Direct naar artikelinhoud
InterviewWalter Damen

‘De betrokken ouders durven niet meer buiten te komen’: advocaat Walter Damen over het Reuzegom-proces

‘De betrokken ouders durven niet meer buiten te komen’: advocaat Walter Damen over het Reuzegom-proces
Beeld Geert Van de Velde

Bijna drie jaar na het overlijden van student Sanda Dia door een vreselijk uit de hand gelopen doopritueel, is het proces-Reuzegom gestart. Welke verantwoordelijkheid dragen de clubleden? Hoe probeerden ze hun sporen uit te wissen? En hebben de jongemannen überhaupt spijt? Het zijn vragen waarover men zich in de rechtbank zal buigen; de eigenlijke pleidooien volgen in 2022. Het signaal voor toppleiter Walter Damen, die één van de Reuzegommers verdedigt, om voor het eerst het woord te nemen. ‘Ik lig vaak wakker van deze zaak.’

In Hasselt gaat op vrijdag 22 april de eerste zittingsdag van het proces tegen de leden van studentenclub Reuzegom van start, meer dan drie jaar na de dood van Sanda Dia (20).

Herlees hier het interview met advocaat Walter Damen:

Het nieuwe academiejaar is zonder Reuzegom gestart. De studentenclub werd in december 2018 door de eigen leden ontbonden na het fatale doopritueel waarbij de 20-jarige Sanda Dia uit Edegem het leven liet. Wat er die avond precies gebeurd was, bleef de eerste weken onduidelijk: het nieuws werd slechts vermeld in een aantal korte krantenartikelen. Pas maanden later, door perslekken uit het politieonderzoek, werd duidelijk hoe brutaal Dia was behandeld in de uren, dagen en maanden voor zijn dood. Papis Dia, de vader van Sanda, sprak zich meermaals uit over de feiten. Ook zijn advocaat, Sven Mary, haalt dikwijls uit naar de clubleden en hun advocaten. En in de pers vielen al uitzonderlijk gedetailleerde reconstructies te lezen. De zaak-Reuzegom wordt eigenlijk al meer dan een jaar openbaar gevoerd.

Walter Damen: “Ik wil al een tijdje iets zeggen over deze zaak, overal spreken mensen me erover aan. Men wil begrijpen wat er gebeurd is. Deze zaak leeft, dat is duidelijk.”

Waarom spreekt u er net nu voor het eerst over?

“Het onderzoek is voltooid en de raadkamer heeft de beklaagden doorverwezen naar de correctionele rechtbank. Ik vind het vanaf nu geoorloofd om iets te zeggen. Had ik dat vroeger gedaan, dan had ik misschien de sereniteit aangetast. Het liefst had ik eigenlijk niet gesproken, maar het móét haast, omdat er al zoveel in het openbaar is gezegd de afgelopen maanden.”

U hebt samen met de andere advocaten van de verdediging heel wat extra onderzoeksdaden geëist. En uw confrater Joris Van Cauter probeerde deze zomer de voorzitter van de raadkamer te wraken, met uw steun. Jullie wordt verweten tijd te kopen, de rechtsgang te vertragen.

“Die kritiek is onterecht. Het is in België jammer genoeg niet uitzonderlijk dat sommige procedures veel tijd in beslag nemen. In dit geval gaat het om een stevig onderzoek met veel personen die moesten worden gehoord. Bovendien beschouwde de onderzoeksrechter veel van het bijkomende onderzoek dat we vroegen als relevant, en dus is het ook toegekend. Dan is het inderdaad even wachten tot de deskundigen hun verslag klaar hebben, maar het is nooit de bedoeling geweest om te vertragen.

“Als de advocaten tijd hadden willen winnen, hadden ze andere mogelijkheden benut. Toen het wrakingsverzoek van Joris Van Cauter werd afgewezen, had hij bijvoorbeeld nog naar het Hof van Cassatie kunnen trekken. Dat heeft hij niet gedaan. Wij hadden onze vragen voor bijkomend onderzoek net zo goed op de zitting van volgend jaar kunnen vragen, en dan waren we gegarandeerd nog veel meer maanden verloren, en wel tíjdens het proces.

