Direct naar artikelinhoud
InterviewJohan Ackaert

Johan Ackaert: ‘Ooit stond de Vlaamse regering voor vooruitgang en emancipatie. Vandaag is ze onherkenbaar’

Johan Ackaert: 'Met het 'new public management' dat de jongste jaren is doorgedrongen in de politiek, moet alles moet financieel efficiënt zijn. Maar we stellen ons niet meer de vraag of we ook bepaalde doelen halen.'Beeld Franky Verdickt

In zijn Septemberverklaring klopte Vlaams regeringsleider Jan Jambon (N-VA) zich maandag stevig op de borst. Maar op Johan Ackaert maakte ‘Sterke Jan’ weinig indruk. Bij de start van zijn emeritaat is de politicoloog scherp voor de politieke klasse. ‘Mocht ik in de gemeenteraad zitten, ik zou spontaan een maagzweer krijgen.’

In zijn kantoor in Everberg prijken de memoires van Tindemans, Eyskens, Dehaene en Tobback op de boekenplank, omringd door honderden naslagwerken over de vaderlandse politiek. Net deze week werd het nieuwe politieke jaar afgetrapt in het Vlaams Parlement. Geen beter moment om voormalig decaan rechten en politicoloog Johan Ackaert, al jaren de specialist lokale politiek, te bevragen over de staat van het land. “Ach ja, dit interview verschijnt op de eerste dag na mijn pensioen. Dan kan ik me wat permitteren.” (lacht)

Proficiat. Hoe voelt u zich?

“Dat valt best mee. Ik stop met lesgeven, maar ik blijf nog een beetje actief. De UHasselt start volgend jaar een nieuwe bacheloropleiding sociale wetenschappen, die ik graag wil opvolgen. Ik blijf ook voorzitter van een ethische commissie. De bedoeling is dat ik de komende maanden nog twee dagen per week naar Hasselt rijd. Meer krijg ik niet aan mijn vrouw verkocht. (lacht) We weten trouwens wat gedaan, want afgelopen vrijdag is onze tweede kleinzoon geboren.”

In zijn speech noemde minister-president Jan Jambon zich een bezorgde grootvader die de toekomstige generaties wil beschermen. Stemt dat u gerust?

“Daarvoor mis ik toch wat ambitie. Als ik terugdenk aan de tijd toen de Vlaamse regering begon, in 1981 met Gaston Geens (CVP), hadden we een veel ambitieuzer project. Toen stond de Vlaamse regering nog voor vooruitgang en emancipatie. Voor welvaart, sociale gelijkheid en bescherming van het leefmilieu. Vandaag is ze onherkenbaar. We proberen hoogstens nog te behouden wat er is.”

U vindt het ‘Sterke Jan’-etiket overdreven?

“Soms denk ik dat media gewoon te makkelijk diploma’s uitreiken. Al toen Jambon nog federaal minister was had ik mijn twijfels. Denk maar aan zijn uitspraak over de dansende moslims. En kijk nu ook naar de problemen die de Civiele Bescherming ondervindt na de overstromingen in Wallonië. Er is de voorbije jaren zodanig op de dienst bespaard dat ze slagkracht tekort komt. Dezelfde trend zien we in Vlaanderen. We wilden altijd maar overtollig vet wegschrapen. Nu hebben we geen enkele reserve meer.”

Is dat zo erg? We zitten nu eenmaal krap bij kas.

“Goh... Het eerste wat me aan het denken heeft gezet, was de antiterreuractie in Verviers in 2015, waarbij de terreurcel rond Abdelhamid Abaaoud werd opgerold. De Belgische politie moest munitie gaan lenen bij de Fransen. Daarna hadden we hetzelfde probleem met de mondmaskers in de coronacrisis, de onderbemande inspectiediensten op arbeid en milieu en de overstromingen in Wallonië. Allemaal rode knipperlichten.”

Er zijn toch altijd zaken die fout lopen?

“Het ligt wellicht aan mijn slecht karakter, maar ik heb zo het gevoel dat dit bewust is. Dat dit het effect is van een neoliberale agenda waarbij er gestreefd wordt naar zo weinig mogelijk toezicht. Vrijheid, blijheid. Dat zie je ook aan het new public management dat de jongste jaren is doorgedrongen in de politiek. Alles moet financieel efficiënt zijn, maar we stellen ons niet meer de vraag of we ook bepaalde doelen halen.”

Haalt de Vlaamse hervorming ‘ter versterking van de lokale democratie’ haar doel? Sinds de nieuwe politieke regels wisselden al vijf gemeenten van burgemeester.

“Met de ‘constructieve motie van wantrouwen’ is het nu veel makkelijker om een meerderheid te breken. Tot nog toe was de procedure traag en complex. Die snelheid is misschien een voordeel, maar ze verhoogt ook de instabiliteit in gemeenten. Ik vrees dat we naar een verruwing gaan van de politieke zeden. Als het even niet meer lukt, ga je maar met de oppositie praten. Terwijl coalities waarin het niet meer boterde tot nog toe gedwongen waren om samen een oplossing te zoeken. Ik denk niet dat de lokale democratie hier per se sterker van wordt.”

