Variabele energiefactuur kan nu al 700 euro duurder worden: deze maatregelen kan de federale regering nemen

Wie variabele contracten heeft voor gas en elektriciteit kan zijn energiefactuur op jaarbasis met zeker 700 euro zien stijgen. Dat blijkt uit nieuwe ramingen van de CREG. De federale energiewaakhond bekeek welke maatregelen de regering-De Croo kan nemen en gaat ook na of de kerncentrales en de windparken op zee op dit moment uitzonderlijke winsten boeken, door de hoge energieprijzen.

Er gaat geen dag meer voorbij zonder dat we om de oren worden geslagen met alarmerende krantenkoppen als “Prijzen voor gas en elektriciteit gaan opnieuw door het dak”. 

Raamde de CREG een maand geleden nog dat variabele energiefacturen op jaarbasis “tot zelfs 500 à 600 euro” zouden kunnen stijgen, dan blijkt die raming nu alweer een onderschatting te zijn geweest. 

Uit een nieuwe raming van de CREG blijkt dat gezinnen met variabele contracten voor gas en elektriciteit gemiddeld zo’n 714 euro meer kunnen gefactureerd zullen worden: 116 euro extra voor elektriciteit en maar liefst 598 euro extra voor gas.

Deze bedragen kunnen nog hoger zijn en de kans is ook niet ondenkbaar dat dit zal worden bevestigd wanneer de werkelijke eindprijzen voor consumenten bekend zullen zijn.
CREG

En zo, voegt de CREG eraan toe: “Op basis van de termijnprijzen voor het vierde kwartaal van dit jaar en het eerste kwartaal van volgend jaar kunnen deze bedragen nog hoger zijn en is de kans dan ook niet ondenkbaar dat dit zal worden bevestigd wanneer de werkelijke eindprijzen voor consumenten bekend zullen zijn.”

Maatregelen

Bovenstaande prijsramingen staan in een nieuwe, uitgebreide studie van de CREG over de stijging van de elektriciteits- en aardgasprijzen in ons land. Voor deze studie keek de CREG ook naar de maatregelen die de federale regering kan nemen om de impact van de prijsstijgingen op de gezinnen en vooral de meest kwetsbaren te beperken. 

De CREG keek hiervoor naar de maatregelen die andere Europese landen al hebben genomen en naar de belangrijkste maatregelen die in België al worden besproken. Een overzicht:

1. Sociaal tarief

Wie een laag inkomen heeft en bijvoorbeeld van een leefloon moet rondkomen, kan automatisch genieten van het sociaal tarief voor gas en elektriciteit. Eind vorig jaar besliste de federale regering om dat sociale tarief uit te breiden waardoor ongeveer 900.000 gezinnen tijdens de coronacrisis van de verminderde tarieven konden genieten. 

Normaal gezien zou die uitbreiding eind dit jaar aflopen, waardoor zo’n 450.000 gezinnen het recht op het sociaal tarief zouden verliezen. Minister van Energie Tinne Van der Straeten (Groen) pleitte er eerder al voor om het sociaal tarief te laten doorlopen. 

De CREG heeft nu berekend dat het de federale overheid 193 miljoen euro zou kosten om deze regeling tot eind maart te verlengen, 241 miljoen om tot eind juni te verlengen en 341 miljoen voor een verlenging tot het einde van volgend jaar.

2. Energiecheques

Net zoals in Frankrijk zou het toekennen van energiecheques aan verbruikers die genieten van het sociaal tarief een andere piste kunnen zijn, maar dan bij voorkeur om de elektriciteitsfacturen te betalen. 

Als er een systeem zou komen van energiecheques, mag dat zeker niet het sociaal tarief vervangen, zo waarschuwt de CREG. Want door energiecheques in te voeren, zou de garantie op het voordelige tarief wegvallen. Met het risico dat sommige klanten dure tarieven krijgen, waardoor het voordeel van de cheque verdwijnt.

