Direct naar artikelinhoud
Voor u uitgelegdNatuur

Hoe vlinders zich aanpassen aan de stad: ‘Talloze soorten kunnen zich succesvol aanpassen’

Hoe vlinders zich aanpassen aan de stad: ‘Talloze soorten kunnen zich succesvol aanpassen’
Beeld DM

Vlinders fladderen in de stad langer rond dan op het platteland. Uit een nieuwe studie blijkt dat ze zich genetisch hebben aangepast aan de hogere temperaturen daar. 

Sommige vlindersoorten vliegen in de stad tot een aantal weken later in het jaar rond dan hun soortgenoten op het platteland. Hoe komt dat? Er zijn verschillende mogelijkheden, schrijven de Belgische bioloog Thomas Merckx (Universiteit van Oulu, in Finland) en zijn collega’s in het vakblad PNAS. In de stad is het vaak meerdere graden warmer dan erbuiten doordat steen en beton warmte beter vasthouden, een fenomeen dat bekendstaat als het hitte-eilandeffect. Door lichtvervuiling lijkt de dag er bovendien langer te duren, waardoor een vlinder vroeg in het najaar de indruk zou kunnen krijgen dat het nog volop zomer is.

De onderzoekers kweekten in het lab honderden exemplaren van het klein geaderd witje en de klaverspanner. Die kwamen zowel vanuit de stad als vanop het platteland. Ze hielden beide groepen diertjes bij eenzelfde temperatuur en bij eenzelfde kunstmatige daglengte. Terwijl bij eenzelfde daglengte de meeste plattelandsvlinders niet meer ontpopten om zo de winter te overbruggen, ontwikkelden de stadsvlinders zich wel nog vaak tot volwassen vlinder. “Dat toont aan dat het om een evolutionaire aanpassing gaat, en niet louter om een reactie op prikkels uit de omgeving”, licht Merckx toe. “De omstandigheden in het lab waren immers voor alle vlinders gelijk.”

Omdat er zoveel kunstmatig licht is, denkt de vlinder mogelijk dat het langer dag is.Beeld Sami Kivelä

Ervoor kiezen om nog te ontpoppen, kan stadsvlinders een aanzienlijk voordeel opleveren, want het laat hen soms toe nog een extra generatie nakomelingen op de wereld te zetten. “Door het hitte-eilandeffect duurt het groeiseizoen langer en verloopt de ontwikkeling van ei tot volwassen vlinder sneller”, zegt Merckx.

Het experiment wijst erop dat de hogere temperatuur in de stad verklaart waarom je daar later op het jaar nog vlinders ziet, en niet de lichtvervuiling. “Beslist een rups te laat in het seizoen om zich nog tot volwassen vlinder te ontwikkelen, omdat ze door de lichtvervuiling ‘denkt’ dat het nog volop zomer is, dan zullen haar nakomelingen wellicht sterven door de koude”, zegt Merckx. “Natuurlijke selectie zou in de stad dan individuen bevoordelen die vroeger op het seizoen al in winterslaap gaan, en dat is net het omgekeerde van wat we vaststellen.”

De klaverspanner doet het uitstekend in een stedelijke omgeving.Beeld Sami Kivelä

Niet misleid

De stadsvlinders zijn dus niet misleid, maar profiteren van de hogere temperaturen. “Het laat zien dat sommige soorten zich snel kunnen aanpassen aan een leven in de stad”, zegt Merckx. “Omdat we dit ontdekten bij beide vlindersoorten én in meerdere steden, vermoeden we dat dit evolutionair proces meer algemeen voorkomt.”

Onderzoek naar de impact van verstedelijking op biodiversiteit zit in de lift. Enkele jaren geleden toonden Merckx en zijn Belgische collega’s aan dat er in de stad vaker kleinere kever- en spinnensoorten voorkomen, doordat die beter tegen hitte zijn bestand. Bij vlinders en sprinkhanen zijn grote soorten dan weer in het voordeel, omdat die in een versnipperd landschap makkelijker grote afstanden kunnen afleggen.

Ander onderzoek toonde aan dat ook bepaalde mierensoorten en watervlooien zich hebben aangepast aan de hitte die ze in de stad te verduren krijgen. Blootgesteld aan steeds hogere temperaturen in het lab legden de mieren minder snel het loodje dan hun soortgenoten uit de natuur. Zwitserse onderzoekers stelden vast dat motten uit de stad minder aangetrokken werden door kunstlicht dan diertjes uit het duistere buitengebied. Dat lijkt erop te wijzen dat natuurlijke selectie het vruchteloos rond een straatlantaarn vliegen afstraft.

“Tal van soorten weten succesvol om te gaan met een leven in de stad”, zegt Merckx, die binnenkort aan de Vrije Universiteit Brussel een onderzoeksgroep naar ‘Global Change Biology’ start, met een focus op de impact van verstedelijking. “Door zich aan te passen houden diersoorten voet aan de grond in onze steeds meer verstedelijkte wereld.”

Niet misleid
Beeld Sami Kivelä