Direct naar artikelinhoud
AchtergrondTV-ethiek

‘Het is blijkbaar: ‘Ik wil een kind’ en niet ‘Wat wil een kind?’’: controverse rond tv-show over co-ouderschap

‘Het is blijkbaar: ‘Ik wil een kind’ en niet ‘Wat wil een kind?’’: controverse rond tv-show over co-ouderschap
Beeld rv

Het nieuwe VTM-programma Ik wil een kind, waarin Dina Tersago wensouders zoekt die kiezen voor zogenaamd bewust co-ouderschap, is nog niet op antenne, maar zorgt nu al voor controverse. ‘Een kind krijgen is nog iets anders dan een huis kopen of een partner vinden.’

Op het Kinderrechtencommissariaat verslikten ze zich ’s ochtends in de koffie bij het lezen van de plannen voor het nieuwe VTM-programma. “Ik heb toch een aantal bezorgdheden, over de positie van het toekomstige kind in kwestie dan”, zegt Kinderrechtencommissaris Caroline Vrijens. “Het begint bij de titel alleen al: ‘Ik wil een kind’. Alle begrip voor de kinderwens die mensen hebben, maar hier wordt het bijna voorgesteld alsof een kind een rechtsobject is. Terwijl een kind net een rechtssubject is, met eigen rechten.”

Kinderrechtencommissaris Caroline Vrijens.Beeld Photo News

De bedoeling van Ik wil een kind is om een licht te werpen op bewust co-ouderschap. Dat is een gezinsvorm waarbij ouders geen liefdesrelatie hebben, maar wel samen een kind maken - bijvoorbeeld via kunstmatige inseminatie - en opvoeden. Ook lanceert het programma een oproep naar “wensouders voor een mogelijke reeks die later bij VTM zou worden uitgezonden”. Bedoeling zou zijn de (potentiële) co-ouders te volgen tijdens het hele traject, onder begeleiding van vier experts.

“Er bestaan programma’s over huizen kopen of blind trouwen”, zegt Vrijens. “Maar eenmaal er een kind is, is dat fundamenteel onomkeerbaar, natuurlijk.” Ook Vlaams minister van Jeugd en Media Benjamin Dalle (CD&V) legde de link met programma’s als Blind gekocht of Blind getrouwd. “Een kind krijgen is nog iets anders dan een huis kopen of een partner vinden”, zegt hij. “Het belang van het kind moet steeds vooropstaan en ik vrees dat dat in dit soort formats niet mogelijk is.”

Opvoeding als project

‘Het belang van het kind moet steeds vooropstaan en ik vrees dat dat in dit soort formats niet mogelijk is’
Benjamin Dalle (CD&V)Minister van Jeugd

“Het is blijkbaar: ‘Ik wil een kind’ en niet ‘Wat wil een kind?’”, zegt Philippe Noens van het Kenniscentrum Gezinswetenschappen (Odisee). “Dit is tekenend voor de maakbaarheidscultus waar we tegenwoordig in verzeild zijn geraakt: het idee dat opvoeding een project is waarvan men zelf kiest hoe en wanneer eraan te beginnen.”

Al houdt Noens een slag om de arm. “Alles hangt af van de finaliteit van het programma”, zegt Noens. “Als de programmamakers alleen het verhaal documenteren van enkele mensen die co-ouder willen worden, kan je daar een mening over hebben, maar deze mensen zijn er wel. Het wordt anders wanneer de programmamakers het verhaal zelf gaan maken. Dat kan volgens mij niet de bedoeling zijn. Zo lijk je al bijna aan te sturen op het krijgen van een kind voor een programma. Het zijn mensen die kinderen maken, niet televisieprogramma’s.” Door de titel enerzijds en het werken met een zogenaamde ‘oproepaflevering’ anderzijds, wekt VTM een beetje die indruk.

Taboe doorbreken

“Eén ding is heel duidelijk: Ik wil een kind is géén spel- of datingprogramma”, zegt VTM-woordvoerster Tine Danschutter. Wel stelt het programma zichzelf als doel om het taboe rond bewust co-ouderschap te doorbreken. “Dat is nodig”, zegt Danschutter. “De gezinsvorm bestaat immers, maar wie ervoor kiest of dat overweegt, stuit helaas op een gebrek aan informatie, begeleiding en ondersteuning. Er is op dit moment geen wettelijk kader voor bewust co-ouderschap. Daardoor zijn wensouders zich soms niet voldoende bewust van de valkuilen en risico’s van deze gezinsvorm.”

Professor Ann Buysse, hoofd van de onderzoeksgroep gezinspyschologie (UGent) werkt mee aan het programma.Beeld VTM

VTM benadrukt dat ze daarvoor nauw samenwerkt met vier experts die het programma begeleiden. Een van hen is professor Ann Buysse, hoofd van de onderzoeksgroep gezinspsychologie (UGent). Zij zegt de vragen die nu opgeworpen worden rond het programma te begrijpen. Toch vindt ze het nog altijd een goed idee om er een programma aan te wijden. “Co-ouderschap bestaat al”, zegt Buysse. “Vaak gaat het om mensen die elkaar vinden via het internet”, zegt ze. “Of we zien dat mensen langsgaan bij een fertiliteitskliniek met een gekende donor zonder dat het benoemd wordt als intentioneel co-ouderschap. Het bestaat dus. Dan lijkt het mij net goed dat wij mensen die de keuze maken professionele begeleiding aanbieden.”

Ook is het volgens Buysse expliciet niet de bedoeling mensen aan te zetten tot het krijgen van kinderen door het programma. “We willen mensen die hier al over nadachten of plannen voor hadden een kanaal geven waar ze dat kunnen doen.”

Afstamming

“Op zich vind ik het goed dat dit programma aanzet tot debat”, zegt Vrijens. “Zeker in ons land moet er nog een debat komen over afstamming: onze wetgeving is al lang niet meer afgestemd op de realiteit. Maar ik vermoed niet dat dit programma daarvoor zal zorgen. Was dit een duidingsprogramma geweest, waar ervaringsdeskundigen aan het woord kwamen en experts duiding geven, dan hadden we hier veel minder moeite mee gehad.”

Professor Mediaethiek Bart Pattyn (KU Leuven) stelt zich bovendien de vraag of een camera richten op dit fenomeen überhaupt de manier is om een taboe te doorbreken. “Als de makers daar echt bekommerd om waren, dan hadden ze fondsen verzameld om begeleiding in het leven te roepen voor mensen die denken aan co-ouderschap. Nu maken ze een beetje gebruik van de sensatie die komt kijken bij het doorbreken van zo’n taboe voor hun programma. Kijk naar wat de klokkenluider bij Facebook ons deze week geleerd heeft: dat er commercie zit achter het opwekken van wrevel.”