Direct naar artikelinhoud
ReportageGezondheid

‘Je bent geboren met dat gezicht, maar je hoeft er niet noodzakelijk mee te sterven. Of ermee leven’

Jan Vermeylen, plastisch chirurg: ‘Jonge mensen weten heel goed wat mogelijk is. Sommigen komen binnen en zeggen meteen hoeveel milliliter ze in hun lippen willen.’Beeld ZELOOT

Plastische chirurgie en andere cosmetische ingrepen zijn populairder dan ooit: u wilt toch ook zo mooi zijn als op uw gefilterde Instagramfoto? Het taboe lijkt weg, maar de hypocrisie en de schaamte zijn dat nog lang niet. ‘Ik durfde niets te zeggen over de pijn.’

Sowieso fillers in de traangoot. En eventueel PDO-threads in de wangen, al zou je ook nog een jaar of zes, zeven kunnen wachten en een minifacelift ondergaan.”

Ik slik.

“Dan zouden we eventueel meteen de hals kunnen meenemen.”

Naar een esthetisch arts stappen is altijd een beetje dubbelop. Enerzijds wil je horen dat de doorn in je oog verholpen kan worden, anderzijds wil je bevestiging dat het allemaal niet nodig is.

Ik wilde al eens horen wat mogelijk was, eventueel, later, ooit. De meest uitgeslapen versie van mezelf, zo had ik het beschreven. Op mijn 35ste merk ik dat het steeds moeilijker wordt om mijn gezicht in de plooi te houden, maar een drastische renovatie is niet nodig. Zeker niet, benadruk ik nog eens. Als ik iets laat doen, wil ik dat het opvalt zonder dat iemand het merkt. Levensingrijpend zonder té ingrijpend te zijn, quoi.

De huidige technieken laten dat immers toe. Voorbij zijn de dagen dat plastische chirurgie gegarandeerd gelijkstond met snijden en blauwe plekken. Vandaag zijn er steeds meer non-invasieve ingrepen die je gewoon tijdens de lunchpauze kunt laten uitvoeren. Bovendien is het menu met mogelijkheden eindeloos geworden. Er zijn liquid nose jobs en minifacelifts met oplosbare hyaluronzuurdraadjes. Advertenties voor vampire facials, Brazilian butt lifts en liposculptuur slaan je om de oren en ik ken in Antwerpen meer plekken waar ik botox kan laten zetten dan waar ik mijn glas kan deponeren.

Uitgelezen kans

Hoe meer er mogelijk is, hoe toegankelijker het wordt en hoe vaker we het doen. Omdat het kan. Cosmetische ingrepen zitten in de lift, overal ter wereld. Specifieke cijfers voor België zijn er niet,omdat cosmetische chirurgie niet terugbetaald wordt en er geen meldingsplicht bestaat, maar in 2017 was ons land nog een van de koplopers wat betreft het aantal cosmetische ingrepen per inwoner. De populairste ingrepen bij ons zijn vergelijkbaar met de Verenigde Staten: naast injectables als botox en fillers doen klassiekers als de borstvergroting, neuscorrectie en liposuctie het goed. De coronacrisis, waarbij we in alle privacy thuis of achter een mondmasker konden herstellen van de ingreep, heeft de sector nog een extra duwtje in de rug gegeven.

Ook voor Marie* (24) waren de thuiswerkdagen het ideale moment om onder het mes te gaan. Zij droomde als tiener al van een borstvergroting en liet afgelopen zomer haar A-cup vergroten tot een C. “Ik heb lang getwijfeld. Het kostenplaatje zorgde ervoor dat ik eerst moest sparen. Bovendien is het moeilijker om als kersvers werknemer enkele weken verlof op te nemen en dan terug te komen met een nieuw paar borsten. Ik zag de voorbije periode dan ook als een uitgelezen kans, want er rust toch nog een beetje een taboe op. Ik had het gevoel dat ik bij mijn vriendinnen mijn keuze moest verantwoorden, dat ik moest benadrukken dat mijn kleine borsten me slecht in mijn vel deden voelen. Dat zorgde er wel voor dat ik in de weken van mijn herstel niets durfde te zeggen over de pijn – want ik had het toch zelf gewild? Ik ben blij dat ik uiteindelijk de stap heb gezet. Het enige waarvan ik spijt heb, is dat ik niet nog een maatje groter ben gegaan.”

We doen het niet alleen steeds meer, we doen het ook steeds jonger. Nederlands onderzoek heeft uitgewezen dat het aantal jongeren onder de 25 jaar dat naar botox en fillers grijpt in de afgelopen tien jaar meer dan verdubbeld is. In België ligt de wettelijke leeftijdsgrens voor cosmetische ingrepen op 18 jaar. Sociale media worden terecht met de vinger gewezen, maar zo nieuw of verwonderlijk is het fenomeen eigenlijk niet.

