Direct naar artikelinhoud
AchtergrondVlaams subsidiebeleid

Is Vlaanderen subsidieziek? ‘Haast niemand weet nog waar het geld naartoe vloeit’

Is Vlaanderen subsidieziek? ‘Haast niemand weet nog waar het geld naartoe vloeit’
Beeld Jeroen Los

Terwijl de fraude van Sihame El Kaouakibi problemen met het subsidiesysteem aangetoond heeft, blijven er honderden miljoenen uit de subsidiekraan stromen. Zelfs als de drie miljard euro coronasteun niet meegerekend wordt, deelt de Vlaamse regering dit jaar een recordbedrag uit. Multinationals krijgen miljoenen op de rekening gestort, subsidiologen maken aanvragers wegwijs in het doolhof aan subsidies, en zelfstandigen kunnen met steun van de overheid fitnesstraject van Lesley-Ann Poppe volgen. Hoelang is dat systeem houdbaar? En ziet de overheid ooit het geld terug van fraudeurs?

Vlaanderen is meer dan ooit een subsidieland: de Vlaamse regering deelt dit jaar voor 13,3 miljard euro aan subsidies uit, of 3.000 euro per belastingplichtige Vlaming. Het gaat om bijna een derde van de begroting. De grootste slokoppen, blijkt uit de berekeningen van het kabinet van minister van Begroting Matthias Diependaele (N-VA), zijn de steden en gemeenten (3,8 miljard euro), en de departementen Werk en Sociale Economie (2,7 miljard euro), Welzijn, Volksgezondheid en Gezin (2,2 miljard euro) en Onderwijs en Vorming (1,4 miljard euro). Naar Cultuur, Jeugd, Sport en Media gaat 518 miljoen euro.

Het gaat hier om subsidies in brede zin: veel miljarden vloeien naar het onderwijs of dienen om gemeentelijke basistaken te betalen. Maar de Vlaamse regering keerde vorig jaar ook 402 miljoen euro rechtstreekse bedrijfssubsidies uit, 100 miljoen meer dan in 2016 en een absoluut record. Daarbovenop werd voor 3 miljard euro aan coronasteunmaatregelen uitbetaald. Maurits Vande Reyde, Vlaams Parlementslid voor meerderheidspartij Open Vld, houdt de Vlaamse subsidiepolitiek nauwlettend in de gaten.

Is Vlaanderen subsidieziek? ‘Haast niemand weet nog waar het geld naartoe vloeit’
Beeld Jeroen Los

Is het gulle Vlaamse subsidiebeleid gerechtvaardigd?

Maurits Vande Reyde: “Ik vind van niet. Het is vooral een doolhof, en voorts denken we veel te weinig na over de effecten van al die subsidies. En als er al onderzoek wordt gedaan naar die geldstromen, worden de rapporten vaak aan de kant geschoven.”

Dit jaar gaat er voor 2,7 miljard euro aan subsidies naar het departement Werk en Sociale Economie. Waar dient dat geld voor?

Vande Reyde: “De grootste hap, bijna 1,5 miljard euro, gaat naar de dienstencheques – dat is 3 procent van de Vlaamse begroting. Het systeem van de dienstencheques helpt om zwartwerk tegen te gaan, maar het is véél te duur.”

Worden hier meer subsidies uitgedeeld dan in andere landen?

Ivan Van De Cloot: (hoofdeconoom denktank Itinera) “Ja. In Nederland en Duitsland zijn de subsidie-uitgaven de voorbije jaren stabiel gebleven: daar gaat het om ongeveer 1 procent van het bbp. In ons land is dat percentage gestegen van 1,8 procent in 2004 tot 3,4 procent nu. Er wordt graag met de vinger naar Wallonië en Brussel gewezen, maar Vlaanderen hoeft niet onder te doen: in vijf jaar tijd zijn de subsidies voor ondernemen en innovatie verdubbeld. We zijn subsidieziek geworden.”

