Direct naar artikelinhoud
AchtergrondEnergieprijzen

‘Willen ze soms dat we onze fabrieken sluiten?’: Belgische industrie bloedt door hoge energieprijzen

Duitse chemiereus BASF schroeft de productie van ammoniak op haar site in de Antwerpse haven terug vanwege de hoge gasprijzen.Beeld © Eric de Mildt

Niet alleen aan de keukentafel baren de hoge energieprijzen zorgen, ook in CEO-kamers. Nooit eerder betaalden Belgische bedrijven zoveel geld voor hun energie. ‘Willen ze soms dat we onze fabrieken sluiten?’

Een van de opvallendste aankondigingen kwam vorige week van de Duitse chemiereus BASF. Het bedrijf schroeft de productie van ammoniak op haar site in de Antwerpse haven en in het Duitse Ludwigshafen terug vanwege de hoge gasprijzen. Ook zinkproducent Nyrstar in Budel, net over de Belgisch-Nederlandse grens, gebruikt nog maar 30 procent van de capaciteit van de fabriek. Ook hier is de hoge stroomprijs de oorzaak.

Het zijn niet de enige bedrijven die in zwaar weer verkeren, zegt Peter Claes, gedelegeerd bestuurder van Febeliec, de Belgische federatie van de grote industriële energieverbruikers. “Net zoals gezinnen hebben de meeste bedrijven een variabel energiecontract. Dat betekent dat hun tarief maandelijks of tweemaandelijks wordt aangepast. Zodra deze tarieven een bepaald niveau bereiken, is het financieel niet meer interessant om een product te maken.”

Dat BASF als een van de eersten ‘capituleert’, is geen toeval. Het bedrijf is extra kwetsbaar omdat het gas als grondstof gebruikt bij de productie van ammoniak, dus niet louter als bron van energie. Elders in de wereld hebben ook andere ammoniakbedrijven een deel van hun productie opgeschort, zoals de Amerikaanse meststoffenfabrikant CF Industries in Groot-Brittannië en het Noorse Yara, dat in Europa op 60 procent van haar capaciteit draait.

Shutdown

Daarnaast zijn er algemene energieslurpers, bedrijven die gas voornamelijk als warmtebron gebruiken om stoom te maken. Daar lijkt de schade mee te vallen. Maar schijn bedriegt, zegt Gert Verreth van essenscia, de federatie van de chemie-industrie. “De energiekosten wegen zwaar door. Een shutdown in een chemiebedrijf duurt soms echter dagen of weken door allerlei veiligheidsvoorschriften. Het economische verlies van zo’n drastische ingreep zou gewoon veel groter zijn dan de beperkte winst.”

Wat de situatie zo nijpend maakt, is dat de energiekosten voor bedrijven in België sowieso al hoger ligt dan in buurlanden – ondanks een aantal belastingvoordelen. Afhankelijk van de sector en de activiteit gaat het om een handicap van 10 à 20 procent. Dat knaagt aan onze competitiviteit. De Belgische industrie smeekt de politiek dan ook om de invoering van de zogenaamde ‘energienorm’, een systeem waardoor de prijzen in ons land niet sneller stijgen dan in onze buurlanden.

De energienorm stond al in het regeerakkoord van de vorige regering, maar die slaagde er niet in om een systeem uit te dokteren. Vanuit de huidige federale regering kwam er ook nog geen voorstel. Toch is er beterschap op komt, want de energienorm ligt nu wel op tafel bij de federale begrotingsgesprekken. “De vraag van de industrie is terecht”, klinkt het op het kabinet van minister van Energie Tinne Van der Straeten (Groen). “We gaan hier iets aan doen.”

Spanningen

Door het internationale karakter van de energiecrisis is de slagkracht van ons land beperkt. Het zijn vooral Europa en Azië die onder de hoge stroomprijzen kreunen. Oorzaken zijn onder meer de gestegen CO2-heffingen in Europa en het gekrakeel rond de Nord Stream 2-pijpleiding tussen Rusland en Duitsland. De druk op de Europese leiders neemt dan ook toe om samen actie te ondernemen.

En de bedrijven zelf? Zij weten al jaren dat ze zoveel mogelijk moeten verduurzamen door warmtenetten aan te leggen, processen efficiënter te maken en over te schakelen op groene energie. Het belang van deze klimaatmaatregelen wordt nogmaals onderstreept door deze energiecrisis.

Al is het volgens Claes te makkelijk om bedrijven, die al zware inspanningen leveren, met de vinger te wijzen. “De vraag is natuurlijk waar men naartoe wil met het industrie- en energiebeleid. Willen ze soms dat we onze fabrieken sluiten? Die vraag klinkt misschien cynisch, maar efficiënter als in sommige van onze bedrijven kan bijna niet.”