Wel amusanter. In Langemark kreeg de CD&V-burgemeester het mes in de rug van een N-VA’er met wie hij levenslang bevriend was. In De Panne speelde een 25 jaar oude familievete op.

Toen ik ooit burgemeesters interviewde voor mijn doctoraat vertelde een dame mij dat ze in de lokale politiek was gestapt omdat haar man – ook een politicus – een affaire had gehad. Ze wilde wraak nemen. Dat is nog gelukt ook. Ze is burgemeester geworden. (lacht)

Zo zie je maar. Op het eerste gezicht lijken gemeenten misschien een minikopie van de nationale politiek, maar de hoofdrolspelers doen veel individueler aan politiek. Ze zijn minder gebonden aan een partij. Vandaar dat de opgelegde regels door Vlaanderen veel minder gesmeerd lopen dan verwacht.”

Voortaan krijgt de grootste partij na de verkiezingen ook twee weken het initiatiefrecht om een meerderheid op de been te brengen.

“Opnieuw: ik kan perfect voorspellen dat dat niet gaat werken. Want terwijl de grootste partij met mij komt spreken, zit ik vanavond al op café met een ander. Die cultuur krijg je er niet zomaar uit. Een zoon van een burgemeester die ik ken moest op de avond van de verkiezingen altijd langs de cafés van het dorp fietsen om daar de nummerplaten te noteren. Zo kon zijn vader controleren wie met wie aan het praten was.”

Wat er ook niet uit gaat, is het cliëntelisme. Kijk naar Veerle Heeren (CD&V) in Sint-Truiden, die nog steeds vrolijk op post zit.

“Wat Heeren deed, is er deontologisch ver over. We hebben in Vlaanderen echter niet de traditie om lokale politici snel te sanctioneren. Ik herinner mij één geval in de jaren 80, waarbij een burgemeester onder invloed werd gecontroleerd langs de weg en de twee gendarmen een muilpeer verkocht. Die man werd een paar maanden geschorst.”

Wijlen Georges Mommerency, burgemeester in Nieuwpoort.

“De man die oorspronkelijk als postbode de pensioenen rondbracht in Nieuwpoort en af en toe van mensen de vraag kreeg waarom hun pensioen die dag nog niet gekomen was. Waarop hij antwoordde: ‘Madamtje, kgon ne keer bellen naar Brussel.’”

En een dag later hun enveloppe bovenhaalde?

“Pas op, ik wil niet denigrerend doen over lokale politiek. Burgemeesters werken gemiddeld 45 uur per week, terwijl ze er vaak nog een andere job moeten bijnemen om rond te komen. In grote steden komen burgemeesters aan meer dan 60 uur per week. De ene kiest eerder voor het individuele dienstbetoon, de andere gaat beleidsmatig te werk. Ook de administraties zijn de voorbije jaren enorm geprofessionaliseerd. Het enige wat nog duidelijk beter moet, is de schaalgrootte.”

'Vlaams Belang kan 2024 in de markt zetten als hét moment waarop het moet gebeuren. Er zijn voldoende redenen om te denken dat de partij het erg goed gaat doen.'Beeld Franky Verdickt

Gemeentefusies blijven op weerstand stoten.

“Als jonge onderzoeker maakte ik al een evaluatie van de fusies in 1977. Toen borrelden exact dezelfde gevoelens op als nu. Toch moeten we evolueren naar gemeenten van minstens 40.000 inwoners om het beleid een beetje op niveau te brengen. Anders missen ze de slagkracht om grote uitdagingen zoals digitalisering en klimaat aan te pakken. Veel kleine gemeenten zitten op hun tandvlees. Ze morrelen in de marge. Mocht ik in zo’n gemeenteraad zitten, ik zou spontaan een maagzweer krijgen. Zo slaapverwekkend.”

Afgelopen zomer hekelde u de afschaffing van de lokale opkomstplicht. Een historische vergissing, zei u.

“Afgaande op de evolutie in Nederland, waar de opkomstplicht al in de jaren 70 verdween, zal de opkomst geleidelijk zakken van ruim 90 procent naar ongeveer 60 procent. Mochten al die afhakers nu gelijk over alle lagen van de bevolking verspreid zijn, dan zou dat nog aanvaardbaar zijn. Maar ieder onderzoek ter wereld toont aan dat vooral mensen met een lagere sociaal-economische status afhaken. Dat creëert een gevaarlijke paradox: zij die de politiek het meest nodig hebben om hun belangen te verdedigen, nemen er steeds meer afstand van.

“Nog erger wordt het als we stemrecht vanaf 16 jaar zouden invoeren. Kinderen die thuis meer naar Canvas moeten kijken, zullen dan veel meer geneigd zijn om te gaan stemmen. Kinderen die de hele avond naar VTM kunnen kijken, zullen dat minder doen. In dat geval moeten we dus op z’n minst kiezen voor de stemplicht.”

