Direct naar artikelinhoud
AnalysePolitiek

Waarom De Wever zijn afspraak met de geschiedenis in 2024 zal missen

Als het van De Wever afhangt, komt er in 2024, na de volgende verkiezingen, een einde aan de communautaire droogte. '2024 is de vervaldatum.'Beeld OPENVLD

Bart De Wever (N-VA) heeft, zo claimt hij zelf, in 2024 een ‘afspraak met de geschiedenis’. Na de verkiezingen wil hij de historische hoofdopdracht van zijn partij waarmaken: België omvormen tot een confederaal land. ‘De Wever heeft al zoveel dates gemaakt met de geschiedenis, ik denk dat hij ze stalkt.’

en

Woensdag bestaat N-VA exact twintig jaar. In die twee decennia heeft de erfgenaam van de Volksunie zich in recordtempo ontpopt tot de dominante politieke kracht in Vlaanderen. Kers op de taart: al zeven jaar levert N-VA de Vlaams minister-president. Ondanks dit alles wordt het woensdag een feestje met een ietwat zure afdronk. De partij snakt nog altijd naar een grote institutionele doorbraak. En in die twintig jaar is Vlaams zelfbestuur, het ultieme programmapunt van N-VA, amper dichterbij gekomen.

Als het van De Wever afhangt, komt er in 2024, na de volgende verkiezingen, een einde aan de communautaire droogte. “2024 is de vervaldatum. Dat is de afspraak met de geschiedenis”, zo stelde hij vorige maand. 

De eeuwige analyse van De Wever: alles wat in dit land misloopt, is vroeg of laat terug te brengen tot onze complexe staatsstructuur. De democratische verschillen tussen Vlaanderen en Wallonië zijn bovendien dermate groot dat de optelsom van die ‘twee democratieën’ federaal geen coherent resultaat kan opleveren. In 2024 moet het daarom over de toekomst van België gaan. De rest is bijzaak.

Het is niet de eerste keer dat De Wever dat historisch momentum claimt. Tien jaar geleden, in 2012, maakte hij al een afspraak met de geschiedenis. In 2014 ook. Nooit vertaalde zich dit in een institutionele hervorming. Het ‘oude’ Belgisch bestel bleek erg taai. Waarom zou het in 2024 dan wel lukken? 

Onafhankelijkheid

Door de jaren heen is binnen N-VA veel veranderd, qua inhoud en vorm, maar aan artikel 1.1 van de partijstatuten is nooit geraakt. Volgens dit artikel kiest N-VA “in haar streven naar een beter bestuur en meer democratie logischerwijs voor een onafhankelijke Vlaamse republiek, lidstaat van een democratische Europese Unie”. In beginsel blijft N-VA ook twintig jaar later gericht op Vlaamse onafhankelijkheid en het einde van het koninkrijk België.

Toch is het onduidelijk of N-VA vandaag nog echt zo ver wil gaan. Het plan om tot Vlaams zelfbestuur te komen is alvast grondig gewijzigd. Terwijl N-VA in 2002 een secessie voorstond, via een scheidingsverdrag met Wallonië en de volledige opslorping van Brussel door Vlaanderen, is daar vandaag geen sprake meer van. In 2014 werd, na een groot congres, het confederalisme als het nieuwe communautaire basisprincipe aangenomen. 

Volgens N-VA-Kamerlid Sander Loones, die binnen de partij het communautaire denkwerk leidt, is confederalisme niet slechts een opstapje naar de uiteindelijke onafhankelijkheid. “We zijn echt bereid dit model een faire kans te geven om te slagen. We geloven ook echt dat dit kan werken.”

In het confederalisme zijn het de autonome deelstaten Vlaanderen en Wallonië die bijna alle bevoegdheden met de bijbehorende financiële middelen in handen krijgen. Het federale niveau behoudt enkel de bevoegdheden waarover beide deelstaten het eens zijn om ze samen te beheren, zoals Defensie en Buitenlandse Zaken. Het federaal parlement wordt afgeslankt. Het koningshuis krijgt een strikt ceremoniële rol toebedeeld.

Tussen onafhankelijkheid en confederalisme ligt een flinke afstand. Volgens professor staatsrecht en voormalig N-VA-parlementslid Hendrik Vuye is de evolutie binnen de partij vooral een kwestie van realiteitszin. Bij haar eerste gesprekken met de PS in Vollezele in 2010, waar Vuye bevoorrecht getuige was, werd N-VA geconfronteerd met de vaststelling dat ze totaal onvoorbereid rond de tafel zat. De partij had een droom, maar geen plannen. 

