Direct naar artikelinhoud
Meer alcohol en afhaalmaaltijden, minder kledij en vrije tijd: zo spendeerden we ons geld tijdens het coronajaar 2020
In kaart gebrachtGeld

Meer alcohol en afhaalmaaltijden, minder kledij en vrije tijd: zo spendeerden we ons geld tijdens het coronajaar 2020

Beeld Getty Images

Het coronajaar 2020 heeft het uitgavenpatroon van de Belg grondig door elkaar geschud. De aankoop van alcohol steeg met 10 procent en we gaven drie keer zoveel uit aan afhaalmaaltijden als in 2018. Andere uitgaven kelderden dan weer, met ‘dank' aan de pandemie. De Morgen brengt alle veranderingen in kaart. 

Om de twee jaar levert het Belgische statistiekbureau Statbel cijfers over wat wij doen met ons geld. Uit de cijfers voor het coronajaar 2020 blijkt dat het uitgavenpatroon van de Belg ingrijpend is veranderd in vergelijking met het “gewone” jaar 2018 en de jaren daarvoor.

Algemeen blijken we iets minder te hebben uitgegeven dan in 2018: de Belgische huishoudens spendeerden in 2020 gemiddeld 35.209 euro, de Vlaamse 36.447 euro, de Waalse 34.096 euro en de Brusselse 32.057 euro. In 2018 bedroegen de uitgaven van Belgische huishoudens gemiddeld nog 35.764 euro. In Vlaanderen ging het om 36.895 euro, in Wallonië om 34.589 euro en in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest om 33.356 euro.

De grootste hap uit ons budget gaat nog altijd naar onze woning. De huur of aankoop, het onderhoud en de voorzieningen als water, gas en elektriciteit nemen nu al 31,8 procent van het totale budget in, tegenover 30,3 procent in 2018. 

De kosten voor de woning stegen van gemiddeld 10.837 euro in 2018 naar 11.205 euro in 2020, een klim van 3,34 procent op twee jaar tijd. Dat ligt flink hoger dan de inflatie, de algemene prijsstijging die over 2019 en 2020 samen 1,6 procent bedroeg. Met andere woorden: onze woonkosten stegen veel meer dan de rest van de uitgaven. 

In de statistieken van Statbel blijven de stijgende kosten voor voorzieningen weliswaar beperkt, hoewel veel werknemers meer van thuis werkten en dus zelf meer elektriciteit, gas en water verbruikten. Dat komt doordat de eindafrekening voor 2020 voor veel mensen pas dit jaar volgde, en het meerverbruik dus nog niet helemaal in de cijfers verwerkt is.

Aan elektriciteit gaven we in 2020 zelfs iets minder uit dan in 2018, gemiddeld 801 euro voor de hoofdverblijfplaats, tegenover 844 euro in 2018. De kost van aardgas steeg wel licht, van gemiddeld 423 euro naar 454 euro. De gemiddelde jaarprijs van leidingwater bleef relatief stabiel op 196 euro.

Meer geld voor voeding...

Ook op andere vlakken zijn er grote verschuivingen in het bestedingspatroon tijdens het coronajaar 2020. Neem de tweede belangrijkste brok uitgaven: die voor voeding en niet-alcoholische dranken, goed voor 14 procent van onze bestedingen. 

We gaven in 2020 gemiddeld per huishouden zo’n 5.600 euro uit voor de aankoop van voedingsproducten en niet-alcoholische dranken, een stijging met liefst 12 procent tegenover 2018. Zo gaven we 12 procent meer uit voor vlees (tot 1.161 euro), 15 procent meer voor vis en schaaldieren (375 euro), 23 procent meer voor koffie en thee (144 euro), en 26 procent meer voor groenten (689 euro). Kortom, voeding en dranken namen in 2020 een flink grotere hap uit ons budget.

... maar minder voor restaurantbezoek

Tegelijk konden we minder naar restaurants en cafés, die lange periodes gesloten waren of aan strenge coronavoorwaarden moesten voldoen. Terwijl een huishouden in 2018 nog gemiddeld 2.350 euro achterliet in restaurants en andere horecazaken, was dat in 2020 nog maar 1.550 euro, een daling met een derde. 

We spendeerden wel veel meer in afhaalrestaurants of aan maaltijden die thuis werden geleverd: een huishouden gaf er in 2020 gemiddeld iets meer dan 200 euro aan uit. Dat is meer dan een verdrievoudiging in vergelijking met twee jaar eerder.

Meer voor alcohol...

Terwijl we minder op café konden en gingen, stegen onze aankopen van alcoholische dranken om thuis te drinken dan weer gemiddeld met 10 procent, richting 600 euro per huishouden. We gaven vorig jaar 7 procent meer uit aan wijn (gemiddeld 340 euro), 13 procent meer aan bier (154 euro) en 18 procent meer aan likeur en sterke drank (66 euro).

... maar (veel) minder voor kleding, cultuur en transport

Heel opvallend is dat we veel minder geld uitgaven aan kleding, al mag ook dat niet verbazen aangezien we veel meer thuis zaten: gemiddeld gaven we nog 838 euro per huishouden uit, tegenover 1.218 euro in 2018. 

Aan mannenkleding werd pakweg 230 euro besteed, zowat 30 procent minder dan twee jaar eerder. Aan vrouwenkleding werd bijna dubbel zoveel uitgegeven als aan mannenkleding, iets meer dan 450 euro. Maar ook dat is een daling in vergelijking met 2018, zelfs met bijna 35 procent.

Ook aan andere kostenposten is de invloed van van de coronapandemie duidelijk te merken. Zo gaven we doordat we ons minder verplaatsten 16 procent minder uit aan transport: vliegreizen kostten ons gemiddeld nog slechts 68 euro, tegenover 173 euro in 2018. Ook de uitgaven voor het openbaar vervoer stortten in, met gemiddeld nog 44 euro aan trein en tram, en 23 euro voor de bus. In 2018 was dat nog 86 en 50 euro.

De uitgaven voor brandstof daalden door het vele thuiswerken eveneens scherp (-30 procent), terwijl de uitgaven voor fietsen net dubbel zo sterk stegen (+68 procent).

De uitgaven voor cultuur en vrije tijd daalden dan weer met 14 procent, waarmee duidelijk wordt aangetoond hoe moeilijk de cultuursector het in 2020 had. Zo gaven we in theaters, bioscopen en concertzalen tot maar liefst 73,5 procent minder uit, terwijl we aan abonnementen voor betaaltelevisie zoals Netflix net 32 procent meer uitgaven. 

De kostenpost 'sport en recreatie’ daalde eveneens flink: zo gaven we nog gemiddeld 57 euro uit aan sportlessen en abonnementen bij sportclubs, tegenover 66 euro in 2018. De uitgaven voor boeken bleven wel relatief op peil, met een daling van slechts 2 procent.