Direct naar artikelinhoud
PortretAlain Maron

‘Een minister die zulke dingen zegt, is gewoon niet bekwaam’

Brussels minister van Gezondheid Alain Maron (Ecolo).Beeld BELGA

Als minister van Gezondheid is Alain Maron (Ecolo) de man die Brussel door de coronacrisis moet leiden. Maar binnen de regering groeit het ongenoegen over zijn getalm en dubbelzinnige communicatie. ‘Hij ondergaat alles.’

De ergernis in de Brusselse regering-Vervoort liep vorige week hoog op. Nog maar pas had de regering het licht op groen gezet om vanaf 1 oktober de coronapas volop in te zetten, of daar ging minister Alain Maron al aan de rem hangen. De coronapas zou er pas komen als de besmettingscijfers verslechteren, zo zei Maron.

Een sortie die binnen de Brusselse coalitie voor veel frustratie zorgde. Een dag later werd Maron op een vergadering van de regering de levieten gelezen door PS, One.Brussels (de naam van de Vlaamse socialisten in Brussel), en Open Vld. “Ik begrijp er niets van. De situatie is slecht, en een kind ziet toch dat die cijfers niet snel zullen verbeteren?”, zegt een collega-regeringslid.

Maron krijgt het verwijt dat zijn dubbelzinnige houding de scepsis over het coronabeleid voedt, terwijl hij mee de verantwoordelijkheid draagt voor de vaccinatiecijfers in het hoofdstedelijk gewest. “Hij is minister van Gezondheid, hij beseft hopelijk toch dat de vierde golf het ziekenhuispersoneel doet kreunen. Dan is het raar om te talmen en met de voeten te slepen”, zegt een insider.

Verscheidene regeringsbronnen – die enkel off the record wilden spreken – wijzen voor een verklaring naar Marons achterban. Een groot deel van het politiek personeel en de achterban van Ecolo bestaat volgens hen uit antivaxers, of minstens mensen die argwanend staan tegenover covidvaccinaties. Maron zit daarmee gewrongen, zo klinkt het. Al wordt dat binnen de groene familie afgedaan als flauwekul.

Het is niet de eerste keer in deze crisis dat Maron opvalt met een afwachtende houding. In oktober vorig jaar, toen de tweede golf flink aan tempo won, reageerde de minister als door een wesp gestoken nadat de directeur van het UZ Brussel aan de alarmbel had getrokken. “Ik zou graag hebben dat het UZ Brussel het UZ Brussel bestuurt.”

“Een minister die zulke dingen zegt, is gewoon niet bekwaam”, klinkt het op een Brussels kabinet. “Al heel de crisis hebben wij het gevoel dat hij het niet onder controle heeft. Hij ondergaat alles”, zegt een regeringslid. “Ik kan niet ontkennen dat ik vaak vloek op zijn communicatie. Het moet altijd gecorrigeerd worden”, klinkt het elders.

Maron schittert, volgens een aantal van zijn collega’s, in afwezigheid. Terwijl minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) zich federaal opwerpt als het gezicht van het crisisbeleid – ook wanneer er enkel slecht nieuws te melden is –, zoekt Maron de schaduw op in plaats van de situatie in eigen hand te nemen. Hij verschuilt zich achter zijn administratie, in de eerste plaats achter Inge Neven, het hoofd van de Brusselse gezondheidsinspectie. “Als Inge Neven er niet was, was het een ramp geweest.”

Wanneer Maron dan toch in de aandacht kwam, was het met “flaters” – dixit opnieuw een regeringsbron. Zoals toen hij zich beklaagde over de ecologische impact van coronatests. Of toen hij landbouwgronden ging kopen om de Brusselaar te voeden – daar was amper budget voor.

Het doet de vraag stellen: mist Maron ervaring, politieke feeling of doortastendheid? Op het hoogste niveau heeft hij in ieder geval weinig kilometers op de teller. Al liet hij zich in het Brussels Parlement wel opmerken als kuitenbijter en schoot hij als een pijl omhoog door het blootleggen van de Samusocial-affaire.

Zijn communicatieve faux pas liggen volgens regeringsbronnen niet zozeer aan een gebrek aan ervaring, maar veeleer aan een dosis arrogantie en een zeker temperament. Maron is het soort politicus dat je weleens durft te overtuigen van je eigen punt. “Een kleine Mayeur”, zo omschrijft een regeringslid hem, verwijzend naar het karakter van de Brusselse PS-burgemeester die door de Samusocial-affaire moest opstappen.

“Hij begrijpt de ernst van de crisis wel, maar er is een enorme lethargie”, schat een collega in. Verscheidene regeringspartijen nemen hen een gebrek aan bestuurlijke verantwoordelijkheidszin kwalijk. Als minister moet je ook pal staan als er beslissingen genomen moeten worden die niet leuk zijn.

Dat verwijt krijgt ook minister Elke Van den Brandt (Groen). Officieel deelt zij samen met Maron de bevoegdheden Mobiliteit en Gezondheid – de een voor de Vlaamse Brusselaars, de ander voor de Franstaligen. In de praktijk neemt Van den Brandt de honneurs waar op Mobiliteit, en neemt Maron Gezondheid voor zijn rekening.

Die rolverdeling wekt binnen de coalitie – maar net zo goed binnen het Brusselse stadsbestuur – steeds meer ergernis. Van den Brandt is evenzeer bevoegd en verantwoordelijk als het misloopt, klinkt het. “In een crisis als deze, als een collega zich voortdurend in de gracht rijdt, als zoveel Brusselaars sterven en zich niet laten vaccineren, dan neem je dat toch zelf in handen?”

In een reactie op de kritiek wijst de woordvoerder van Maron op de “perfecte samenwerking tussen de administratie en het kabinet, met duidelijk afgebakende rollen tussen Alain Maron en Inge Neven”. Hij benadrukt ook dat de regering op één lijn zit, en dat de vaccinatiecampagne door de hele regering goedgekeurd wordt. “Het is niet de campagne van één minister.” Over Marons communicatie klinkt het: “Acties en mededelingen zijn altijd ten gunste van de vaccinatie geweest, zonder enige dubbelzinnigheid.”