Meer dan de helft van de Belgen weet niet hoeveel ze moeten sparen voor hun pensioen: hoe kan je dat berekenen?

Uit een onderzoek van de levensverzekeraar NN bij 4.000 Belgen blijkt dat 55 procent van de ondervraagde landgenoten buist op kennis over financiële pensioenplanning. Zo weet ruim de helft van de Belgen niet hoeveel ze moeten sparen voor hun oude dag.

Waarom is dit belangrijk?

In ons land is het mogelijk om op verschillende wijzen te sparen voor later, zoals het aanvullend pensioen en het individuele pensioensparen. Dergelijke spaarmethodes zijn zeker geen overbodige luxe. Heel wat Belgen maken zich immers zorgen dat het wetttelijke pensioen onvoldoende zal zijn om rond te komen later. Uit het onderzoek van NN blijkt dat slechts een op de vijf Belgen ervan overtuigd is dat de overheid de pensioenen zal kunnen blijven betalen.

Er heerst heel wat onzekerheid bij de Belgen over hun pensioen. Slechts 19 procent vertrouwt erop dat de overheid de pensioenen zal kunnen blijven uitbetalen. Vooral bij de jongste generaties is het vertrouwen zeer laag. Bij 35- tot 49-jarigen daalt het percentage naar 17 procent, bij 18- tot 34-jarigen zelfs naar 14 procent.

“Deze percentages zijn zeer laag. En dat is helaas niet nieuw”, merkt Jan van Autreve, CEO van NN, op. “Duidelijkheid en kennisdeling zijn cruciaal. Maar ook: een realistisch pensioenplan vanuit de overheid waarbij betaalbaarheid en billijkheid voorop staan. Het zal veel politieke durf vragen, maar het is de enige manier om het vertrouwen terug te winnen bij de Belgen en hen toe te laten om zich correct voor te bereiden op de toekomst.”

Onzekerheid over financiële situatie

Die onzekerheid wat het wettelijk pensioen betreft, zorgt er ook voor dat 55 procent van onze landgenoten zich zorgen maakt over zijn financiële situatie tijdens zijn pensioen. In de leeftijdscategorie 35- tot 49-jarigen is het percentage het hoogst (58 procent). Bij vrouwen stijgt het percentage verder tot 60 procent, ten opzichte van 53 procent bij mannen.

“Het besef dat we ons goed moeten voorbereiden voor ons pensioen stijgt naarmate we ouder worden, dat is logisch. Velen onder ons worden er een eerste keer mee geconfronteerd wanneer hun ouders op pensioen gaan. Dan zien we dat onze ouders een bijkomend spaarpotje nodig hebben, boven op hun wettelijk pensioen”, aldus Bart Chiau, Senior Expert bij NN en professor aan de faculteit economie van de UGent.

Uit het onderzoek blijkt ook dat slechts 15 procent van de Belgen aangeeft voldoende kennis te hebben inzake pensioenplanning. 55 procent buist zichzelf voor deze materie. Dat maakt dat maar weinig Belgen kunnen inschatten wat voor een pensioenspaarpot ze moeten aanleggen. 54 procent van de niet-gepensioneerde Belgen geeft aan dat het niet duidelijk is hoeveel geld ze bijeen moeten sparen voor hun pensioen.

Bereken hoeveel je moet sparen

Volgens Chiau is het belangrijk om je goed voor te bereiden op je pensioen. “De voorbereidingen moeten zo vroeg mogelijk starten”, klinkt het. “Wie pas aan zijn 50 jaar wakker schiet en start met plannen, heeft een trein gemist en loopt ook het effect van kapitalisatie mis. Hoe en hoeveel je moet sparen doorheen je leven en voor je pensioen zou je eigenlijk al op school moeten leren.”

NN geeft mee hoe je kan berekenen hoeveel je moet sparen voor later:

  • Bereken hoeveel geld je maandelijks nodig hebt. Neem hierin zo veel mogelijk uitgaven op (je huur/afbetaling/vrijetijdsbesteding/voeding, …)
  • Ga op mypension.be te rade hoeveel wettelijk pensioen je maandelijks zal krijgen.
  • Trek je wettelijk pensioen af van je maandelijkse budget, dan weet je hoeveel je maandelijks ongeveer zelf zal moeten bijleggen.
  • Bereken hoeveel jaar je in pensionering zal vertoeven. Ga uit van een start op 67 jaar en een gemiddelde levensverwachting van 85 à 90 jaar. Dat wil zeggen dat je 18 à 23 jaar moet overbruggen.
  • De totale som die je moet bijeen sparen is dus: 12 x 23 x het bedrag dat je maandelijks moet bijleggen boven op je wettelijk pensioen.

Wat kan je doen om zelf een pensioenspaarpotje aan te leggen?

De meest gekende optie om zelf te sparen voor later is het individuele pensioensparen. In ons land word je fiscaal aangemoedigd om te sparen voor je pensioen. Wie via de derde pensioenpijler een spaarpotje aanlegt, geniet van een fiscaal voordeel tussen 25 of 30 procent, afhankelijk van het maximale spaarbedrag. Wie in 2021 maximaal 990 euro spaart, kan 30 procent van de inlagen fiscaal aftrekken. Wie tussen de 990 en 1.270 euro spaart, krijgt een belastingvermindering van 25 procent. Het tweede systeem is op fiscaal vlak pas interessant zodra je jaarlijks minstens 1.200 euro opzijzet.

Ook is het mogelijk om via de werkgever, via de zogenaamde tweede pensioenpijler, te sparen voor later. Een analyse van de vzw Sigidis toonde recent aan dat meer dan een op de drie Belgen geen pensioen opbouwt via de werkgever. Indien je werkgever die optie niet aanbiedt, is het (sinds 1 april 2019) mogelijk om zelf een stukje loon opzij te zetten voor later. “Ons onderzoek toont weliswaar aan dat de tweede (aanvullend pensioen) en derde pensioenpijler (het individuele pensioensparen) slechts in beperkte mate de zorgen verlicht”, aldus NN.

NN merkt dat de zekerheid over de toekomst toeneemt als de mensen over een stevige kapitaalbuffer beschikken. Uit het onderzoek van de verzekeraar blijkt dat slechts 34 procent van de mensen met een kapitaalbuffer om twaalf maanden te overbruggen zich zorgen maakt over zijn pensioen. Dat zijn 21 procentpunten minder dan de gemiddeld Belg.

Ook wie een extra eigendom heeft, maakt zich minder zorgen over zijn financiële situatie later. Slechts 33 procent van die mensen maakt zich zorgen over zijn pensioen.

(am)

Lees ook:

Meer