Wallonië krijgt federale noodlening van 1,2 miljard euro

 ©  ISOPIX

De federale regering zal 1,2 miljard euro lenen aan Wallonië om de gevolgen van de watersnood aan te pakken. Dat hebben premier Alexander De Croo (Open VLD) en Waals minister-president Elio Di Rupo (PS) bevestigd

jfja, rvs

Federaal minister van Financiën Vincent Van Peteghem (CD&V) lichtte op de persconferentie de voorwaarden van de noodlening toe: ‘Tot 2025 moet die lening niet terugbetaald worden, daarna gebeurt dat over een looptijd van tien jaar en met een vaste rente. Dat is gunstiger voor de Waalse overheid, wij hebben daar als federale overheid geen winst aan, we geven onze tarieven door aan het Waals Gewest.’

De federale regering beslist ook om het btw-tarief tot 6 procent te verlagen voor afbraak en wederopbouw tot eind 2022. Ook de eigenaars van de getroffen woningen zullen daarvan gebruik kunnen maken.

Dossier onder spanning

De deal volgt op een eerder voorstel van staatssecretaris Thomas Dermine (PS) om een overstromingsfonds op te richten, eveneens ten belope van 1,2 miljard euro, waarvan 600 miljoen euro voor ­rekening van de federale overheid zou zijn. Het bedrag correspondeerde met de kosten van infrastructuur ‘van nationaal belang’, waaronder scholen en bruggen. De totale schade wordt op 4 miljard euro geschat.

Die sortiezette het dossier onder spanning. Ten eerste omdat er amper iemand binnen de meerderheid van op de hoogte was. Ten tweede omdat werd getwijfeld aan de haalbaarheid van zo’n fonds, dat zou neerkomen op het federaal financieren van puur gewestelijk uitgeoefende bevoegdheden – bijvoorbeeld scholenbouw.

Twee negatieve adviezen, een van de juridische dienst van de Kanselarij en een van Financiën, bevestigden die scepsis. De bijzondere financieringswet laat niet toe om bij onvoorspelbare gebeurtenissen af te wijken van bestaande financieringsmechanismen.

Dermine gaf dat gisteren ook aan in de Kamercommissie Economie, waar hij ondervraagd werd door Kamerlid Sander Loones (N-VA). Dermine herhaalde dat ook in andere federale landen, zoals de Verenigde Staten (na orkaan Katrina) of Duitsland (ook deze zomer getroffen) de centrale overheid met steun over de brug is ­gekomen, maar dat elk land dat ‘binnen de eigen institutionele context’ moet organiseren. En ook: ‘We hangen niet vast aan een bepaald mechanisme, wel aan het organiseren van de solidariteit. Peu importe le moyen.’

Dus moest De Croo op zoek naar een alternatief. Met flink wat druk op de schouders, want intussen had ook de MR, bij monde van Waals minister van Begroting, Jean-Luc Crucke, ­laten weten dat 600 miljoen ‘een minimum’ was.

De Croo wil solidariteitsmechanisme

De uiteindelijke oplossing via een lening werdeergisteren al door Vlaams minister-president Jan Jambon (N-VA) op tafel gelegd. En dat terwijl de N-VA de piste van het fonds, net zoals Open VLD eerder, had afgeschoten als ‘te vrijblijvende hand-out’.

De lening is dan ook een elegante oplossing voor zowel de ­socialisten als de liberalen. De PS kan zich sterk maken dat er meer dan de gevraagde 600 miljoen euro naar Wallonië gaat, Open VLD kan er dan weer op wijzen dat het om een lening gaat, waarvan het geld normaal gezien binnen tien jaar opnieuw integraal op de federale rekening staat.

Om dergelijke vervelende discussies voortaan te vermijden, wil De Croo nu snel samenzitten met de regionale minister-presidenten om het te hebben ‘over de opportuniteit om in de toekomst in onze institutionele wetgeving een vorm van solidariteitsmechanisme te voorzien dat zou kunnen worden geactiveerd bij zeer uitzonderlijke algemene rampen van nationaal belang, ook wanneer het gaat om asymmetrische schokken waarbij een van de landsgedeelten veel harder getroffen zou zijn.’

Dat schreef De Croo in een brief die De Standaard kon inkijken, en hij herhaalde zijn wens vandaag op de persconferentie. De klimaatverandering maakt de kans op zo’n asymmetrische schokken groter, aldus De Croo. Op zo’n moment volstaan de regionale rampenfondsen volgens de premier niet. ‘Dat kan leiden tot een budgettaire schok waarbij het uitblijven van een snel rechtstreeks ingrijpen kan leiden tot een negatieve spiraal en effecten die een zware impact hebben op het hele land. In dat geval wordt het een gebeurtenis met nationale gevolgen. Daarover moet wij ons nu al toekomstgericht bezinnen’, vond de premier in zijn brief.