Van Vlaanderen tot de Ardennen zijn er nog steeds heel weinig toeristen. De sector ziet tot 80 procent minder bezoekers dan in 2019. En de overstromingen maken de situatie in de getroffen gebieden nog erger.
Na de koude douche die 2020 voor de hele sector was, hadden de toeristische steden van ons land al hun hoop op dit jaar gevestigd. Maar in Brugge, Brussel en Durbuy kan dezelfde bittere conclusie worden getrokken: er komen geen buitenlandse toeristen.
Tijdens de eerste vier maanden van 2021 zag België 81,6 procent minder toeristen aankomen dan tijdens dezelfde periode in een gewoon jaar. En het mooie seizoen voorspelt geen verbetering, vreest Dirk De fauw, de burgemeester van Brugge, in een interview met Politico: “In 2019 hadden we 50.000 of zelfs 60.000 bezoekers per dag, in een stadscentrum met slechts 20.000 inwoners. We moesten zelfs manieren vinden om te voorkomen dat Brugge werd overspoeld door toeristen.”
Europese klanten
De belangrijkste oorzaak van dit saaie toeristenseizoen is natuurlijk de pandemie: België blijft verstoken van bezoekers uit Amerika en Azië, die doorgaans in groten getale de mooiste steden van het land bezoeken en grote liefhebbers zijn van chocoladesouvenirs en andere typische producten.
Dit jaar moet België het stellen met toeristen uit Europa, voornamelijk Frankrijk, Duitsland en Nederland. En zelfs zij zijn niet zo talrijk als gewoonlijk om de reis te maken, bang voor de beperkingen die door het coronavirus zijn opgelegd, en niet gerustgesteld door de mogelijke inwerkingtreding van nieuwe regels tijdens hun verblijf. In 2019 boekten de Duitsers, Fransen en Nederlanders samen alleen al in Brugge 3,5 miljoen overnachtingen. Een aantal dat gedeeld werd door drie sinds de komst van corona.
Erger dan een aanval
Voor Peter De Wilde van het Vlaams Agentschap voor Toerisme zal deze situatie zich waarschijnlijk voortzetten: “We verwachten niet meer dezelfde cijfers, zelfs niet tot 2023, en we verwachten niet meer hetzelfde aantal verblijven tot 2025 of 2026. Ter vergelijking: de gevolgen van de terreuraanslagen in 2016 troffen de toeristische sector ook heel hard, maar het jaar daarop waren de cijfers weer als vanouds.”
Peter De Wilde, CEO van Toerisme Vlaanderen, zei dat het herstel nog lang niet zeker was.
Vooral omdat deze zomer het coronaviruseffect wordt gecombineerd met de monsterlijke overstromingen die Europa in juli hebben getroffen. Hier in België waren het de valleien van de Maas en haar zijrivieren die zwaar werden getroffen. Dit zijn de meest toeristische regio’s in Wallonië tijdens de zomer. Durbuy, bijvoorbeeld, werd overspoeld door het water. En hoewel het “kleinste stadje ter wereld” relatief snel werd ontruimd, zal de toeristische infrastructuur pas in september volledig operationeel zijn. De Ardense stad hoopt nu op een mooie herfst om boswandelaars aan te trekken, en op een kerstmarkt die de trend van een rampzalig jaar kan keren.
Van het noorden tot het zuiden van het land overweegt de toeristische sector zich opnieuw te richten op het nationale cliënteel: als de Belg niet kan reizen, zal hij gemakkelijker de steden in zijn eigen land bezoeken. Vorig jaar was het seizoen zelfs “uitzonderlijk” dankzij het nationale toerisme tussen mei en oktober in Durbuy, aldus burgemeester Philippe Bontemps: “Als het weer goed is en als we een kerstmarkt kunnen houden met gegarandeerde sanitaire omstandigheden, kan het seizoen nog gered worden.”
Lees ook:
- Verre reizen? De grenzen blijven gewoon dicht
- Wereldwijd toerisme door coronapandemie twee keer zwaar geraakt
- Toerismeboom in Palermo: “De stad is volwassen geworden, we zijn niet meer bang voor de maffia”
(am)