“Bovendien hebben onze cliënten geen belang bij vertragingen. Deze zaak en de sfeer errond wegen ook op hen. Voor hen mag het proces starten.”

Veel onderzoeksvragen waren gericht aan het AZ Malle, het ziekenhuis waar Dia die noodlottige dag opgenomen werd. Er werd hier en daar geschreven dat jullie de verantwoordelijkheid van de Reuzegommers naar de artsen op de spoeddienst wilden doorschuiven – ze zouden Sanda Dia te lang beschouwd hebben als een ‘gewone’ stomdronken student, terwijl hij onderkoeld was en grote hoeveelheden visolie op had.

“Dat wij de verantwoordelijkheid willen afschuiven op de dokters klopt geheel niet. Ik kan niet in detail treden, maar we hadden nog heel wat vragen voor het ziekenhuis, omdat niet alles duidelijk was. Niet alle medische verslagen waren bijgevoegd in het dossier. De onderzoeksrechter ging akkoord met onze vraag en de deskundigen zijn aan de slag gegaan. Dat is niet hetzelfde als zeggen dat de arts fouten heeft gemaakt. Wij hebben nooit zoiets gezegd.

“Weet je, de clubleden vinden de gebeurtenissen zelf ronduit afschuwelijk. Die jongemannen zitten met veel twijfels en schuldgevoel. Er spoken allerlei zaken door hun hoofd. Ook voor hen was het van belang dat we alle vragen over die dag konden beantwoorden.»

Dat de mannen schuldgevoelens hebben, is tot op heden nauwelijks gebleken. Integendeel: kort na de dood probeerden de leden vooral sporen te wissen, zo blijkt uit reconstructies in de pers. Het studentenkot van Dia en de put vol ijskoud water waarin hij onderkoeld raakte, werden in allerijl opgeruimd. De leden van Reuzegom kregen de raad alle beeldmateriaal over het gebeuren te wissen en hun chatgroep doekten ze op. Dat laatste blijkt uit WhatsApp-conversaties die de speurders konden inkijken.

“Daarover zijn jammer genoeg al ongelukkige uitspraken gedaan. Mijn confrater Johan Platteau zei in Terzake: ‘Na een feestje ruim je toch ook op?’ Dat was niet zijn boodschap, noch de mijne. Ik kan alleen spreken voor mijn cliënt: die heeft, net als anderen, zonder problemen zijn gsm afgegeven zodat die kon worden uitgelezen. Op hun smartphones stonden onder meer filmpjes van het doopritueel, die dus niet verwijderd waren. Voor het overige wacht ik op wat de procureur daarover te vertellen heeft tijdens de zitting.”

Er werd ook een brief opgesteld voor de ouders van Sanda Dia, maar die werd op aanraden van ouders en advocaten nooit verstuurd. Tot zover de oprechte spijt.

“De vraag is of zo’n direct schrijven de beste manier is om spijt te betuigen aan de ouders. Dat is geen evidente afweging. Je loopt het risico om te bruuskeren, of dat de goedbedoelde brief slecht onthaald wordt, waardoor je de ouders onbewust nog meer pijn berokkent. Dus moet je jezelf de vraag stellen: is het niet verstandiger om van advocaat tot advocaat te communiceren, en om zo bijeen te komen en spijt te betuigen? Om een herstelbemiddeling op te zetten en alle partijen rond de tafel te krijgen?”

Zegt u dat zo’n gesprek heeft plaatsgevonden? Hebben de Reuzegommers één op één spijt betuigd aan de ouders?

(twijfelt) Daar wil ik nog niet op antwoorden. In de eerste dagen en weken na de feiten was contact met de familie een heikel punt. Niemand besefte goed wat er net gebeurd was. Mijn cliënt, en hij niet alleen, was in shock. Ondertussen kan ik zeggen dat er op zijn minst acties zijn ondernomen en er spijt is betuigd, ja. Gemeend en oprecht – dat kan ik u met de hand op het hart zeggen na de vele uren die ik gesproken heb met mijn cliënt.

