Kinderen zijn binnen de huishoudens vaak de drijvende kracht achter het ecologisch gedrag. Onder hun impuls wordt immers bij het shoppen tot een milieuvriendelijker gedrag overgegaan. Dat blijkt uit een studie van het onderzoeksbureau Kantar, gebaseerd op een enquête bij 90.000 respondenten in zesentwintig landen.

Aan de andere kant ontdekten de onderzoekers echter ook dat meer dan driekwart van de ondervraagde huishoudens niets om het leefmilieu geeft of in praktijk nalaat om op een duurzamer gedrag over te stappen.

Pandemie

Het onderzoek toonde dat 49 procent van de erkende huishoudens te kennen geeft dat ze door de uitbraak van de coronapandemie een grotere belang aan duurzaamheid zijn gaan hechten. Maar niet bij alle consumenten wordt dat ook in de praktijk omgezet.

Slechts 22 procent van de huishoudens blijkt daadwerkelijk inspanningen te doen om milieuvriendelijker te shoppen. Dat betekent wel een vooruitgang tegenover eerdere peilingen. Twee jaar geleden werd hier immers slechts een niveau van 16 procent opgetekend.

Kantar verwacht dat midden dit decennium een niveau van 40 procent zal worden bereikt.

“Deze shoppers tonen een grote bekommernis over het milieu en doen er alles aan om hun afval te verminderen”, stippen de onderzoekers aan. “Vooral de productverpakking kan daarbij een belangrijke aanzet zijn om het shopping gedrag te veranderen. De invloed van familieleden, vooral kinderen, staat echter op de tweede plaats.

Daarnaast is er een groep van 40 procent die aangeeft zich over het leefmilieu en de afvalproblematiek weliswaar zorgen te maken, maar in de praktijk nalaat om acties te ondernemen om die knelpunten te helpen aanpakken.

Een derde categorie, die 38 procent van de huishoudens omvat, wijst echter alle ecologische problemen af. Deze groep toont weinig of geen interesse in het leefmilieu, terwijl ook geen enkele intentie kan worden vastgesteld om het afval te verminderen.

België

Er konden volgens Kantar echter ook aanzienlijke regionale verschillen worden opgetekend. In Duitsland blijken de huishoudens over het grootste ecologische bewustzijn te beschikken. Daar zegt immers 46 procent van de respondenten zich zorgen over het leefmilieu te maken, gevolgd door België en Hongarije.

Bij de rijke landen tonen Nederland en de Verenigde Staten zich het minst om het leefmilieu te bekommeren. De slechtste prestatie werd opgetekend in Saoedi-Arabië. Daar blijkt amper 7 procent van de gezinnen zich in het shoppinggedrag milieubewust op te stellen.

In eerste instantie blijkt de klimaatverandering de bekommernis van de gezinnen weg te dragen (42 procent), gevolgd door watervervuiling (36 procent) en plastic afval (34 procent).

De belangrijkste belemmering voor een duurzamer gedrag blijkt de hogere prijs en de beperkte beschikbaarheid van producten met een sterker ecologisch karakter (59 procent). Daarnaast blijken vele consument tijdens het winkelen afgeleid te worden (33 procent) of weten de shoppers niet goed welke actie ze kunnen ondernemen (22 procent).

“Een goede keuze aan lokale producten en betaalbare opties zijn de belangrijkste duurzaamheidsfactoren die shoppers in overweging nemen bij het kiezen van een winkel om te winkelen”, benadrukt Guillaume Bacuvier, topman van Kantar Worldpanel.

“Specifiek ecologische eigenschappen kunnen de consument minder gemakkelijk overtuigen.”

(bzg)