Direct naar artikelinhoud
AchtergrondNoodweer

Na het debacle, de lessen: rampbestrijding moet beter

Minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden (CD&V).Beeld Photo News

Zes weken later heeft het parlement voor het eerst gedebatteerd over de watersnood in ons land. Alle partijen zijn het eens: de hulpverlening is niet goed verlopen. Nu is de vraag: waarom, en wat moet er dan anders?

Volgens minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden (CD&V) ging het om een “uitzonderlijke natuurramp” waarbij op verschillende plaatsen in de provincie Luik een hoeveelheid regen viel die normaal maar een keer per 200 jaar valt. “Dat was ongezien.”

Begin juli werd België getroffen door extreem zware regenbuien, die vooral in de provincies Luik, Namen en Luxemburg veel schade aanrichtten. In gemeenten als Pepinster, Trooz en Chaudfontaine stond het water vaak metershoog in de huizen en moesten mensen in allerijl gered worden. Bij de ramp vielen 33 doden. Eén persoon blijft tot op vandaag vermist.

De afgelopen weken was er kritiek op de hulpverlening voor, tijdens en na de watersnood. Die kwam (veel) te traag op gang en werd na de regenbuien (veel) te snel afgebouwd, volgens lokale burgemeesters en getroffen inwoners. Er wordt daarbij ook regelmatig verwezen naar de rol van de federale overheid. Die had zich veel meer moeten laten gelden op het terrein.

Gouverneurs

Minister Verlinden verdedigde de federale aanpak. Ze benadrukte dat de Waalse gouverneurs haar de eerste dag van de watersnood, op woensdag 14 juli, meerdere keren verzekerden dat ze de toestand onder controle hadden en dat een ‘federale fase’ niet noodzakelijk was. Bij de federale fase neemt dit niveau de coördinatie over. “De gouverneurs vonden dat de communicatielijnen zo kort mogelijk moesten zijn en dat zij het beste zicht hadden op het terrein.”

Een dag later, op donderdagmiddag 15 juli, werd uiteindelijk toch de federale fase afgekondigd.  “Gezien de omvang van de ramp, het erg slechte weer en de eerste inschattingen rond overlijdens en materiële schade”, zegt Verlinden. Ook het einde van de federale fase, op maandag 26 juli, kwam er in overleg met de gouverneurs.

Rond de Pont Walrand in Pepinster, een van de zwaarst getroffen stukken van de stad, is nog nauwelijks iets veranderd.Beeld © Eric de Mildt

Volgens minister Verlinden deden de Belgische hulpdiensten (de politie, brandweer, civiele bescherming en het leger) hun uiterste best in moeilijke omstandigheden. Maar ze kon niet om het feit heen dat de hulpdiensten, zeker qua personeel, op hun tandvlees zitten door een jarenlange besparingspolitiek. “Uiteraard zullen we lessen trekken uit deze ramp. Een van de belangrijkste vragen is welk beschermingsniveau we willen tegen rampen en welke middelen we daartegenover zetten. En dan stelt zich bijvoorbeeld de vraag over de invulling van het personeelskader van de civiele bescherming. Veiligheid is belangrijk. We moeten keuzes maken.”

In de vorige regeerperiode werd de civiele bescherming hervormd door toenmalig minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA). Het aantal kazernes werd teruggebracht van zes naar twee. Alvast de PS wil deze hervorming zo snel mogelijk terugdraaien. “We willen dat u dit snel beslist”, aldus PS’er Eric Thiébaut. Verlinden heeft een studie besteld over de staat van paraatheid van de civiele bescherming.

Containerdorpen

Oppositiepartij N-VA, die net zoals PVDA een federale onderzoekscommissie vraagt naar de watersnood, drukte er vooral op dat de getroffen inwoners in Luik meer hulp nodig hebben met de winter in aantocht. “Deze mensen hebben geen perspectief. In Duitsland (dat ook zwaar getroffen werd, JVH) bouwt men nu al containerdorpen. Waarom kan dat hier niet?”, vroeg N-VA’ster Yngvild Ingels. “Mensen die zonder verwarming zitten, moeders die hun kinderen niet kunnen wassen, dat kan niet. We zijn toch geen ontwikkelingsland?”

Verlinden erkende dat de toestand op het terrein penibel blijft. Zo worden nog dagelijks 8.000 maaltijden verdeeld. Dit hulpprogramma wordt verlengd tot na 15 september. Wat betreft de opvang, daarvoor verwees Verlinden naar Wallonië. “Infrastructuur, huisvesting en afval zijn regionale bevoegdheden. De federale ondersteuningscel volgt dit wel mee op. We moeten samen er alles aan doen om mensen een leefbaar leven te geven. Dat is essentieel.”

In het Waals Parlement start donderdag een onderzoekscommissie. De commissie, voorgezeten door socialist Jean-Claude Marcourt, zal elke vrijdag samenkomen.