“Ik vind dat een lastig aspect aan deze zaak, omdat spijt voelen en uitspreken iets is wat sereen en privé moet gebeuren. Elke spijt die de Reuzegommers openbaar hadden betuigd, zou wellicht op een koude steen gevallen zijn. ‘Wat denken die jongens wel?’ Op de publieke zitting zal dat niet anders zijn. ‘Die rijkeluiskindjes proberen zich er makkelijk van af te maken.’ Door de stempel die ze gekregen hebben, komen goedbedoelde woorden over als niet oprecht. De rechter zal daar volgend jaar over oordelen. Wij willen hoe dan ook geen polemiek creëren.”

Hoe gaan de Reuzegommers met dit alles om?

“Ik heb de indruk dat sommige mensen denken dat de clubleden deze gebeurtenissen makkelijk van zich kunnen afzetten, omdat ze uit gegoede milieus komen en ouders hebben met hoge functies. Maar dat is niet zo. Deze zaak heeft bijzonder diepe sporen nagelaten bij die jongemannen en hun families. Die gezinnen zijn er gewoonweg kapot van.”

Omdat dit het carrièrepad van hun zonen doorkruist?

“Dat is een cynische lezing. Ik heb vrienden die betrokken ouders kennen, en die vertellen me dat ze zich schamen, niet meer buiten durven te komen. Ze zijn schimmen van zichzelf. Het is iets helemaal anders dan een kind verliezen, dat weet ik, en dat wil ik ook benadrukken. Maar hun leven is ook verscheurd, zij het op een andere manier.

“Ik vind het jammer dat sommigen het debat de afgelopen maanden hebben versmald tot een gesprek over klassenjustitie of een klassenmaatschappij. Dat is onterecht. Het dossier is van Antwerpen naar Hasselt gehaald om elke schijn van partijdigheid weg te nemen (het onderzoek werd verplaatst omdat een ouder van één van de beklaagden rechter is in Antwerpen, red.). Dat zegt volgens mij al veel.”

Sanda Dia.Beeld VTM

SLAPELOZE NACHTEN

De afgelopen maanden lekten steeds meer details uit over de laatste maanden en uren van Sanda Dia. Het begon met de speech van de schachtentemmer aan het begin van het academiejaar, die er een ‘gestoord bruut jaar’ van wilde maken. Hij kwam zijn belofte na. Op een cantus gooide hij een vol blik bier naar een kandidaat-schacht. Zijn oogvlies raakte beschadigd en zijn neus was gebroken. Door de brutaliteit haakten hij en enkele anderen snel af. “Drie janetjes die na nog geen 5 minuten hun aftocht kenden en een beschadigd oog”, mailden Reuzegommers nadien rond. “Kortom een werving in stijl, een werving die alleen de Reuzegom kan houden.” Buren zien op een wervingsavond van Reuzegom hoe een clublid een jongen bij zijn haren over de grond sleept. Op de foto’s van de getuige, die de De Morgen-redactie kon bekijken, is te zien hoe een drietal jongeren aan het urineren is op iemand die uitgeteld op de grond ligt.

Begin december volgt het echte doopritueel voor de drie overgebleven kandidaat-schachten, onder wie ingenieursstudent Sanda Dia. Het slachtoffer moet daags na een uitputtingsslag met veel alcohol een put voor zichzelf graven in Vorselaar. Hij zal er urenlang in koud water moeten zitten, terwijl hij uitgescholden en vernederd wordt. Tijdens en voor die beproeving krijgt hij honden- en kattenvoer te eten, een schachtenpapje en een muis die door de blender is gedraaid. Eén van de vele beproevingen bestaat erin dat de kandidaat-schacht eerst een levende goudvis opeet, daarna visolie drinkt en zo het visje levend weer uitbraakt. Bij Dia lukt dat niet meteen. Hij zou volgens de verhoren nog een tweede vis en extra visolie moeten doorslikken. Na het drinken van de visolie begint Sanda trager te spreken en te reageren, merken de twee andere schachten op. Ze maken de Reuzegommers duidelijk dat het niet goed gaat met Sanda. De schachten krijgen de opdracht om Dia bij een kampvuur te leggen om op te warmen. Sanda reageert op dat moment niet meer. Na enig getwijfel brengen clubleden de student naar het ziekenhuis. Ter plaatse blijkt dat zijn lichaamstemperatuur nog 27 graden bedraagt. Dia overleeft het niet.

