"Het lam gods" bestond oorspronkelijk uit twee altaarstukken, beweren twee Vlaamse professoren

Het is een eeuwenoude vraag: welke delen van "Het lam gods" werden door Hubert Van Eyck geschilderd en welke door zijn broer Jan. Hélène Verougstraete, professor-emeritus kunstgeschiedenis en Wim Verbaal, professor Latijnse taal en literatuur beweren het antwoord gevonden te hebben. In het tijdschrift Openbaar Kunstbezit Vlaanderen (OKV) stellen ze dat "Het lam gods" niet één altaarstuk is, maar oorspronkelijk bestond uit twee stukken.

Volgens de professoren zou Jan Van Eyck het bovenste gedeelte toegevoegd hebben na de dood van zijn broer Hubert in 1427. Dat leiden ze onder meer af uit de eredoeken achter Maria en Johannes de Doper. In het bovenste deel van "Het lam gods" is op de eredoeken achter Maria en Johannes de Doper tien keer hetzelfde motief geschilderd. 

Door de eeuwen heen zijn de kwetsbare motieven beschadigd, sommige stukken zijn verdwenen door warmte, werden niet vakkundig gerestaureerd of overschilderd. Velen dachten dat de tekst bestond uit fantasieletters, maar met behulp van röntgenbeelden konden de professoren de raadseltekst ontcijferen. En dat schept volgens hen een heel nieuw licht op het werk.

Maria en Johannes hebben hetzelfde - zich herhalend - motief op hun eredoeken: een eenhoorn, en een banderol met tekst.

In de tekst ontwaren ze BROER L 27AD. De L zou staan voor Lubrecht, een naam die Hubert Van Eyck in sommige documenten voor zichzelf gebruikte. Daarna volgen twee Arabische cijfertekens, '2' en '7'. De professoren concluderen daaruit dat het bovenste gedeelte van "Het lam gods" geschilderd zou zijn door Jan aangezien Hubert stierf in 1427.

Ook het volledige gesloten altaarstuk is volgens de professoren van de hand van Jan. Dat leiden ze onder meer af uit het gebruikte perspectief op de panelen, in combinatie met de lichtinval in de oorspronkelijke Vijdkapel. 

"Het lam gods" van de gebroeders van Eyck in de Vijdkapel (Pieter-Frans De Noter, 1829) - Uit de collectie van het Rijksmuseum SK-A-4264

Hubert Van Eyck zou volgens de professoren enkel betrokken zijn geweest bij het centrale paneel onderaan - met het lam gods - en mogelijk bij enkele zijpanelen in open toestand. Jan zou in 1427 dan het werk hebben voortgezet en er een tweede retabel -de bovenste panelen- hebben aan toegevoegd en vermoedelijk ook alle panelen in gesloten toestand hebben geschilderd. 

De buitenste panelen van "Het lam gods"

Uit historische bronnen is ook geweten dat er vroeger een scheiding was tussen de bovenste en de onderste reeks panelen. De nieuwe opstelling van het meesterwerk in de Sint-Baafskathedraal herstelt deze ruimtelijke scheiding tussen de twee registers. "Dit doet recht aan de historische waarheid, namelijk dat er twee altaarstukken werden gemaakt, te beginnen met het onderste en vervolgens het bovenste", concluderen de auteurs.

In oktober 2012 startte de restauratiecampagne van "Het lam gods", in 2022 gaat de laatste fase in. Bekijk hier hoe dat in zijn werk gaat:

Videospeler inladen...

Meest gelezen