Na de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2018.Beeld BELGA

Vuye: “Dat heeft de partij echt een trauma opgeleverd. Het land willen splitsen is één ding, maar het ook doen bleek iets heel anders. Op heel wat concrete vragen hadden ze gewoon geen antwoord. De jaren daarna hebben ze op al die domeinen een oplossing gezocht, en daar groeiden uiteindelijk die confederale plannen uit. In praktijk werd de wens naar onafhankelijkheid daar afgezwakt.”

Vuye, die uiteindelijk met slaande deuren bij N-VA zou vertrekken, gelooft trouwens niet dat het goed gaat met de communautaire plannen van de partij. “In augustus hebben twee N-VA’ers met mij contact gezocht per sms om te praten over staatshervorming - een van hen was Sander Loones. Je kan evengoed bij de duivel te biechten gaan. Als ze mij opnieuw nodig hebben, weet je dat het niet goed gaat.”

Michel I

Het confederalisme in de praktijk brengen, is N-VA voorlopig niet gelukt. Ook door de eigen keuzes. Na de verkiezingen in 2014, waarin N-VA een klinkende overwinning boekt, verkiest De Wever een eerste federale machtsdeelname boven zijn institutionele agenda. Om toenmalig MR-voorzitter Charles Michel zover te krijgen om als enige Franstalige partner in de Zweedse coalitie te stappen, stopt De Wever zijn confederale eisen vrijwillig in de koelkast.

De hoop binnen N-VA is op dat moment dat een centrumrechts federaal beleid de Franstalige linkerzijde warm zal maken voor het confederalisme, dat volgens de eigen congresteksten uit 2014 Vlamingen en Franstaligen toelaat om “volgens eigen inzichten” beleid te voeren binnen het eigen landsdeel. Zover komt het niet, omdat Michel I al snel uiteenrafelt en niet in staat blijkt om consequent centrumrechtse politiek te voeren. Eind 2018 stapt N-VA uit de coalitie na een intern schisma over het VN-Migratiepact.

Het vervolg is bekend: een zware nederlaag in 2019 dwingt De Wever om een akkoord te zoeken met PS. Na een lange paringsdans lijkt hij de socialisten zover te krijgen om mee te stappen in zijn confederale logica. In een geel-rood akkoord wordt een de facto ontdubbeling van een aantal bevoegdheden zoals gezondheidszorg en arbeidsmarkt opgenomen: de bevoegdheden blijven federaal, maar Vlaanderen en Wallonië krijgen een apart beleid. Alleen zien de andere partijen, met de liberalen op kop, hier geen toekomst in.

Spelverdelers

2024 dan maar? Om België dan in een confederale plooi te leggen, stellen zich twee soorten problemen: politieke en praktische. Politiek is de grote onbekende: met wie kan N-VA een akkoord sluiten? Voor een staatshervorming is grondwettelijk gezien een tweederdemeerderheid in de Kamer - of 100 van de 150 zetels - nodig.

De Wever ziet zichzelf straks ‘met de Franstalige linkerzijde’ tot ‘een ordentelijk scheidingsakkoord’ komen, zo vertelde hij deze zomer. Hij doelde dan op PS als partner. Een grote deal tussen de leidende krachten in het noorden en zuiden voor het land, waarna de rest (schoorvoetend) volgt: zo is het door de vaderlandse geschiedenis heen vaak met staatshervormingen gegaan. Maar net als N-VA lijkt ook PS niet meer de force majeure van een decennium terug. In 2014 haalden beide partijen meer dan 30 procent, vijf jaar later vielen ze terug tot 25 procent. N-VA heeft nu 24 Kamerzetels in handen, PS nog eens 19.

“In 2010 was een groot akkoord tussen die twee partijen voldoende voor een staatshervorming - ze waren zo groot dat de andere partijen zich er wel naar zouden schikken. Vandaag is dat niet langer het geval”, zegt politicoloog Bart Maddens (KU Leuven), die goed thuis is in Vlaams-nationale middens.