Vande Reyde: “Dit vind ik een sprekend voorbeeld: wie dieren heeft die het slachtoffer kunnen worden van wolven, kan een omheining laten plaatsen op kosten van de Vlaamse overheid. Die subsidie is in het leven geroepen nadat er in het dorp van een parlementslid twee aanvallen kort na elkaar hadden plaatsgevonden – een wolf had telkens een paar schapen of kippen doodgebeten. Het parlementslid vond dat de overheid tussenbeide moest komen, en zo geschiedde: de eigenaars kregen eerst een vergoeding voor de doodgebeten dieren, en daarna werd 30 procent van de kosten voor een omheining terugbetaald. Niet veel later konden professionele veehouders het héle bedrag terugbetaald krijgen. Toen konden de hobbyhouders niet achterblijven: zij kregen tot 90 procent subsidies. Nu kun je zelfs subsidies krijgen als je je lama’s, alpaca’s en paarden wilt beschermen, dieren die een wolf nooit zou aanvallen. In 2018 werd voor 3.000 euro aan subsidies toegekend, dit jaar zitten we al aan 150.000 euro – vijftig keer méér. En het absurde is: niemand weet of dat wel de beste manier is om je dieren tegen wolven te beschermen. Maar elk jaar wordt die subsidie opnieuw uitgebreid.”

“Zo zijn er duizenden voorbeelden. De overheid heeft de neiging een probleem op te lossen met subsidies. Die worden zo goed als nooit geëvalueerd en dus nooit afgeschaft.”

En evenmin terugbetaald. De organisatie achter Pukkelpop boekte deze zomer artiesten en begon zelfs met de opbouw van het festival, maar de onzekerheid over de veiligheid woog te zwaar door en alles werd afgeblazen. De Vlaamse subsidies mag Pukkelpop houden. Hetzelfde geldt voor Tomorrowland.

Vande Reyde: (knikt) “In deze rare zomer moesten en zouden de festivals een belangrijke rol spelen. Er lag meteen 60 miljoen euro klaar voor de organisatoren, zonder dat duidelijk was hoe dat geld zou doorstromen naar de ondernemingen en zelfstandigen in de eventsector. Wat als er misbruik vastgesteld zou worden? Of als een event toch niet zou doorgaan, zoals Pukkelpop? Je kunt toch niet maandenlang stoer in de media verkondigen dat de veiligheidsrisico’s niet voor jou gelden, en dan je festival annuleren op kosten van de belastingbetaler?”

Hoe is de Vlaamse subsidieziekte ontstaan?

Van De Cloot: “Het is eerst en vooral een politiek probleem. De ministers in deze en vorige Vlaamse regeringen gebruiken belastinggeld niet om een accuraat beleid te voeren, maar om hun populariteit een boost te geven. Bijna elke dag kondigt één of andere politicus wel subsidies aan in de media. Die kunnen inderdaad een belangrijk beleidsinstrument zijn, maar we hebben de limieten bereikt van wat de overheid kan uitgeven. In heel wat internationale ranglijsten zakken we ettelijke plaatsen – onze economie is minder competitief, de kwaliteit van het onderwijs daalt, enzovoort. Binnenkort komt daar de pensioencrisis bij. De vergrijzing zal enorm veel geld kosten, terwijl de belastingdruk al zo hoog is. Ministers kunnen dan niet subsidies blijven uitdelen om zich populair te maken.”

“De subsidieziekte is niet alleen een politiek probleem: te veel burgers en organisaties knijpen er een oogje voor dicht. We laten het gebeuren omdat we straks zelf ook aan de beurt komen – ons bedrijf of onze toneelvereniging krijgt subsidies, of we krijgen een toelage voor onze zonnepanelen.”

Sommige lokale besturen nemen subsidiehunters aan om bij alle mogelijke instanties premies te zoeken en aan te vragen. Of ze kunnen met het softwarepakket ‘Subsidiemanager’ het subsidielandschap scannen op zoek naar relevante premies. De ontwerper werkt samen met experts en zogenaamde subsidiologen, die alle mogelijke subsidies, procedures, voorwaarden en timings oplijsten. ‘Subsidiemanager’ geeft voor elke subsidieaanvraag zelfs een score op vijf over de werklast.

Ondernemingen kunnen een beroep doen op externe subsidie-experts. Uit onderzoek van adviesbureau Idea Consult bleek dat bijna 75 procent van de ondernemingen die Vlaamse steun vroegen, begeleiding kreeg van consultants die gespecialiseerd zijn in subsidiedossiers.

