Direct naar artikelinhoud
AnalyseAnnelies Verlinden

‘Intelligent, maar niet echt goed omringd. Soms denk ik: waar zit haar kabinet?’: één jaar Annelies Verlinden op Binnenlandse Zaken

Minister Verlinden is verbaasd als mensen haar via Facebook vragen waar ze toch die ene pull van op tv heeft gekocht.Beeld Thomas Sweertvaegher

Wat valt er na één jaar al te vertellen over minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden (CD&V)? Dat ze haar huiswerk maakt, dat ze nog politieke leepheid mist en dat ze weet: in Antwerpen wordt het moeilijk.

en

“In de politiek heb je niet per se een grote mond nodig.” Het is november 2020. In haar kabinet op de Wetstraat 2 staat Verlinden deze krant voor het eerst te woord. Een maand eerder heeft CD&V-voorzitter Joachim Coens haar verrassend aangesteld. Hij ziet in haar, een advocaat uit Schoten van 43, de toekomst van zijn partij.

Verlinden presenteert zich, in het gesprek met deze krant maar ook elders, als iemand die zich wil toeleggen op het inhoudelijke werk. Als iemand die niets aan het toeval overlaat. En als iemand die moeilijk kan verbergen dat het nieuw is voor haar, het leven op de politieke apenrots.

De advocatuur is niet voor doetjes, maar de politiek blijft een stiel apart. Alleen het feit dat je plots een publiek figuur wordt, is voor veel nieuwkomers schrikken. Zo is Verlinden verbaasd als mensen haar via Facebook vragen waar ze toch die ene pull van op tv heeft gekocht.

Een jaar later blijft de eerste indruk van Verlinden overeind. Vriend en vijand zijn het erover eens: ze is intelligent en gedreven. Binnen de regering heeft ze een reputatie opgebouwd als een collega met wie het “correct samenwerken” is. Op vergaderingen van de ministerraad, de plek waar binnen elke nieuwe regering het kaf van het koren wordt gescheiden, slaagt ze erin om haar dossiers “overtuigend” te brengen. 

In de woorden van een minister: “Je merkt waarom Coens bij haar is gaan aankloppen.” Een andere benadrukt: “Ze is bijzonder goed voorbereid. Haar tussenkomsten zijn steeds pertinent en to the point.”

Waar vriend en vijand het ook over eens zijn, is dat Verlinden politiek groen blijft. Ze heeft maar beperkt ervaring met de ongeschreven wetten van de macht. De politieke ‘truken van de foor’ - zo u wil. En dat heeft haar geregeld parten gespeeld tijdens haar eerste werkjaar.

Coronaregels

Als minister van Binnenlandse Zaken is het aan Verlinden om de steeds veranderende coronaregels zo accuraat mogelijk te beschrijven in ministeriële besluiten.

Gesneden koek lijkt het, voor iemand die bijna twintig jaar als advocate en later partner heeft doorgebracht bij het gerenommeerde zakenkantoor DLA Piper. (In 2019, het laatste jaar voordat Verlinden minister wordt, draait haar vennootschap een omzet van 972.000 euro bruto.) Toch worstelt ook Verlinden, net zoals haar voorganger Pieter De Crem (CD&V), soms met de coronaregels. De uitwerking en de communicatie ervan loopt een aantal keren fout.

In januari jaagt Verlinden zo half het land op de kast door stilzwijgend de ‘lockdown light’ met zes weken te verlengen. Naar eigen zeggen communiceert ze hier niet over om onrust te vermijden bij de bevolking. Het resultaat is… onrust. Twee weken terug krijgt ze kritiek van Antwerps burgemeester Bart De Wever (N-VA) wanneer uitkomt dat een aantal nachtclubs in Gent al geopend zijn dankzij een achterpoortje in de coronawetgeving. De Wever zegt dat de ministeriële besluiten “al de hele pandemie nergens op trekken”. Verlinden vindt dit een persoonlijke aanval.

Een onterechte aanval ook volgens haar, omdat de coronamaatregelen altijd eerst groen licht krijgen van het Overlegcomité. Waarop Vlaams minister-president Jan Jambon (N-VA) al snel met de reactie komt dat hij hier wel degelijk een opmerking over heeft gemaakt. Een ‘relletje’, veel meer is het uiteraard niet, maar het toont dat je nooit collegialiteit mag verwachten in de Wetstraat. Uiteindelijk moet iedere minister zorgen dat zijn eigen vierkante meter er fris aangeharkt bijligt. Een hooggeplaatste bron: “Dat noem ik dan leergeld betalen als nieuwkomer.”

