Wenseleers vreest dat groepsimmuniteit behalen zo goed als onmogelijk wordt. “De originele Wuhan-variant van het virus had een reproductiegetal (het aantal mensen dat één besmet persoon gemiddeld besmet, JL) van 3. Met die variant zou het mogelijk geweest zijn om met de combinatie van vaccins en immuniteit die opgebouwd is door ziekte aan groepsimmuniteit te komen. Maar het reproductiegetal van de deltavariant bedraagt eerder 6,5 tot 7. Als je dan ook nog rekent dat de vaccins in het beste geval voor 85 procent beschermen, dan moet bijna 100 procent van de bevolking gevaccineerd of besmet zijn geweest om de epidemie te doen uitdoven.” 

Begin deze maand waren er nochtans optimistische signalen uit het Verenigd Koninkrijk. De besmettingscijfers zakten er in tien dagen tijd van 46.000 nieuwe gevallen per dag tot 24.000, en uit een steekproef bleek dat 96 procent van de Britse bloeddonoren antistoffen tegen het coronavirus had. Een teken dat de epidemie er aan het uitdoven was, concludeerden enkele experts. “Maar dat was voorbarig”, zegt biostatisticus Geert Molenberghs (KU Leuven/UHasselt). “Om de simpele reden dat bloeddonoren niet representatief zijn voor de hele bevolking. 80 procent van hen had immuniteit door vaccinatie, terwijl dat bij de algemene bevolking niet zo hoog ligt. Of er bij de algemene bevolking meer mensen zijn die antilichamen hebben door ziekte, weten we niet.” Sinds 3 augustus gaan de besmettingscijfers in het Verenigd Koninkrijk inderdaad weer omhoog, net als in Israël. Daar zorgde de pijlsnelle vaccinatiecampagne ervoor dat de incidentie teruggebracht was tot nauwelijks 2 besmettingen per 100.000 inwoners, maar vandaag bedraagt die alweer 400. “Zowel Israël als het VK tonen aan dat een tijdelijke daling dus niet hoeft te betekenen dat de groepsimmuniteit al bereikt is”, zegt Molenberghs. 

Foute strategie

De term ‘groepsimmuniteit’ viel voor het eerst aan het begin van de coronapandemie, toen landen als het Verenigd Koninkrijk of Nederland er aanvankelijk voor leken te kiezen om het virus zijn gang te laten gaan onder de jongere bevolking, om zo snel mogelijk een dijk van immuniteit rondom de kwetsbare bevolking op te werpen. Maar los van het feit dat dat die strategie tot heel wat meer doden en ziekenhuisopnames geleid zou hebben, zorgt de aard van het coronavirus ervoor dat groepsimmuniteit behalen op die manier sowieso mislukt zou zijn. “Wie de mazelen doormaakt, is daar voor de rest van zijn leven vanaf”, zegt Molenberghs. “Daar kun je dus wel tot groepsimmuniteit komen. Maar verkoudheidsvirussen als SARS-Cov-2 circuleren jaar na jaar in onze maatschappij. Daar geraken we niet zomaar vanaf.” 

Het leidt tot de conclusie dat er voor ongevaccineerden altijd een risico op besmetting, en mogelijk ernstige ziekte, zal zijn. “Het idee dat ongevaccineerden kunnen ‘freeriden’ door de immuniteit die onder de rest van de bevolking opgebouwd is, is eigenlijk van de baan”, zegt Wenseleers. “Er rest ongevaccineerden dus weinig keuze buiten zich laten vaccineren, of vroeg of laat sowieso besmet worden.” 

We hebben er dus alle belang bij om een zo hoog mogelijke immuniteit te behalen. “Maar als immuniteit door besmetting en vaccinaties geen volledig beschermende dijk vormen, dan zullen we nog steeds zandzakjes nodig hebben”, zegt Molenberghs. Die zandzakjes kunnen antivirale middelen zijn. Maar ook enkele maatregelen, zoals het dragen van mondmaskers in gesloten ruimtes, zullen volgens Molenberghs nog even aangehouden moeten worden. “Zij die denken dat we op 1 september de knop kunnen omdraaien en alle remmen weer kunnen loslaten, vergissen zich.” 

De combinatie van onze vaccinaties en enkele maatregelen, zoals mondmaskers op het openbaar vervoer, moet ervoor zorgen dat SARS-Cov-2 in ons land op termijn meer gaat lijken op de andere coronavirussen. “Een situatie waarbij corona nog steeds circuleert maar zonder al te veel schade en ziekenhuisopnames, dat lijkt mij een realistischere definitie van groepsimmuniteit”, zegt viroloog Steven Van Gucht (Sciensano). Dankzij onze hoge vaccinatiegraad zouden we daar alleszins sneller dan andere landen moeten geraken, beaamt Molenberghs. “Als er ergens in de wereld landen zijn die in de buurt van groepsimmuniteit gaan komen, dan zit België er zeker bij.”