Van De Cloot: “De adviesindustrie is de laatste jaren enorm gegroeid. Dat is een verborgen maatschappelijke kostprijs: de belastingbetaler moet niet alleen opdraaien voor de subsidies, maar indirect ook voor de vergoedingen van die consultants. Het gekke is bovendien dat organisaties er erg veel tijd en energie in steken om overheidssteun te krijgen: het kost ze soms meer dan ze kunnen ontvangen.”

”Als je ook rekening houdt met de administratieve rompslomp en het logge vergunningenbeleid, ziet het Vlaamse plaatje er niet zo fraai uit. Wat we zelf doen, doen we zogezegd beter, maar door de regelneverij en subsidiechaos zakt Vlaanderen dieper weg in het moeras dan België.”

Ivan Van de Cloot: ‘In hoeverre verschilt geld uitdelen van stemmen kopen? Dat is een dunne grens.’Beeld Pieter-Jan Vanstockstraeten / Photo News

JUST PAY IT

In het Limburgse Ham ligt een distributiecentrum van de kledinggigant Nike. Begin juli raakte bekend dat de multinational 2 miljoen euro transformatiesteun krijgt van de Vlaamse overheid. Het bedrijf wil dat geld in Ham gebruiken voor spitstechnologie om bestellingen samen te voegen. Meteen rees de vraag of een multinational die goed heeft geboerd in de coronacrisis, die miljoenen wel nodig heeft. In het afgelopen boekjaar haalde Nike een omzet van bijna 40 miljard euro, 19 procent meer dan een jaar eerder.

Het Agentschap Innoveren en Ondernemen deelt jaarlijks honderden miljoenen uit aan kmo’s, zelfstandigen en grote bedrijven. In 2020 kreeg staalreus ArcelorMittal 2 miljoen euro, de interieurzaak Alucan 1 miljoen euro, en farmagiganten Moderna en Janssen ontvingen respectievelijk 650.000 en 1 miljoen euro. Soms zit de coronacrisis er voor iets tussen – Eurofilters uit Pelt kreeg 2,4 miljoen euro om een grondstof voor mondmaskers te produceren, ventilatiespecialist Renson kreeg 2 miljoen euro – maar soms ook niet.

Alleen al de transformatiesteun bedraagt elk jaar 30 à 40 miljoen euro, en dat geld gaat doorgaans niet naar kleine bedrijven.

Hilde Crevits: (Vlaams minister van Economie, CD&V) “Meer dan de helft gaat naar kleine en middelgrote bedrijven. We steunen daarmee ingrijpende projecten die de toekomst van bedrijven helpen bepalen. Het is een stimulans om investeringen te doen die een duidelijke meerwaarde hebben voor de economie en de tewerkstelling in Vlaanderen. Een groot bedrijf kan immers ook beslissen om de investering in het buitenland te doen, en dat willen we absoluut vermijden.”

Maar sommige bedrijven kunnen dat toch zelf betalen? Nike investeerde 142 miljoen euro in de transformatie van het centrum in Ham. Waarom moet de belastingbetaler dan nog 2 miljoen euro ophoesten?

Crevits: “Door die steun zijn vijfhonderd extra jobs gecreëerd. Die zijn niet naar het buitenland gegaan. Door de uitbreiding van Nike hebben we het verlies van Ford Genk in Limburg kunnen opvangen. Vergeet niet dat een bedrijf als Nike wereldwijd actief is. We hebben zulke sterke bedrijven nodig om te kunnen exporteren en concurreren, om onze welvaart en werkgelegenheid hier veilig te stellen. Nike stelt vijfduizend mensen tewerk in Vlaanderen.”

“Een studie van Idea Consult lijkt dat te bevestigen. Bedrijven zeggen dat ze door de steun extra mensen konden aanwerven en een grotere omzet konden draaien.”