Een voorbeeld dat een hoge bron uit de Vivaldi-meerderheid aanhaalt: de aanval van alweer De Wever op Verlinden vorige maand naar aanleiding van de geplande terugtrekking van de patrouillerende militairen uit de Antwerpse jodenwijk. De Wever oordeelt dat Verlinden “woordbreuk” pleegt over extra middelen voor de politie. “Je wist dat De Wever die terugtrekking zou aangrijpen om politiek punten te scoren, maar Verlinden was verrast.”

Feeling

De hulpverlening voor, tijdens en na de watersnood in Luik is vooral een Waalse zaak. Toch krijgt Verlinden het lastig als blijkt dat ze twee weken na de ramp alweer de federale fase, waarin het crisiscentrum alles aanstuurt, lost.

Haar verklaring is dat die beslissing er komt op vraag van de gouverneurs: de problemen zijn beperkt tot negen gemeenten in het Luikse. Deze rationale keuze botst echter met de emoties van de honderden slachtoffers van de overstromingen. Zij voelen zich in de steek gelaten.

Feeling
Beeld BELGA

Een politica uit de meerderheid: “Verlinden heeft metier, op technisch en juridisch vlak, maar mist politieke feeling. Als politica sta je niet meer in een rechtbank, waar een droge uitwisseling van argumenten plaatsvindt. Nu komt ze afstandelijk over, terwijl dat ze niet zo is.”

Het verhaal binnen CD&V is dat premier Alexander De Croo (Open Vld) al een week na de overstromingen het idee oppert om de federale fase te lossen en dat Verlinden zich daartegen verzet. Als ze begin augustus inziet dat de hulpverlening ter plaatse te wensen overlaat, grijpt ze in door een federale ondersteuningscel op te richten.

Yngvild Ingels, parlementslid voor oppositiepartij N-VA en in de vorige legislatuur kabinetschef bij toenmalige minister van Binnenlandse Zaken Jambon: “Ik vind Verlinden een intelligente vrouw, maar ze wordt niet goed genoeg omringd. Soms denk ik: waar zit haar kabinet?”

De samenstelling van het kabinet-Verlinden komt vaker ter sprake wanneer het over het functioneren van de minister gaat. De kritiek luidt dat ook daar (te) weinig politiek vernuft voorradig is. Al snel na de sleuteloverdracht met De Crem herschikt Verlinden diens ontslagnemende kabinet. Een reeks medewerkers wordt de laan uitgestuurd. 

Uit onvrede met die ‘kille’ beslissing vertrekt ook De Crems kabinetschef, een veteraan van vele veldslagen in de Wetstraat. De vacante plaatsen worden opgevuld met mensen uit de omgeving van Verlinden, onder andere van bij DLA Piper. Ook haar kabinetschef heeft er een verleden.

N-VA’er Ingels draagt het voorbeeld van de ‘straten-generaal van de Politie’ aan, die blauwdruk voor de politie van de toekomst moeten afleveren. “Maar de timing zit écht helemaal fout. De werkgroepen zullen pas begin 2023 met hun conclusies komen, waarna het wetgevend werk nog van nul moet starten. Dat lukt dus nooit. In aanloop naar de verkiezingen krijg je zo’n dossier politiek niet meer rond. Waarom waarschuwt niemand de minister daarvoor?”

Bij de politiebonden klinkt het dat het contact met Verlinden en haar kabinet “nogal stroef verloopt”. Een telefoontje links, een etentje rechts: het zit er niet in.

Kopvrouw

Wie aan CD&V-voorzitter Joachim Coens vraagt waarom hij voor zijn eerste ministerkeuze bij Verlinden is uitgekomen, krijgt als antwoord dat ze “een toptalent” is en dat het “tijd was voor een signaal” na het drama bij de verkiezingen in 2019. De krimp van de christendemocratie in Vlaanderen is een bekend fenomeen dat al decennialang aan de gang is, maar laatste tijd is de terugval erg groot.

 Coens heeft ervoor gekozen om met een schone lei te beginnen aan Vivaldi. Naast Verlinden wordt Vincent Van Peteghem, een professor management, gelanceerd als vicepremier en minister van Financiën. Ook hij heeft een zakelijk profiel. De jonge, mondige Sammy Mahdi mag zich bewijzen als staatssecretaris voor Asiel en Migratie.

“De keuze voor Verlinden was een keuze voor vernieuwing, verjonging en vervrouwelijking”, oordeelt Nicolas Bouteca, politicoloog aan de UGent. “In die zin heeft Coens een logische beslissing genomen. Zeker als je ook de factor ‘Antwerpen’ meerekent. De grootste provincie van Vlaanderen, waar de partij nog amper voet aan grond heeft. Ik stel me, na haar een jaar aan het werk te hebben gezien, wel de vraag of Verlinden meer kan dan zich als een goede bestuurder te profileren. Ik had gedacht dat ze zich zou opwerpen als de nieuwe CD&V-kopvrouw, na de lastige verkiezingen voor Hilde Crevits. Maar dat gebeurt niet.”