De afschaffing van de opkomstplicht is een liberale eis die al meegaat sinds de Burgermanifesten van Guy Verhofstadt. Spinnen de blauwen hier garen bij?

“Toen we de impact van een eventuele afschaffing voor het eerst berekenden na Zwarte Zondag, de doorbraak van het Vlaams Blok in 1991, was het duidelijk dat de liberalen er inderdaad voordeel uit zouden puren. De grootste verliezers waren het Vlaams Blok en de socialisten. Maar een paar jaar later, toen Louis Tobback vurig oppositie voerde tegen Verhofstadt, was het andersom. Met andere woorden: het is riskant om hier een strategie op te enten. Zeker als je nu ziet wat voor een werfkracht Vlaams Belang heeft op sociale media.”

Zal Vlaams Belang in 2024 het cordon sanitaire breken?

“Dat is niet ondenkbaar. Als de partij in Ninove weer op een zucht van een absolute meerderheid strandt, krijgt ze dankzij de nieuwe kiesregels het initiatiefrecht om een coalitie op de been te brengen. Ik kan me voorstellen dat er dan wel wat kleinere, minder ideologisch verankerde partijen zullen zijn die daarover willen praten. Vlaams Belang kan 2024 in de markt zetten als hét moment waarop het moet gebeuren. Er zijn voldoende redenen om te denken dat de partij het erg goed gaat doen.”

Zal dat ten koste van N-VA gaan?

“Tussen de lokale kiezers van N-VA en Vlaams Belang zit een duidelijke parallel: ze staan allebei wantrouwig tegenover lokaal bestuur. Dat hebben we voor het eerst onderzocht na de grote doorbraak van N-VA in 2012. Toen kwam de partij in heel wat gemeentebesturen terecht, waarna er in 2018 een logische terugval volgde. Dat effect zal nu nog meer meespelen. Al mag je niet vergeten dat er in het voorjaar van 2024 eerst nog parlementaire verkiezingen komen. Voor N-VA zal die nationale wind heel erg bepalend zijn voor het latere resultaat. In 2012 was dat ook zo.”

'CD&V is een reus op lemen voeten. Vandaag heeft de partij nog de meeste burgemeesters en coalities, maar het staat in de sterren geschreven dat ze in 2024 nog met moeite 20 procent zal halen.'Beeld Franky Verdickt

Zijn er partijen die zich echt zorgen moeten maken?

“CD&V is een reus op lemen voeten. Vandaag heeft de partij nog de meeste burgemeesters en coalities, maar het staat in de sterren geschreven dat ze in 2024 nog met moeite 20 procent zal halen. De kans is groot dat er veel anti-CD&V-coalities op de been zullen worden gebracht. Dat zagen we ook na de verkiezingen van 1982, toen de CVP wegzakte van 43 naar 38 procent. Toen voelde je echt de wraak van mensen die jaren onder de vermeende knoet van de klerikalen hadden gezeten.

“De schrik zit er trouwens in na die jongste peilingen. Op Vlaams Belang en N-VA na zouden CD&V, Vooruit, Open Vld en Groen allemaal tientjes worden, partijen die op Vlaams niveau rond de 10 procent zweven. Veel burgemeesters vragen zich af of ze niet beter samen met anderen opkomen. Te laat, vrees ik. Wie daar op drie jaar voor de verkiezingen mee afkomt, doet een zwaktebod.”

Kan Conner Rousseau voor de socialisten het tij keren? Hij lijkt de enige van de ‘tientjes’ die echt iets in beweging zet.

“Als figuur misschien tijdelijk. Maar hoe duurzaam is dat? Bij de CVP kon Tindemans de neergaande knik in de jaren 70 een tijdje afwenden, waarna de partij versneld naar beneden dook. Vooruit mist vooral een helder en coherent verhaal. Een socialistische partij moet durven te benoemen dat heel wat mensen in miserie leven en geen gelijke kansen krijgen. In het verleden heeft ze te lang haar ideologie proberen te verstoppen.”

Klopt het dat u in 1982 nog zelf op een lokale rode lijst hebt gestaan?

“Eén keer, voor de socialisten in Koksijde. Ik heb toen welgeteld 101 voorkeurstemmen gehaald. Laten we zeggen dat het een inkijk gaf in de lokale politiek en dat ik dat niet lang heb volgehouden. Intussen zijn die contacten al heel lang opgedroogd.”

Op de redactie van De Morgen liggen trouwens nog een paar artikels van uw hand.

“Oei, dat kan. (lacht) Ik herinner me het tarief dat ik als jonge freelancer kreeg: 1 frank per regel voor regionaal nieuws, 2 frank als ik het nationale nieuws haalde, en 4 frank op de voorpagina. Ik had toen het geluk dat ik als student de Leuvense gemeenteraad mocht volgen, waar Louis Tobback als oppositieleider halve opera’s opvoerde. Met die opbrengst kon ik om de twee weken een pizza gaan eten.”