Van De Cloot: “Idea Consult vroeg de bedrijven of ze tevreden waren met het geld dat ze hadden gekregen. Het is naïef om op zo’n vraag een negatief antwoord te verwachten. 92 procent van de ondernemers zou die investeringen sowieso gedaan hebben volgens een recente enquête van consultingbureau Ernst & Young. De overheid steunt dus bedrijven bij dingen die ze hoe dan ook zouden doen.”

“Het Rekenhof is een paar jaar geleden tot dezelfde vaststelling gekomen: 32 procent van de ecologische investeringen zouden ook zonder premies gedaan zijn. En in iets meer dan de helft van de geweigerde dossiers, 57 procent om precies te zijn, hebben de bedrijfsleiders dan maar zonder premie geïnvesteerd. Het lijkt me verstandiger om al die overheidsuitgaven eens te evalueren.”

Vorig jaar ging 16 procent van alle bedrijfssteun naar slechts 25 ondernemingen. En voor innovatiesteun ging de voorbije vijf jaar bijna een kwart van het geld naar de top 25 van de bedrijven. De kracht van lobbyen?

Crevits: “Het gaat helemaal niet om lobbyen. Wie al veel projecten doet, is vaak beter geïnformeerd en sneller op de hoogte van de steunmaatregelen.”

Vande Reyde: “Je kunt ook niet zeggen dat een bedrijf als Nike al veel winst maakt en dus geen steun mag krijgen. Het probleem is vooral dat veel beslissingen op een weinig transparante manier worden genomen. Dat gebeurt in de Vlaamse regering en bij de administratie, zoals bij Participatiemaatschappij Vlaanderen (PMV). Bedrijven moeten wel aan bepaalde criteria voldoen, maar hoe de middelen worden toegewezen is onduidelijk.”

”Nu, ook in andere landen krijgen bedrijven die veel werkgelegenheid verschaffen een steuntje in de rug. Maar omdat de procedures niet transparant zijn, hebben de lobbyisten vrij spel. In feite kent de Vlaamse overheid de transformatiesteun willekeurig toe, bijvoorbeeld wanneer ze denkt dat een bedrijf niet naar het buitenland mag vertrekken, of als compensatie voor steun aan een overheidsbedrijf.”

DPG Media en Mediahuis hebben de voorbije jaren elk 1 miljoen euro transformatiesteun gekregen. Is dat dan een compensatie voor de overheidssteun aan de VRT?

Vande Reyde: “Bijvoorbeeld, ja. Er is ook 35 miljoen euro naar de mediasector gegaan onder de ‘relance’-noemer. Ik heb de indruk dat de befaamde pax media in de praktijk vooral betekent dat iedereen in de mediasector tevreden is, zolang de belastingbetaler maar voor elk mediabedrijf subsidies dokt. Maar eigenlijk moet de transformatiesteun dienen om economische projecten te versnellen en zo meer werkgelegenheid op te leveren.”

U bent, als parlementslid van de meerderheid, wel kritisch voor de regering.

Vande Reyde: “Dat wordt me niet altijd in dank afgenomen – ik krijg weleens een telefoontje van een misnoegde minister na een gedetailleerde parlementaire vraag. Maar ik vind dat één van de belangrijkste taken van een parlementslid. Ik moet erop toezien dat het geld naar de kerntaken van de regering gaat, zoals het wegwerken van de wachtlijsten in de zorg. Dan moet je de problemen durven te benoemen. Minister van Begroting Matthias Diependaele zit overigens op dezelfde lijn, maar ik wacht op concrete resultaten: de spendeerdrift is nog niet gestopt.”

”De willekeur kan trouwens tot misbruiken leiden. De noodlijdende modegroep FNG (van ketens als Brantano en CKS, red.) is bedolven onder de subsidies. Wel, de vorige voorzitter van de raad van bestuur van FNG is ook investeringsdirecteur bij de Participatiemaatschappij Vlaanderen. Zelfs toen FNG bijna failliet was en het gesjoemel aan het licht was gekomen, kreeg de groep nog subsidies. Gebeurt dat vaker? We weten het niet, want PMV investeert jaarlijks een half miljard euro in 1.200 bedrijven.”

Van De Cloot: “Waar houdt de overheid zich dan eigenlijk mee bezig? Ze heeft één bedrijf uit de modesector zwaar gesubsidieerd. Dat verstoort de markt compleet. Concurrenten zoals JBC ervaren het beleid als totaal van de pot gerukt. En terecht.”

