Nederlandse rechter oordeelt dat Uber-chauffeurs werknemers zijn

Volgens een Nederlandse rechter zijn de ongeveer 4.000 Uber-chauffers in het land geen zelfstandigen, maar werknemers. “Deze uitspraak laat zien wat wij al jaren zeggen: Uber is een werkgever en de chauffeurs werknemers, dus moet Uber zich aan de cao Taxivervoer houden”, reageert Zakaria Boufangacha, vicevoorzitter van de vakbond FNV.

Het was de FNV die eind vorig jaar een rechtszaak aanspande tegen Uber. Volgens de vakbond is Uber een werkgever en zijn de chauffeurs werknemers. “Echte zelfstandigen kunnen hun tarief bepalen en kiezen zelf hoe ze hun werk uitvoeren. Bij chauffeurs die voor Uber rijden, is dat niet het geval. Uber bepaalt het uurtarief, wie er wel of niet in de app komt, wie welke rit krijgt en hoe de ritten worden uitgevoerd”, aldus Boufangacha.

Meer loon en rechten voor de chauffeurs

De taxidienst heeft zelf altijd volgehouden dat de chauffeurs die via hun app werken zelfstandigen zijn, maar dat heeft de rechter nu dus tegengesproken. Volgens de rechtbank is er geen sprake van een zelfstandig statuut omdat een chauffeur slechts een paar ritten mag weigeren voordat hij uit het systeem gegooid wordt.

Door de uitspraak van de rechter, zijn de Uber-chauffeurs vanaf nu automatisch bij Uber in dienst en moet het taxibedrijf de chauffeurs betalen en behandelen volgens de cao Taxivervoer. Dat heeft vergaande gevolgen voor de chauffers. Zo krijgen ze meer loon en meer rechten bij bijvoorbeeld ontslag of ziekte. “Allemaal zaken die niet meer dan normaal zouden moeten zijn in een land als het onze. Het is schandalig dat het kabinet de handhaving tegen dit soort praktijken niet oppakt”, aldus Boufangacha.

Zondag zei Maurits Schönfeld, general manager van Uber Noord-Europa nog dat de Uber-chauffeurs verkiezen om te werken onder een zelfstandig statuut omdat zij liever zelf hun werkuren zouden bepalen. “We hebben sinds de zitting in juni met heel veel chauffeurs contact gehad. En van niemand, echt niemand hebben we gehoord dat-ie z’n zelfstandigheid kwijt wil”, klonk het toen.

Uber gaat in beroep

Uber heeft intussen laten weten dat het in beroep gaat tegen de uitspraak van de rechter. In een mededeling herhaalde Schönfeld dat het overgrote deel van de Uber-chauffeurs geen afstand wil doen van de vrijheid om te kiezen of, waar en wanneer en met wie ze werken.

Het is overigens niet de eerste keer dat een rechter oordeelt dat de Uber-chauffeurs in principe werknemers zijn. In maart oordeelde een Britse rechtbank dat Uber zijn medewerkers in het Verenigd Koninkrijk moet registreren als werknemers. Dat betekent onder meer dat de Britse chauffeurs recht hebben op een gegarandeerd minimumloon van 8,72 pond per uur.

Ook in België heeft de taxidienst Uber sinds zijn komst kwaad bloed gezet bij de vakbonden. De socialistische transportvakbond BTB sprak in het verleden al over “sociale dumping”, waarbij “alle lusten voor de platformen en alle lasten voor de chauffeurs zijn”. In 2015 diende de BTB al eens een klacht in tegen Uber bij de arbeidsauditeur wegens schijnzelfstandigheid.

(mah)

Lees ook:

Meer