Damen: “Ik lig niet vaak wakker van dossiers. Ik bescherm mezelf tegen de emotionele impact, anders zou het moeilijk zijn om mijn job uit te oefenen. Maar van deze zaak heb ik héél vaak wakker gelegen. Ik tob er nog elke dag over. Ik kan het moeilijk loslaten.”

Waarom?

“Omdat ik het nog altijd probeer te begrijpen. Hoe is dit in hemelsnaam kunnen gebeuren? Die jonge mensen hebben zoveel potentieel, intelligentie en talent, maar toch is hun doopritueel zo kunnen ontsporen. Deze gebeurtenissen kleven nu voor altijd aan hen: ze hebben mogelijk voor iemands dood gezorgd. Ongewild, maar toch.

“Sanda Dia was een vriend van de Reuzegommers. Ze trokken veel samen op, gingen naar feestjes, zaten samen op kot. Hij was een geliefd figuur. De Reuzegommers hadden dat doopritueel in de jaren ervoor zélf ondergaan – sommigen kregen het zelfs nog zwaarder te verduren. Niemand van hen verwachtte dat er ooit iets ernstigs zou gebeuren. Laat staan dat ze dat wilden. Natuurlijk niet: als ze de klok konden terugdraaien, deden ze dat meteen.

“Hadden de beklaagden de dood van Sanda Dia kunnen voorzien? Hadden ze het moeten weten? Ik denk niet dat visolie drinken bij u of iemand anders meteen alarmbellen doet afgaan als iets potentieel dodelijks. Als je al die elementen optelt: in welke mate moet iemand als betrokkene dan bestraft worden?”

De clubleden worden weleens moordenaars genoemd.

“Dat zijn ze zeker niet, want ze hadden nooit de intentie om Sanda Dia om het leven te brengen. Ze staan niet terecht voor moord, maar voor onopzettelijke doding (ook voor schuldig verzuim, mensonterende behandeling en het opzettelijk toedienen van schadelijke stoffen met de dood tot gevolg, red.). Dat is trouwens ook de boodschap van de advocaten van de burgerlijke partijen: iedereen weet dat niemand dit gewild heeft.”

Beeldt u het zich soms in: wat als het mijn zoon was geweest?

“Ja, absoluut. En ik zou me – denk ik – dezelfde vragen stellen als nu: wat is daar verdorie gebéúrd? Waarom heeft niemand sneller ingegrepen? Hoe kan het dat in de loop der jaren een dynamiek kon ontstaan waarbij vrienden elkaar zulke beproevingen lieten doorstaan, en dat bovendien normaal begonnen te vinden?”

SLAPELOZE NACHTEN
Beeld VTM

Hebt u daar al antwoorden op?

“Ik ben er momenteel veel over aan het lezen en nadenken. Tijdens het onderzoek heb ik gevraagd een psychiater en moreel deskundige aan te stellen om de antwoorden op die vragen te krijgen. De onderzoeksrechter heeft dat geweigerd. Dus ben ik zelf in de literatuur over ontgroeningstaferelen gedoken. Maar er is opvallend weinig onderzoek gebeurd. Er bestaan nochtans soortgelijke rituelen in de scouts of het leger, waarbij ook grenzen verlegd worden om in een groep ‘aanvaard’ te worden.

(denkt na) Als u die jongemannen eens zou spreken, zou u merken: ze zijn er kapot van. Ze begrijpen zélf niet hoe de dingen zo uit hun handen konden glippen, en hoe ze in staat waren om deel te worden van zulke extreme rituelen. Je ziet ze intern worstelen als je met hen praat: ‘Waarom liet ik mezelf als schacht zo brutaal onderwerpen? En hoe kon het dat ik het daarna iemand anders aandeed?’”