“Het wordt nog erger wanneer de overheid zelf de concurrentie met bedrijven aangaat. In Kortrijk helpt een met belastinggeld betaalde tuincoach de inwoners bij de aanleg van hun tuin. Blijkbaar zijn we vergeten dat er ook tuinarchitecten en tuiniers bestaan.”

Maurits Vande Reyde: ‘De werknemers- en werkgeversorganisaties hebben 80 miljoen euro coronasteun gekregen. Ze zullen wel extra werk gehad hebben omdat ze hun leden moesten informeren over technische werkloosheid, maar 80 miljoen? Wie hebben ze aangenomen, Lionel Messi?’Beeld Nicolas Maeterlinck / BELGA

STEVIGER BILLEN

Ook kmo’s kunnen op subsidies rekenen. De Vlaamse overheid betaalt bijvoorbeeld mee voor allerlei opleidingen voor werknemers. Tot enkele jaren geleden kon je een opleiding in hypnose, astrologie of handoplegging terugbetaald krijgen, of op kosten van de belastingbetaler helikopterlessen nemen. Een hele reeks opleidingen staan inmiddels op een zwarte lijst, maar er is nog keuze zat. Een zelfstandige kan zelfs het fitnesstraject ‘Colombian Butt Lift’ van Lesley-Ann Poppe volgen, dat de ondernemer steviger billen belooft. De kwaliteit van de opleidingen wordt nagenoeg niet gecontroleerd.

Hebt u de cursus van Lesley-Ann Poppe al gevolgd, minister Crevits?

Crevits: “Neen. Die opleiding staat inderdaad op de lijst, maar er werd aan geen enkele kmo steun toegekend om die opleiding te volgen.”

Uw voorganger Philippe Muyters (N-VA) was daar tien jaar lang voor bevoegd. Heeft hij te lang laten betijen?

Crevits: “In 2016 heeft hij een aantal aanpassingen doorgevoerd, zodat ondernemers makkelijker een advies of opleidingen konden inkopen. Maar de kmo-portefeuille is het slachtoffer van zijn eigen succes geworden. Steeds meer dienstverleners en kmo’s vonden de weg ernaartoe. De kosten stegen, en toen ik aantrad, werd snel duidelijk dat niet alle opleidingen een meerwaarde hadden. De opleiding moet een onderneming vooruithelpen, niet de looks van zelfstandigen verbeteren of hun vrije tijd vullen. Daarom is er een zwarte lijst opgesteld, die onlangs nog is uitgebreid.”

Wat mag op de lijst blijven staan?

Crevits: “Ik wil inzetten op diensten die het verschil kunnen maken voor de ontwikkeling van een bedrijf, en focussen op digitalisering en duurzaamheid. Denk aan opleidingen duurzaam en circulair bouwen voor een zelfstandige aannemer, of infosessies over cybersecurity, zodat kmo’s zich beter kunnen beschermen tegen digitale aanvallen.”

En wat met acupunctuur of homeopathie?

Crevits: “Het gaat niet over behandelingen voor ondernemers, maar over opleidingen voor ondernemers om die behandelingen aan te leren. De zelfstandige betaalt nog steeds het grootste deel en kan dus zelf wel uitmaken of een opleiding nuttig is. Daarnaast zal ik ook een kwaliteitskamer met deskundigen en afgevaardigden van ondernemersorganisaties in het leven roepen, die het aanbod aan opleidingen moet screenen en ingrijpen als dat nodig is.”

Zullen de rechtstreekse bedrijfssubsidies verminderen? De strategische transformatiesteun neemt jaar na jaar af.

Crevits: “Ja, de regering heeft ervoor gekozen om de economische subsidies af te bouwen, en in plaats daarvan onderzoek en ontwikkeling bij onze bedrijven te ondersteunen. De criteria om subsidies te krijgen zullen steeds strenger worden.”

In coronatijden leek het overheidsbudget nochtans wel oneindig.