Voor energiecheques toekennen aan àlle gezinnen, is de CREG op zijn hoede. Enerzijds zou dit wel het voordeel hebben dat het niet ingrijpt op de loonindexering - wat een btw-verlaging wel zou doen (zie verder). Anderzijds zou het geen rekening houden met de verschillende soorten energiecontracten die verschillende gezinnen hebben.

3. BTW-verlaging

De regering zou ook de btw op de energiefacturen kunnen verlagen, van 21 naar 6 procent, zoals dat in 2014 en 2015 al gebeurde voor de elektricteitsfacturen. Maar de regeringspartijen zijn daar geen fan van, omdat een btw-verlaging invloed heeft op de loonindexatie: als je de btw zou verlagen, zouden de lonen minder snel stijgen - met 3 à 4 maanden vertraging.

De CREG merkt ook op dat een btw-verlaging voor iedereen geldt, en geen onderscheid maakt tussen gezinnen die zeer zwaar getroffen worden door de prijsstijgingen en anderen die dat minder worden. Doordat de lonen bij een btw-verlaging minder snel zouden stijgen, zouden bedrijven er wel bij varen. De staatskas zou dan weer minder btw-inkomsten kunnen krijgen.

4. Klikmechanisme op accijnzen

Een andere piste zou kunnen bestaan in het invoeren van een “klikmechanisme” waarbij bepaalde taksen en toeslagen verminderd zouden worden als de elektriciteits- en aardgasprijzen boven bepaalde drempels stijgen. 

Door dit mechanisme van accijnzen zou het bijvoorbeeld mogelijk worden om het federale gedeelte van de energiefactuur sterker en tijdelijk te verminderen om een (deel van de) stijging van de energiecomponent op de factuur te compenseren.

5. Plafonnering energieprijzen

Zoals in 2012 al in ons land gebeurde door de regering-Di Rupo en zoals nu in Frankrijk gebeurt voor de gasprijs, zou de regering ook een bevriezing van de energieprijzen kunnen overwegen. 

De CREG raadt dit af omdat deze maatregel een “aanzienlijk economisch risico verschuift naar de leveranciers”, waardoor verschillende energieleveranciers van de markt zouden kunnen verdwijnen, “met een negatief effect op de concurrentie” en uiteindelijk “ook weer op de prijzen”.

6. Regulering leveranciers

De CREG pleit ook voor meer transparantie in de energiecontracten en wil ook het aantal verschillende tariefformules beperken, want die veelheid maakt het steeds moeilijker om alle prijzen te vergelijken. 

Daarnaast wil de CREG bekijken of de marges van de energieleveranciers gecontroleerd moeten worden, om “twijfelachtige verhogingen” te vermijden en ervoor te zorgen dat, wanneer de marktprijzen dalen, deze daling ook door de consumenten wordt gevoeld.

De CREG vraagt zich ook af of er geen bedrijven zijn die kunnen profiteren van de huidige, uitzonderlijke omstandigheden. Want sommige producenten van elektriciteit kunnen nu hoge prijzen aanrekenen, terwijl hun eigen kosten gelijk blijven. 

Het gaat dan om de kerncentrales, maar ook de windparken op zee. Die parken krijgen subsidies. Sommige parken zien hun subsidies dalen als ze veel inkomsten krijgen uit de verkoop van elektriciteit, door de hoge prijs, anderen blijven evenveel krijgen. Dat alles is de CREG nu aan het bekijken. Over twee weken zal de CREG hierover een rapport aan de regering bezorgen.

7. Verbruik verminderen

Omdat elke kilowatt die je niet verbruikt, je niet moet betalen, beveelt de CREG tot slot aan om op de lange termijn maatregelen te overwegen om het energieverbruik te verminderen. Maar dat zijn hoofdzakelijk gewestelijke bevoegdheden. Concreet kijkt de CREG naar “energieverslindende woningen en huishoudtoestellen”. Daarvoor kijkt de energiewaakhond vooral naar eigenaars van huurwoningen.

Meest gelezen