Voor de komst van Coens wordt CD&V bestuurd door de G4: een vergadering met Wouter Beke, Kris Peeters, Koen Geens en Hilde Crevits. Het is dit viertal dat de belangrijkste beslissingen, inhoudelijk en strategisch, doorspreekt vooraleer de partijraad zijn zeg mag doen. In het rapport van ‘de twaalf apostelen’, waarin twaalf parlementsleden de verkiezingsnederlaag analyseren, wordt die manier van werken bekritiseerd als “weinig transparant” en “te veel top-down”.

Intussen is de G4 vervangen door de G7. Daarin zetelen naast Coens en de drie federale ministers ook de drie Vlaamse: Crevits, Beke en Benjamin Dalle.

Naar verluidt laat Verlinden zich gelden tijdens de vergaderingen van de G7. Ook als het over dossiers gaat die wat verder van haar bed liggen. “Ze wil van alles op de hoogte zijn en zal steeds haar mening geven”, vertelt Crevits. Op tafel slaan of een confrontatie opzoeken met haar collega’s, dat doet ze niet. Verlinden toont zich erg loyaal tegenover Coens. “We zitten daar met verschillende nieuwe mensen aan tafel. Dat zorgt ervoor dat niemand echt het hoge woord voert”, aldus Van Peteghem.

Minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden.Beeld ID / BART DEWAELE

Inhaalrace

En Antwerpen? Daar staat Verlinden bij de federale verkiezingen in 2024 voor wat ze in het Engels an uphill battle noemen. N-VA en Vlaams Belang domineren de provincie en hebben een machtsbastion in de stad zelf. Met De Wever staat Verlinden tegenover een machtspoliticus pur sang. Met Tom Van Grieken (Vlaams Belang) tegenover de winnaar van de vorige verkiezingen.

Verlinden zelf moet terugvallen op een geruisloze passage als gemeenteraadslid in Schoten tussen 2003 en 2012. In die periode is ze ook vier jaar ondervoorzitter van Jong CD&V. Niet bepaald een solide fundament.

Ook Verlinden weet dat. “Sinds het voorjaar is ze intensief aan het werken aan haar contacten met de lokale afdelingen”, zegt een Antwerpse christendemocraat. De bedoeling is dat Verlinden zich zoetjesaan opwerpt als patron in de provincie. De vrouw naar wie er gebeld wordt als in een afdeling een brandje geblust moet worden. De vrouw ook die de lijstvorming zal coördineren. Een reeks lokale mandatarissen is de voorbije maanden bij haar op de koffie mogen komen in Brussel. Het zijn deze mensen die haar voetvolk moeten worden bij de verkiezingen.

Wat zeker is: in tegenstelling tot Peeters is Verlinden niet van plan om naar Antwerpen te verhuizen. Niemand bij CD&V wil op die manier nog een boegbeeld verbranden.

Binnen de partij heeft men alle vertrouwen in de electorale kansen van Verlinden. Dat iemand als De Wever haar geregeld aanvalt, wordt gezien als compliment. “Pas maar op: Verlinden kan verrassen”, luidt het. In de poppoll van VTM en Het Laatste Nieuws, waarin gevraagd wordt welke politicus of politica een prominente rol zal spelen in de komende jaren, staat ze op plaats tien. Net na Vlaams minister Zuhal Demir (N-VA) en net voor Van Grieken. Een federale minister: “Ik zie haar de schade beperken.”

Bouteca twijfelt: “In een campagne zal ze ideologische standpunten moeten innemen. Of ze het nu wil of niet. Ik ben benieuwd of dat lukt. Over de staatshervorming, die ze samen met David Clarinval (MR) moet voorbereiden, heb ik haar nog niet op een scherpe visie kunnen betrappen. Ze communiceert altijd heel voorzichtig. Ouderwets bijna.” 

De voorbereiding van een nieuwe staatshervorming binnen de Vivaldi-coalitie is van groot belang voor CD&V. Coens maakte er in de zomer van 2020 een breekpunt van voor toetreding tot een federale regering zonder N-VA.

In een reactie via de telefoon zegt Verlinden dat ze een uitdagend eerste jaar als minister achter de rug heeft. Ze haalt naast de coronacrisis en de overstromingen ook de zoektocht naar de terreurverdachte Jürgen Conings, de instorting van een school in de Antwerpse Zuidwijk en de evacuatie van landgenoten uit Afghanistan aan. 

 Verlinden benadrukt dat ze ook de volgende jaren vooral “inhoudelijke stenen wil verleggen”. Ze is niet in de Wetstraat gestapt om “bekend te worden als de absolute expert politieke strategieën maar om beleid vorm te geven”. Al wil dit niet zeggen dat ze haar voet zal terugtrekken wanneer het hard tegen hard gaat: “Als advocaat heb ik genoeg zware onderhandelingen meegemaakt.”