Vande Reyde: “Ik maak me daar grote zorgen over. Tijdens de pandemie zijn de Vlaamse uitgaven ontspoord: er is 3 miljard euro extra uitgegeven.”

Zo konden veel Vlamingen wel het hoofd boven water houden. Bovendien kan het Vlaamse relanceplan de economie weer zuurstof geven.

Vande Reyde: “Dat is zeker zo, maar het grote probleem met de coronasubsidies is dat we niet weten waar die precies naartoe zijn gegaan. In het Verenigd Koninkrijk is er ophef ontstaan omdat er miljarden verkwanseld blijken te zijn. Dat moeten we ook bij ons onderzoeken. Ik heb alle facturen van de corona-uitgaven bij de ministers opgevraagd: hoeveel is er precies besteed, en waarvoor? Minister Diependaele heeft me geantwoord namens de regering: die facturen mag ik niet zien om privacyredenen. Het gaat nochtans om belastinggeld. Dit is te gek voor woorden.”

Waar hangt volgens u een geurtje aan?

Vande Reyde: “De Lijn heeft voor 100 miljoen euro coronasteun gekregen. Dat is wel érg veel. Wat is daarmee gebeurd? De aardappel- en sierteeltsector kregen 40 miljoen euro subsidies. Die sectoren zijn doorgaans sterk in lobbywerk. Of er een geurtje aan hangt, weet ik niet, maar de transparantie is zoek.”

“Nog een voorbeeld: de werknemers- en werkgeversorganisaties, zoals Unizo, Voka en de vakbonden, hebben 80 miljoen euro gekregen. Ze zullen misschien extra werk gehad hebben omdat ze hun leden moesten informeren over technische werkloosheid en zo, maar 80 miljoen? Wie hebben ze daarvoor aangenomen, Lionel Messi?”

Van De Cloot: “Ik vond het ook opmerkelijk dat er zulke hoge bedragen naar de middenveldorganisaties vloeiden. In hoeverre verschilt geld uitdelen van stemmen kopen? Dat is een dunne grens. Hoe hebben de belangenorganisaties het geld besteed? Is de economie versterkt? Die analyse wordt niet eens gemaakt. Er wordt geld uitgedeeld en dat is dan dat.”

Minister van Werk en Economie Hilde Crevits: ‘De gesubsidieerde opleiding moet een onder­neming vooruit­helpen, niet de looks van zelf­standigen verbeteren of hun vrije tijd vullen. Daarom is er een zwarte lijst opgesteld.’Beeld Nicolas Maeterlinck / BELGA

SPOOKBEDRIJVEN

Minister Matthias Diependaele zegt ons de communicatie van parlementslid Maurits Vande Reyde te ‘betreuren’, en hij belooft dat er binnenkort meer info over de facturen wordt gegeven. Maar over de coronasubsidies is het laatste woord beslist nog niet gezegd. Bedrijven die de deuren moesten sluiten tijdens de pandemie, konden bij de Vlaamse overheid een hinderpremie van 4.000 euro aanvragen. Er werden meer dan honderdduizend aanvragen ingediend. Een kwart werd meteen afgewezen omdat het bedrijf niet in aanmerking kwam voor de steun. Het Vlaams Agentschap Innoveren en Ondernemen, dat de hinderpremies moest toekennen, had bij nog eens tienduizend dossiers een vermoeden van fraude.

Cijfers van data-analist Graydon onthulden de werkwijze van sommige fraudeurs, zo schreef de krant De Tijd in mei. Minstens 44.000 bedrijven gaven vorig jaar een nieuwe NACE-code op, de officiële Europese code die de activiteit van een onderneming omschrijft, om extra premies te kunnen binnenrijven. Zo’n 6.000 daarvan zouden spookbedrijven zijn, schat Graydon. De data-analist vermoedt dat liefst 10 tot 15 procent van alle coronasteun bij fraudeurs is terechtgekomen, bij bedrijven die hoe dan ook failliet zouden gaan, of bij het misdaadmilieu.