Dat ontslaat hen toch niet van hun verantwoordelijkheid?

“Nee, het is geen artikel 71 (dat stelt dat er geen sprake is van een misdrijf wanneer iemand geen controle heeft over zijn daden door dwang of een stoornis, red.). Maar je kunt je wel de vraag stellen wat die gedoopten allemaal hebben ervaren in de jaren ervoor. Is het net daardoor – ‘wij hebben die beproevingen heelhuids doorstaan’ – dat ze vinden dat ze dat anderen ook mogen aandoen? Ik zal tijdens het proces het debat daarover aangaan. Of de rechter daar rekening mee houdt, is maar de vraag. Maar dat we er als maatschappij over moeten praten, is zeker.”

Hun handelingen lijken me van zo’n brutaliteit te getuigen dat ik mag hopen dat ze gestraft worden.

“Ik hoop dat iedereen zich de komende maanden bereid toont om naar alle kanten van het verhaal te luisteren. De advocaten en de rechter, natuurlijk, maar ook burgers en journalisten. Ons land kent een sterke traditie van onderzoeksjournalistiek, waardoor we over veel onderwerpen een rijk publiek debat kunnen voeren. Maar sommige publicaties over deze zaak hebben de maatschappij misschien uit elkaar gedreven. Ik hoop dat de genuanceerde standpunten van alle partijen tijdens het proces straks niet genegeerd worden, of overstemd door geroep. Laten we allemaal onze verantwoordelijkheid nemen om een sereen debat te voeren.

“Dit is geen zwart-witproces. Als mensen weigeren te geloven dat de clubleden oprechte spijt voelen en intern verscheurd zijn, is dat hun goed recht. Dat is de makkelijke oplossing: ‘Ze moeten hangen.’ Verantwoordelijker is om mee na te denken over hoe dit is kunnen gebeuren.

“Kijk, dit interview bezorgt me ongetwijfeld doodsbedreigingen in mijn mailbox. Dat weet ik nu al. Sommige mensen willen blijkbaar niet aanvaarden dat er sprake kan zijn van spijt en berouw. In die zin zijn onze cliënten – afgeschilderd als een bende gevoelloze elitairen – het voorbije jaar al stevig afgestraft.”

Na de dood van Sanda Dia regende het nieuwe doopcharters. Vorige week raakte bekend dat de traditionele schachtenverkoop in Antwerpen verboden wordt.

“Dopen vind ik een maatschappelijk vraagstuk. Er zijn nog studentenclubs die bijzonder ver gaan. Door corona is er artificieel een stop op gezet, straks herbegint alles.

“Weet u, ik ben ook geïnteresseerd in de bredere dynamiek. Het zal misschien een rare vergelijking lijken, maar ik denk aan pesten op het werk. Dat is een steeds groter probleem. Volwassenen die onheuse dingen zeggen tegen elkaar, of die soms fysiek gewelddadig zijn. Dat gebeurt ook in groepsverband, en het lijkt er ook op dat de grenzen daar steeds verlegd worden. Wat drijft mensen om dat te doen? En vooral: hoe lossen we dat op?

“Ik kende Reuzegom en hun reputatie al als student. En ik hoorde de verhalen over de zware dopen. Zelf ben ik ook gedoopt, en dat ging vrij ver. Maar blijkbaar ging het bij Reuzegom verder en verder. Omdat er geen ernstige gevolgen waren, bleef de traditie bestaan en verharden. Het probleem is blijven groeien, met in 2018 verschrikkelijke gevolgen voor één persoon en zijn familie. Als Sanda Dia niet gestorven was na zijn doop, had Reuzegom nog bestaan en hadden jonge studenten het jaar erop bijna exact hetzelfde meegemaakt. Dat weet ik zeker. Het is dus zaak om zulke rituelen goed in de gaten te houden en tijdig in te grijpen. Want dat is waar het Reuzegom aan ontbrak: er is niemand geweest die de praktijken een halt heeft toegeroepen.”