Met Vlaams Blok-kopstuk Filip Dewinter na de parlementsverkiezingen van 18 mei 2003.Beeld BELGA

N-VA en PS zijn niet langer de spelverdelers van het land. Bovendien varen de Franstalige liberalen onder voorzitter Georges-Louis Bouchez (14 zetels) een ondubbelzinnig belgicistische koers. Open Vld (12 zetels), ooit pleitbezorger van het confederalisme, wil vandaag bevoegdheden van de deelstaten weer naar het federale niveau tillen. Ook Groen en Ecolo (samen 21 zetels) hebben geen zin om het federale België uit te kleden. CD&V, de eerste communautaire bondgenoot van N-VA, wil wel naar een Zwitsers confederaal model toewerken, maar de slagkracht van de partij is beperkt (12 zetels).

Binnen PS lijkt de honger naar een confederale omslag aanwezig, maar ook niet meer dan dat. Voorzitter Paul Magnette denkt dat het in 2024 misschien zelfs onhaalbaar zal zijn om een tweederdemeerderheid te vinden. “PVDA en Vlaams Belang palmen nu 30 van de 150 zetels in, die de facto niet gebruikt worden. Als die antisysteempartijen blijven groeien, is een staatshervorming straks onmogelijk”, zo zei Magnette dinsdag in het openingscollege politicologie aan de UGent. Achter de schermen valt te horen dat Magnette vooral afstand wil houden van N-VA. De manier waarop De Wever hem naar voren blijft schuiven als zijn confederale partner in crime, daar gruwt men van op het PS-hoofdkwartier. “Onze slechte peilingen zijn hieraan te wijten”, luidt het.

Ook N-VA ziet de opmars van de extremen, maar de partij trekt hier een heel ander besluit uit. Volgens Loones bieden de volgende verkiezingen een historisch moment voor PS. “2024 wordt de laatste kans om met redelijke mensen te praten over de toekomst van dit land.” Versta: daarna is het misschien aan het Vlaams Belang. Een partij die een Catalaans scenario voorstaat, met een afscheuring via het Vlaams Parlement, buiten de grondwet om.

Vuye ziet nog een probleem voor N-VA in 2024: de nasleep van de watersnood in Luik. “De getroffen Walen zijn bezig met hun persoonlijke problemen: elektriciteit, hun huis. De schade gaat in 2024 lang niet weg zijn. De partij die dan afkomt met een groot akkoord met N-VA wordt buitengedragen.”

Schoonheidsprijs

De weg naar het confederalisme is dus een smal, kronkelend bergpad. En iedereen die het wil bewandelen zal vroeg of laat op twee praktische vraagstukken botsen: wat met Brussel en wat met de staatsschuld? Ook N-VA heeft hier nog steeds geen sluitend antwoord op gevonden. Voor de hoofdstad wil de partij een Brussel-keuze waarbij inwoners formeel moeten kiezen of ze deel uitmaken van de Nederlandstalige of Franstalige gemeenschap.

Volgens tegenstanders - zowat alle andere partijen - zou de Brussel-keuze een kunstmatige en onzinnige opdeling betekenen van de Brusselse bevolking.

“Het is geen gemakkelijk model, dat hoor je mij niet vertellen”, zei De Wever woensdag zelf in een interview met Bruzz tv, “want ik moet het zelf ook altijd nog eens helemaal uitzoeken en helemaal nalezen vooraleer ik een interview geef over Brussel. Ik geef dat grif toe.”

“Het probleem met de Brussel-keuze is dat het op papier een goed model is, maar dat de Brusselaars het niet willen. Zonder draagvlak in Brussel zelf, zal het moeilijk worden”, zegt Maddens. “Maar het Brussel-plan van N-VA lijkt slechts een openingsbod: de partij weet ook wel dat ze daarop zullen moeten toegeven. Uit lekken over de regeringsonderhandelingen weten we dat De Wever er geen probleem mee heeft om van Brussel een volwaardig derde gewest te maken.”

Met formateur Yves Leterme op Hertoginnedal, augustus 2007.Beeld BELGA

De verdeling van de Belgische staatsschuld is nog zo’n breinbreker. De schuld, die vandaag ruim 514 miljard euro bedraagt, gewoon verdelen onder Vlaanderen en Wallonië lijkt onmogelijk. Daarvoor is de financiële draagkracht van Wallonië te klein. Dat zou voor paniek op de financiële markten zorgen. De oplossing van N-VA is om de staatsschuld federaal te parkeren en af te betalen via de inkomsten uit de btw en accijnzen, over 25 jaar gespreid.