Complicaties

Je tienerjaren zijn doorwrocht met intense fysieke veranderingen; het is een periode waarin sociale vergelijking de enige manier is om een zelfbeeld bij elkaar te harken – jaren waarin je ontzettend beïnvloedbaar bent. Toen ik op mijn 18de voor de spiegel stond te vloeken omdat mijn kaaklijn niet zo strak was als de modellen in de boekjes, kon ik daar weinig aan doen zonder meteen naar extreem klinkende ingrepen als bone shaving (yep, dat bestaat) te moeten grijpen.

Vandaag kun je met drie injecties een nieuwe kaaklijn en kin laten fabriceren, een ingreep die drie winterjassen bij Zara kost. “Ik merk dat jonge mensen vandaag heel goed weten wat er technisch mogelijk is en welke ingrepen er bestaan”, zegt plastisch chirurg Jan Vermeylen. “Ze komen mijn praktijk binnen en zeggen zelfs hoeveel milliliter ze in hun lippen willen – een getal dat ze van hun vriendinnen gehoord hebben. Vaak is dat te veel voor een natuurlijk resultaat. Ik wijs hen dan af, maar ik weet dat ze ergens wel iemand zullen vinden die het wel zal zetten.”

Vermeylen vindt het op zich een positieve evolutie dat het taboe op cosmetische ingrepen wat meer wordt opgeheven, maar waarschuwt dat we er niet te licht mogen overgaan. Het dreef hem tot het schrijven van het boek Fillers zijn killers (2021). “We mogen niet vergeten dat zelfs de kleinste ingrepen, zoals botox of fillers, nog steeds medische procedures zijn die complicaties met zich kunnen meebrengen.”

Het is daarom heel belangrijk, benadrukt Vermeylen, dat je alleen bij een erkend plastisch chirurg, esthetisch arts of dermatoloog (dus iemand met een beroepsnummer) zulke ingrepen ondergaat en dat er hoogwaardige producten gebruikt worden. “Een prikje voor een prikje bestaat niet. Neem nu bijvoorbeeld botox: het product om een voorhoofd te behandelen kost ons, de behandelaar, aan aankoopprijs al rond de 90 euro. Als de behandelprijs dus onder de 120 ligt, is het vaak een inferieur product.”

Opvallende verschuiving

Als je erover nadenkt is het concept van gif in je gelaatsspieren spuiten om deze te verlammen nogal… intens. Maar intense, soms zelfs dodelijke dingen doen om aan de schoonheidsidealen te voldoen, is iets wat we altijd ondergaan hebben. Onze voorouders droegen korsetten die hun organen op een onnatuurlijke plaats duwden en smeerden arsenicum op hun gezicht om fijne lijntjes tegen te gaan. “Schoonheidsidealen zijn inderdaad van alle tijden, maar omdat we in een digitale wereld met een hele dominante beeldcultuur leven, zijn de aangeboden schoonheidsidealen niet alleen alomtegenwoordig, maar ook gemanipuleerd”, zegt professor emeritus psychologie Liesbeth Woertman, gespecialiseerd in lichaamsbeeld en auteur van het boek Psychologie van het uiterlijk (2020).

“We worden constant geconfronteerd met onrealistische beelden. Niet alleen van celebrity’s en leeftijdsgenoten, maar ook van onszelf, omdat we via allerlei filters onze eigen foto’s kunnen bewerken. Ons zelfbeeld, zeker dat van jonge mensen, is daardoor extreem vervormd.”

Dankzij de verschillende filters op sociale-media-apps als Instagram word je dagelijks blootgesteld aan de versie die je kunt zijn. Een versie met een smallere neus, hogere jukbeenderen of een egaal voorhoofd. Je ideale zelf lijkt zo binnen handbereik te liggen, terwijl dat natuurlijk, net als die filters, een illusie is. Toch?

Het is een van de meest opvallende verschuivingen in de sector. Zo brengen mensen steeds vaker gefilterde selfies mee naar hun intakegesprek, in plaats van foto’s van celebrity’s. ‘Het is niets nieuws dat mensen er beter willen uitzien. Wat er veranderd is, is dat we er nu bijna altijd iets aan kunnen doen’, staat te lezen in een interview in Harper’s Bazaar met esthetisch arts Simon Ourian, die zijn facturen onder meer naar de Kardashians mag sturen. ‘Je bent geboren met dat gezicht, maar je hoeft er niet noodzakelijk mee te sterven. Of ermee leven.’