Dat hadden ze dan toch zélf moeten doen? Reuzegom was niet verbonden aan de universiteit en weigerde doopcharters te ondertekenen. Het is net de combinatie van hun ongehoorzaamheid, en het feit dat ze later als advocaten, rechters en politici machtige mensen zouden worden, die mensen tegen de borst stuit.

“Het is algemeen geweten dat er sinds jaar en dag studentenclubs bestaan die niet verbonden zijn aan een universiteit. Maar daarop kan worden ingespeeld. Kijk naar de schachtenverkopen die verboden worden in Antwerpen. Het is goed dat er vandaag over wordt nagedacht, maar dat had misschien vroeger al gekund. Dat is geen schuldverschuiving, maar een vaststelling.”

SLAPELOZE NACHTEN
Beeld Geert Van de Velde

ALTERNATIEVE STRAFFEN

Het onderzoek naar de feiten werd de afgelopen jaren wereldnieuws. Het verhaal van wijlen Sanda Dia belandde zelfs op de voorpagina van The New York Times. De Amerikaanse journalisten koppelden de dood van de student aan het bredere probleem van racisme en de maatschappelijke verharding in Vlaanderen.

Racisme speelde een rol in de werking van Reuzegom. Clubleden pronkten op een foto in Ku Klux Klan-gewaden, de schachtentemmer had het enkele maanden voor de dood van Dia over ‘onze goede Duitse vriend, Hitler’, en zelfs na het overlijden van Dia dook een filmpje op van Reuzegommers waarin een racistisch lied werd gezongen tegenover een dakloze zwarte man. Bovendien werd duidelijk dat Sanda Dia zelf racistisch bejegend werd. Toen hij de opdracht kreeg om op te ruimen na een feestje, kreeg hij volgens een getuige te horen dat mensen zoals hij, aangeduid met het woord ‘neger’, dienden te werken voor de blanken.

Was racisme een factor in de dood van Sanda Dia?

“Nee. Ik betreur ten zeerste dat racisme ter sprake komt in het debat over dit proces.”

Volgens de vader van Sanda Dia was de gedachtegang van de clubleden racistisch. ‘Sanda is gewoon een zwarte man, wij zijn machtig en ons kan niets overkomen.’

“Er is geen enkel element van racisme weerhouden: het Openbaar Ministerie heeft de factor niet relevant geacht in deze zaak. De advocaten van de burgerlijke partijen konden ook vragen om van racisme een element te maken voor bijkomende vervolging, maar dat is op geen enkel moment gebeurd.

“Natuurlijk zijn er in de maanden voordien dingen gezegd die niet konden, maar de feiten zelf zijn niet in die context gebeurd. Als je in Vlaanderen een willekeurige WhatsApp-groep zou openen, kun je volgens mij bijna altijd de vraag stellen of sommige dingen vandaag de dag nog wel kunnen. Daar moeten we ons allemaal bewust van zijn.

“Wat de familie van Sanda Dia betreft, kan ik alleen maar hopen dat het debat ten gronde meer duidelijkheid kan brengen. Dat we kunnen schetsen wat er die dag gebeurd is. Hopelijk slagen we er zo in om duidelijk te maken dat er van racisme geen sprake was.»

Wat als bepaalde Reuzegommers een effectieve gevangenisstraf krijgen?

“Het doel van een straf is nog altijd herintegratie in de maatschappij. Een gevangenisstraf is het ultimum remedium, het laatste redmiddel. Bij een schuldigverklaring zullen wij vragen om een alternatieve straf op te leggen. De minister van Justitie (Vincent Van Quickenborne, red.) heeft vorige week trouwens nog het standpunt ingenomen dat we in ons land vaker aan alternatieve straffen moeten gaan denken.

“Iedereen zal ‘Justice for Sanda’ voor zichzelf invullen. De KU Leuven, de samenleving, en mijn cliënt die met dit alles moet verder leven. Er zal uit elke mogelijke hoek kritiek komen na het vonnis van de rechter. Dit is nu eenmaal het type proces waar iedereen zijn mening over heeft – net omdat het zo uitzonderlijk is.”

© Humo