Zo moet Selahattin Özer, boekhouder en voormalig schepen in Heusden-Zolder, zich voor de Brusselse rechtbank verantwoorden voor grootschalige subsidiefraude tijdens de pandemie. Het parket verdenkt hem ervan op naam van 37 spookvennootschappen onterecht steun aangevraagd te hebben. Sommige ondernemingen stonden op naam van Özer zelf, maar de meeste op die van stromannen, zoals familieleden of buren. De Vlaamse overheid stortte meer dan 300.000 euro op de rekeningen van Özer en zijn vennootschappen. Maar de boekhouder gebruikte telkens hetzelfde e-mailadres voor de premieaanvragen en liep tegen de lamp.

Het is de overheid menens met de controle: er zijn al tien tijdelijke inspecteurs aangeworven, en er komen er nog zestien bij. Er werden ook al 160 fraudedossiers overgemaakt aan de politie. Toch is het niet zeker dat de overheid dat geld zal terugzien, ook al kan het Agentschap Innoveren en Ondernemen zonder rechtszaken hinderpremies terugvorderen, omdat ondernemingen bijvoorbeeld niet in aanmerking kwamen voor de premies. Er is al 74 miljoen euro teruggevorderd van achtduizend bedrijven, maar daar is nog maar 36 miljoen van terugbetaald.

Ook vóór corona werd al geregeld onterecht bedrijfssteun toegekend, maar vaak wacht de overheid nog steeds op de terugbetaling. Voor de laatste drie jaar tot eind 2019 gaat het om 20 miljoen euro. En voor subsidiedossiers van bijna tien jaar oud heeft de overheid nog 11 miljoen euro tegoed. Het is dus maar de vraag hoeveel coronageld de belastingbetaler zal terugzien.

Crevits: “Ondernemingen die via bewust onjuiste verklaringen of opzettelijk foutieve informatie steun probeerden te bekomen, zullen voor vijf jaar van elke vorm van economische steun uitgesloten kunnen worden. Zo wil ik verder misbruik voorkomen en onbetrouwbare aanvragers weren.”

De Vlaamse overheid is wel erg kwetsbaar voor fraude. Vorig jaar raakte bekend dat er massaal gesjoemeld is met de zogenaamde ecologiesteun. De helft van alle geopende fraudedossiers rond economische subsidies van de afgelopen tien jaar gaat daarover.

Vande Reyde: “De ecologiesteun is inderdaad extra gevoelig voor fraude. De subsidie is bedoeld als duwtje in de rug voor bedrijven die groen willen investeren. Maar de drukkerijsector heeft systematisch fraude gepleegd. In sommige gevallen beweerden drukkerijen over milieuvriendelijke drukpersen te beschikken, terwijl er cruciale onderdelen in de machines ontbraken.”

Crevits: “Het gaat over 160 dossiers in de drukkerijsector, en 30 miljoen euro aan steun. Meer kan ik u er niet over zeggen, omdat het gerechtelijk onderzoek nog loopt.”

De drukkerijen zeggen dat ze te goeder trouw subsidies hebben aangevraagd. Ze zouden bedrogen zijn door hun leveranciers.

Vande Reyde: “Dat toont aan hoe moeilijk het is om dat soort misbruiken te ontdekken: het gaat over zeer technische dossiers. Dat maakt de steun erg fraudegevoelig. En dan helpt het niet dat het in Vlaanderen om een oerwoud aan subsidies gaat.”

Van De Cloot: “Waar moeten inspecteurs of parlementsleden ook beginnen te controleren? Door het gebrek aan coördinatie weet haast niemand nog waar al het geld naartoe vloeit. In het geval van Let’s Go Urban vloeide er subsidiegeld van Antwerpen, de provincie, Vlaanderen en via toenmalig minister Jan Jambon zelfs uit het federale budget naar de organisatie van Sihame El Kaouakibi.”

Minister van Begroting Matthias Diependaele: ‘Tegen volgende zomer moet onze subsidiedatabank klaar zijn: dan kan iedereen makkelijker nagaan wie al steun krijgt, en waarvoor.’Beeld Bert Van Den Broucke / Photo News

WAFELS BAKKEN

Minister van Begroting Matthias Diependaele durfde het voorbije anderhalf jaar nauwelijks de radio aan te zetten, omdat elke dag woordvoerders van belangengroepen steun vroegen. Hij heeft er nu zijn missie van gemaakt om klaarheid te scheppen in het subsidiebeleid.

