Direct naar artikelinhoud
AnalyseMondmaskers

Waarom nog een mondmasker dragen op de trein, als je mag feesten zonder?

De helft van de gevaccineerden wil de mondmaskers achterwege laten in de omgang met andere gevaccineerden.Beeld Wouter Maeckelberghe

Al meer dan een jaar zetten we een mondmasker op om de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan. Maar door de hoge vaccinatiegraad vragen steeds meer mensen zich af of het nog wel nuttig is. Wat is vandaag nog de zin of de onzin van het mondmasker?

Wat mag er nu wel of niet?

Als u vandaag niet aan het telewerken bent, dan hebt u allicht een mondmasker bij. Dat moet u op kantoor opzetten wanneer u van uw plaats gaat. Maar als u straks besluit om uw collega’s vrijdag na het werk uit te nodigen om te komen dansen, dan mogen de maskers af.  

Als u dus gaat werken, de trein opstapt of in de supermarkt uw boodschappen doet, moet het masker nog steeds aan. Maar op feestjes waar u tegen elkaar mag schuren, hoeft het niet, zo heeft het vorige Overlegcomité beslist. 

Naderhand legde viroloog Steven Van Gucht uit welke redenering daarachter zat. Het verschil tussen een supermarkt en een feestje is dat iedereen boodschappen moet doen om aan eten te geraken. Wie een feestje met mogelijke risico’s niet ziet zitten, kan ervoor kiezen het over te slaan. 

Mondmaskers staan dus onder druk en daar is het bochtenwerk in het beleid een gevolg van. Vlaams minister-president Jan Jambon (N-VA) vond ze eigenlijk niet meer nodig op kantoor. Maar daar dacht de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het Werk toch anders over. 

Wat zegt de wetenschap erover? 

Eigenlijk is de wetenschap op dit punt nooit duidelijk geweest. Het virus verspreidt zich via kleine of grote druppels die vrijkomen als we praten of niezen. Mondkapjes fungeren dan als een veiligheidsnet om ze tegen te houden. 

Maar uit grote studies over de mondmaskerplicht in verschillende regio’s blijkt niet dat het de doorslaggevende factor is geweest in de strijd tegen de pandemie. In Duitsland meldden wetenschappers trots dat het aantal besmettingen in de stad Jena afvlakte na de mondmaskerplicht. Maar in Denemarken raakten maskerdragers even vaak besmet als anderen. 

Door dat gebrek aan hard bewijs is Nederland al een hele pandemie veel terughoudender geweest om de mondkapjes op te leggen. In België hebben experts steeds gehamerd op het belang ervan. Maar ook viroloog Marc Van Ranst (KU Leuven) erkent dat het moeilijk is om het nut van mondmaskers te bestuderen. 

“Je kan enkel het beleid van verschillende landen vergelijken en dan kijken wat het effect is op de cijfers”, zegt Van Ranst. “Maar voor een wetenschappelijk bewijs moet je twee grote groepen met testpersonen hebben: één groep die consequent een masker draagt en een controlegroep die dat niet doet.” 

Een grote groep testpersonen verplichten om zonder mondmasker door het leven te gaan, was in het midden van een pandemie niet mogelijk.

Waarom zouden we er dan nog moeten dragen? 

Onze strategie tegen het virus heeft altijd uit laagjes bestaan. De eerste laag is gekend: afstand houden, handen wassen, thuisblijven bij klachten en een test laten doen. De volgende laag is om een mondmasker te dragen waar je geen afstand kan houden – zeker binnen. Toen er nog geen vaccins beschikbaar waren, konden we niet anders dan die regels strikt handhaven.

Maar nu ligt de vaccinatiegraad, vooral in Vlaanderen, al best hoog. In Vlaanderen is meer dan 77 procent van de bevolking volledig gevaccineerd, tegenover 66 procent in Wallonië en een kleine 50 procent in Brussel. Volgens de motivatiebarometer van de UGent wil bijna de helft van de gevaccineerden de mondmaskers achterwege laten in de omgang met andere gevaccineerden. Bijna een vierde wil dat ook doen als de andere personen geen prik hebben gehad. 

Op plaatsen waar er nauwelijks ventilatie is, moeten de mondmaskers op, vindt Marc Van Ranst.Beeld Wouter Maeckelberghe

Wat we volgens Van Ranst niet mogen vergeten, is dat de deltavariant veel besmettelijker is dan de oorspronkelijke variant uit Wuhan, die ons anderhalf jaar geleden bereikte. “Hadden we nog steeds te maken met de oorspronkelijke variant, dan was er nu ook geen discussie over mondmaskers”, zegt Van Ranst. “Maar nu is de Indiase variant dominant en dat maakt een verschil.”

Wetenschappers zagen op basis van covidtests in het VK en Singapore ook dat gevaccineerden, die geïnfecteerd zijn met delta, evenveel virusdeeltjes in hun neus dragen als ongevaccineerden. Al zouden de gevaccineerden minder lang besmettelijk zijn. Zulke bevindingen onderstrepen volgens het wetenschappelijk tijdschrift Nature dus nog steeds het nut van mondmaskers. 

Waar zijn ze dan precies nodig? 

Anderhalf jaar corona heeft ons ook geleerd hoe belangrijk het is om ramen en deuren regelmatig open te zetten. Uitgeademde druppeltjes, met kleine virusdeeltjes kunnen in een ruimte blijven hangen en zich ophopen. Dat vergroot het risico op besmetting bij de mensen die zich in de ruimte bevinden. 

Eigenlijk verdient de laagjesstrategie dan ook een update, vindt Van Ranst. Op plaatsen waar er nauwelijks ventilatie is, moeten de mondmaskers op. “Ik denk dan aan sommige woon-zorgcentra”, zegt Van Ranst. “Maar ook aan lokaaltjes waar verenigingen komen om te vergaderen. Zeker naar de winter toe moeten we daarmee opletten, want dan houden mensen de deuren liever dicht.” 

Hoe kunnen we mensen nog motiveren om een mondmasker op te zetten? Om dat van de bevolking te vragen, moet het beleid eerst zorgen dat zijn regels een duidelijke logica hebben, stelt motivatiepsycholoog Maarten Vansteenkiste (UGent). 

 “Als mondmaskers op privéfeestjes niet meer nodig zijn, dan hebben we wel heldere richtlijnen nodig over ventilatie”, zegt Vansteenkiste. “Als de bevolking die logica in het beleid snapt, zal ze ook weer meer geneigd zijn om een mondmasker te dragen.”