Wat is kwantitatieve geldverruiming (QE) en waarom is het voordelig én schadelijk voor de economie?

De Europese Centrale Bank (ECB) liet vorige week weten de kwantitatieve geldverruimingsmaatregel (QE) uit 2020 voort te zetten, zij het op vertraagde wijze. Geldverruiming werd door de ECB voor het eerst toegepast in 2008, naar aanleiding van de kredietcrisis. Sindsdien zijn er een paar crises gevolgd waaraan ze op deze manier het hoofd heeft geboden. Maar wat betekent QE precies? En wat zijn de voor- en nadelen?

Kwantitatieve versoepeling is een niet-traditionele techniek die door centrale banken wordt gebruikt om de economie in tijden van crisis te stimuleren. Het verhoogt de geldhoeveelheid en verlaagt de langetermijnrente, waardoor banken gemakkelijker leningen kunnen verstrekken. Dit stimuleert op zijn beurt de economische groei.

  • Kwantitatieve verruiming (QE) houdt in dat een centrale bank langlopende effecten koopt die in handen zijn van de banken.
  • Het verhoopte effect is dat de cash die bij de banken terechtkomt uiteindelijk onder de vorm van bijkomende kredieten aan bedrijven en particulieren naar de reële economie terugvloeit en er zo een economisch herstel op gang komt.
  • Als gevolg van de toestroom daalt de rente, waardoor het voor mensen gemakkelijker wordt om te lenen.
  • De Fed en de ECB, de Amerikaanse en Europese centrale banken, gebruikten de techniek om de financiële crisis van 2008 te bestrijden.
  • Zij bliezen QE ook nieuw leven in als reactie op de COVID-19-pandemie.

Hoe QE werkt in de praktijk

  • Door effecten van de aangesloten banken op te kopen, geeft de centrale bank hen geld in ruil voor activa; meestal obligaties. Het extra geld kan vervolgens worden uitgeleend.
  • De centrale bank controleert ook de reserveverplichting van de banken, dat is de hoeveelheid geld die zij in kas moeten houden in vergelijking met wat zij uitlenen.
  • Door de reserve te verlagen kunnen de banken meer van hun geld uitlenen.
  • Meer geld dat wordt uitgeleend vergroot de geldhoeveelheid, waardoor de rente kan dalen.
  • Lagere rentes zijn een stimulans voor mensen om te lenen en uit te geven, wat de economie stimuleert.
  • Een bank leent alle deposito’s uit boven haar reserves. Deze leningen worden vervolgens bij andere banken geplaatst. Ze houden slechts 10% in reserve en lenen de rest uit. Zo kan 1 biljoen dollar aan Fed-krediet 10 biljoen dollar aan economische groei worden.

(Andere) manieren waarop QE de economie stimuleert

Kwantitatieve versoepeling stimuleert de economie nog op drie andere manieren:

QE houdt obligatierente laag

  • De centrale overheid veilt grote hoeveelheden schatkistpapier om het expansieve begrotingsbeleid te financieren. Als de centrale bank schatkistpapier koopt, neemt de vraag toe, waardoor de rente laag blijft (bij obligaties is er een omgekeerd evenredige relatie tussen de rente en de prijs).
  • Schatkistpapier is de basis voor alle langetermijnrente. Daarom houdt kwantitatieve versoepeling door het kopen van schatkistpapier ook de rente op auto’s, meubels en andere consumentenschulden betaalbaar.
  • Hetzelfde geldt voor langlopende vastrentende schulden. Wanneer de hypotheekrente laag wordt gehouden, ondersteunt dat de huizenmarkt. En lage rentes op bedrijfsobligaties maken het voor bedrijven betaalbaar om uit te breiden.

QE trekt buitenlandse investeringen aan en verhoogt de export

  • Het vergroten van de geldhoeveelheid houdt ook de waarde van de munteenheid van het land laag.
  • Als de euro zwakker is, zijn Europese aandelen aantrekkelijker voor buitenlandse investeerders, omdat ze meer voor hun geld kunnen krijgen.
  • Het maakt export ook minder duur.

Het grote nadeel: QE kan leiden tot inflatie

Hét nadeel is dat QE het bezit van de centrale bank aan schatkistpapier en andere waardepapieren vergroot. Vóór de financiële crisis van 2008 had de Fed bijvoorbeeld minder dan 1 biljoen dollar op haar balans staan. Volgens prognoses van de New York Fed zou de balans van de centrale bank tegen het einde van 2022 een piek van maar liefst 9 biljoen dollar bereiken.

  • Sommige deskundigen vrezen dat QE inflatie of zelfs hyperinflatie kan veroorzaken.
  • Hoe meer euro’s de ECB creëert, hoe minder de bestaande euro’s waard worden. Na verloop van tijd verlaagt dit de waarde van alle euro’s, die dan minder kopen. Het resultaat is inflatie (intussen een feit).
  • Maar inflatie treedt pas op als de economie bloeit. Zodra dat gebeurt, nemen de activa in de boeken van de centrale bank ook toe. De centrale bank zou geen probleem moeten hebben om ze te verkopen. Door activa te verkopen, daalt de geldhoeveelheid en koelt de inflatie af.

QE wereldwijd

Japan was het eerste land dat QE gebruikte, van 2001 tot 2006. Het werd opnieuw opgestart in 2012 met de verkiezing van Shinzo Abe als premier. Hij beloofde hervormingen voor de Japanse economie met zijn drie pijlerprogramma, “Abenomics”.

De Europese Centrale Bank nam in januari 2015 QE aan na zeven jaar van bezuinigingsmaatregelen. Zij stemde ermee in om voor 60 miljard euro aan obligaties op te kopen, waardoor de waarde van de euro daalde en de export toenam. Zij verhoogde die aankopen tot 80 miljard euro per maand.

In december 2016 kondigde het aan dat het zijn aankopen in april 2017 zou afbouwen tot 60 miljard euro per maand. In december 2018 beëindigde het het programma, om er naar aanleiding van de coronacrisis in 2020 weer mee te starten.

Lees ook: Wat is “stagflatie” en waarom vinden economen het zo zorgwekkend?

Meer