Matthias Diependaele: “Tegen volgende zomer moet onze subsidiedatabank klaar zijn: dan kan iedereen makkelijker nagaan wie steun krijgt, en waarvoor. Door de zaak-El Kaouakibi zal de databank er sneller zijn dan gepland, maar we werkten er al langer aan. Ze moet op termijn ook publiek toegankelijk zijn. Mensen moeten kunnen nagaan wat er met hun centen gebeurt. Later moeten ook de subsidies van lokale besturen en andere overheden daarin opgenomen worden.

”We zullen ook de strijd tegen fraude opvoeren en subsidies beperken tot maximaal vijf jaar. Elke subsidie krijgt dus een vervaldatum. Maar de staatsstructuur verhindert meer efficiëntie: Vlaanderen heeft geen fiscale bevoegdheden en moet dus wel subsidies uitkeren als het een economisch beleid wil voeren.”

Vande Reyde: “Dat klopt. De federale regering kan de vennootschapsbelasting verlagen, de Vlaamse regering kan dat niet. Maar een lastenverlaging voor ondernemingen zou veel doeltreffender zijn dan het oerwoud aan subsidies in stand te houden.”

Van De Cloot: “Ook de politieke cultuur moet veranderen. We moeten evolueren van een uitgavenbegroting naar een prestatiebegroting: bereken zoveel mogelijk wat de impact is van het geld dat je ergens aan besteedt. Hoeveel extra jobs in de groene economie wil je bijvoorbeeld creëren met die miljoenen aan bedrijfssteun? Leg die doelstellingen vast.”

  Blij ook dat eens te horen: het subsidiesysteem moet niet op de schop?

Van De Cloot: “Natuurlijk niet. Mij ga je niet horen beweren dat je geen steun meer moet geven aan pakweg culturele instellingen, waarvan het effect op de samenleving niet meetbaar is. Maar als je kunt meten, méét dan.”

Diependaele: “Als we subsidies geven, moeten we inderdaad heel precies zeggen wat we willen bereiken. De focus mag niet liggen op wie de subsidie krijgt, maar op de reden waarom we subsidie geven. Om ons subsidiebeleid bij te sturen heb ik een conceptnota laten goedkeuren op de laatste ministerraad vóór het reces.”

“Een belangrijk element zijn de meetbare doelstellingen. Uiteraard kun je niet alle doelstellingen wiskundig berekenen. Bij rust- en verzorgingstehuizen is dat makkelijker dan in de cultuur- of de jeugdsector.”

Van De Cloot: “We moeten ons afvragen welke rol de overheid moet spelen in de samenleving. Sommige politici hebben daar geen enkele mening over, ze handelen op automatische piloot. Zo beseffen we niet meer wat de kerntaken van de overheid zijn. De overstromingen van juli zijn een goed voorbeeld. Een aannemer had een vrachtwagen gekocht om in Pepinster afval te ruimen. Een mooi initiatief, maar waarom kan de overheid dat niet zelf, ondanks een overheidsbeslag van meer dan 50 procent? Hoe aberrant is het dat we door al die besparingen moeten rekenen op aannemers die in de steek gelaten mensen willen helpen?”

“Bovendien tast het subsidiebeleid het maatschappelijk weefsel aan. Ons verenigingsleven kan tegenwoordig niet meer overleven zonder de overheid. 87 procent van de jobs in het middenveld wordt gesubsidieerd – in landen als Italië of het Verenigd Koninkrijk is dat helemaal niet zo. Een vzw zou eigenlijk spontaan moeten ontstaan en mensen zouden die vereniging met hun eigen energie moeten doen draaien. Jeugdbewegingen en sportclubs bakken wafels en organiseren quizzen: dat is niet alleen om de werking te financieren, het maakt deel uit van de kern van de organisatie. Als je dat allemaal overbodig maakt en mensen afhankelijk maakt van subsidies of de goodwill van de bestuurders in Brussel of je gemeente, tast je de cohesie aan. We lijden allemaal samen aan een collectieve subsidieziekte, en iederéén moet nu zijn verantwoordelijkheid nemen.”

© HUMO