Specialisten zoals Martijn Huysmans van de Universiteit Utrecht wijzen erop dat dit zeker geen wondermiddel is. “Door die inkomsten - ongeveer 30 miljard euro per jaar, waarvan tweederde vanuit Vlaanderen komt - toe te wijzen aan de staatsschuld, ontneem je de deelstaten een heel belangrijke geldstroom. Al die inkomsten met besparingen compenseren, lijkt onhaalbaar. Op het einde van de rit dreig je zo toch met autonome regio’s te zitten die zware schulden torsen.”

Romeinse keizer

Binnen Vivaldi wordt de geel-zwarte afspraak met de geschiedenis in 2024 intussen weggelachen. “De Wever heeft al zoveel dates gemaakt met de geschiedenis, ik denk dat hij ze stalkt”, grapt een hooggeplaatste bron. “Het is simpel: De Wever en zijn partij houden wanhopig vast aan iets waar ze niet meer de electorale power voor hebben om het door te drukken, tegen de wil van andere partijen in.”

Een andere prominente Vivaldist stelt dat De Wever ‘als een Romeinse keizer’ Vlaanderen heeft veroverd, volgens de klassieke verdeel-en-heersstrategie. “Het was altijd de schuld van de Walen, van de sossen, van de vakbonden, van de groenen, van de liberalen. Dat heeft electoraal opgebracht, maar finaal heb je ook medestanders nodig om iets in de politiek te realiseren. En die heeft De Wever niet meer. Er is bijna niemand die in zijn confederaal model gelooft. Al is het maar omdat in de coronacrisis is aangetoond dat het Vlaams bestuursniveau ook niet beter werkt.”

In het regeerakkoord van de regering-De Croo staat wel de belofte om tegen 2024 een nieuwe staatshervorming voor te bereiden. De focus zou daarbij liggen op het tegengaan van bestuurlijke wanorde, via regionalisering én herfederalisering. Dat scenario wordt binnen Vivaldi een stuk meer levensvatbaar geacht dan de plannen van De Wever.

Vlaams Belang

Dat alles leidt tot de vraag: wat als De Wever en N-VA in 2024, de ochtend na de verkiezingen, tot de vaststelling komen dat confederalisme inderdaad onhaalbaar blijft? 

Dan staat N-VA voor een moeilijke keuze. Ofwel houdt de partij vast aan haar confederale agenda en dreigt ze zichzelf in de formatie buitenspel te plaatsen. Nog eens vijf jaar oppositie, het is wellicht geen fijne gedachte voor boegbeelden als Theo Francken en Valerie Van Peel. Ofwel geeft de partij voorrang aan een tweede federale machtsdeelname en haar sociaal-economische voorstellen, maar dan dreigt een deel van de militanten zich te roeren. De communautaire stilstand onder Michel I ligt bij velen onder hen nog als een steen op de maag.

Volgens Vuye is de kans groot dat N-VA bij die laatste piste uitkomt. N-VA is al lang niet meer de partij die uit de as van de Volksunie opstond, klinkt het. “Op het hoogtepunt van N-VA zijn veel mensen, vooral liberalen, bij de partij gekomen die niets met Vlaamse onafhankelijkheid hebben. Na 2014 is N-VA van een gemeenschapspartij naar een meer klassiek donkerblauwe, liberale partij geëvolueerd.”

Over een mogelijke toenadering tot Vlaams Belang is al veel gespeculeerd. De kans bestaat dat beide partijen in 2024 in het Vlaams Parlement samen aan een meerderheid komen. Van daaruit kunnen ze dan druk zetten op het federale niveau. Een ding staat wel vast: zo’n alliantie zou ingaan tegen alles wat Geert Bourgeois, de stamvader van N-VA, en De Wever in hun politieke carrière over Vlaamse gemeenschapsvorming hebben verkondigd.

Tegelijk, als er wel zo’n plan B zou bestaan, dan zou niemand binnen N-VA hier vandaag iets bij te winnen hebben om het wereldkundig te maken. En de tijd van Bourgeois en De Wever aan de absolute top van de partij lijkt nu wel écht bijna ten einde. Bourgeois kondigde vrijdag in de Krant van West-Vlaanderen alvast zijn politieke afscheid in 2024 aan met de woorden: “De N-VA is een warme, inclusieve partij en zal nooit van koers veranderen.” Op z’n schoon Vlaams: on verra.