Marie (24): ‘Ik had het gevoel dat ik bij vrienden mijn keuze moest verantwoorden: dat mijn kleine borsten maakten dat ik me slecht in mijn vel voelde.’Beeld ZELOOT

Hoe meer ik te weten kom wat de mogelijkheden zijn, hoe meer het gezicht dat me in de spiegel aanstaart slechts optioneel lijkt te zijn.

Cellulitis van celebs

“Niet alleen de frequentie, maar ook de manier waarop we over esthetische ingrepen praten heeft bijgedragen tot de stijging”, argumenteert psychologe Sarah Bonell die aan de universiteit van Melbourne onderzoek doet naar lichaamsbeeld en plastische chirurgie.

“Heel wat zaken worden gepathologiseerd als mankementen die gefixt moeten worden. En die grens verschuift ook steeds meer.” Dat merk je ook aan de sociale-media-advertenties: ‘Een dunne bovenlip? Daar kunnen we iets aan doen!’ Door dat op die manier te verwoorden, denk je dat een dunne bovenlip iets verkeerds is, iets wat je moet oplossen. Het beste voorbeeld volgens Bonell is de populariteit van labiaplastie, een schaamlipcorrectie die eigenlijk maar bij een heel klein percentage nodig is.

Doorgaans wordt plastische chirurgie met een laag zelfbeeld geassocieerd, met mensen die er nooit genoeg van zullen krijgen omdat ze nooit tevreden zullen zijn. De wetenschap én de praktijk tonen aan dat dat niet per se zo hoeft te zijn. Uit grootschalige metastudies blijkt dat het leeuwendeel van de patiënten zich daadwerkelijk beter voelt nadat ze een bepaalde ingreep hebben laten uitvoeren en dat ze daarna gewoon weer verdergaan met hun leven.

Psycholoog

“Natuurlijk moeten we opletten met body dysmorphic disorder, een aandoening waarbij je een vertekend lichaamsbeeld hebt”, zegt Vermeylen. Bij de algemene bevolking wordt geschat dat het bij zo’n 1 tot 5 procent van de mensen voorkomt; bij mensen die wensen een cosmetische ingreep te ondergaan ligt dat al op 15 procent. Maar daar is volgens Vermeylen tegenwoordig veel meer aandacht voor. “We hebben een checklist in onze praktijk, en af en toe verwijs ik mensen toch door naar een psycholoog. Als plastisch chirurg hebben wij een belangrijke taak om de verwachtingen van mensen realistisch te houden en om de drijfveren af te toetsen. Iemand die zich al jaren aan een knobbel op de neus stoort, gaan we gelukkiger maken met een operatie; iemand die een ingreep wil voor de likes of omdat die in het algemeen slecht in zijn vel zit, gaat daar niet mee geholpen zijn.”

Ik heb op zich geen slechter zelfbeeld dan de doorsneemillennial die met tabloids is opgegroeid waarin met pijlen naar cellulitis van celebs werd gewezen. Eerlijk gezegd ben ik zelfs blij met datgene wat God en mijn genen me geschonken hebben, maar ik wil dat over twintig jaar nog steeds zijn. Ik wil niet zozeer corrigeren, ik wil conserveren.

Jolien (30) twijfelt sinds haar dertigste verjaardag over botox. Ze houdt voorlopig de boot af. “Ergens voelt het als toegeven aan het schoonheidsideaal waaraan alle vrouwen moeten voldoen. En waar ligt dan mijn persoonlijke verantwoordelijkheid als ik zelf kies voor ‘mooi’ zijn of blijven en dit schoonheidsideaal te versterken? Ik ben ook bang dat ik gewend zal raken aan de manier hoe mijn gezicht er met botox uitziet, en dat ik dan niet meer zonder zal willen. Verouderen doe je sowieso, zelfs met botox, dus in hoeverre zal ik dan aan de verleiding kunnen weerstaan om aan mijn uiterlijk te blíjven peuteren?”

De beroemde Amerikaanse dragqueen en prikkelend denker RuPaul Andre Charles sprak de gevleugelde woorden: ‘We’re all born naked and the rest is drag’. Ik verf en wax mijn wenkbrauwen, ik smeer om de dag een serum met retinoïden en ga om de acht weken naar de kapper om mijn puntjes bij te knippen. Wanneer ik voor fillers zou kiezen, lijkt het alsof ik op die manier gewoon iets nieuw aan mijn uitvoerig onderhoudsarsenaal zou toevoegen. Want wat is, in wezen, het verschil tussen mijn nachtbeugel en mijn hyaluroninjectie? “Ons idee van wat opsmuk en wat onderhoud is, is opgeschoven”, zegt Woertman. “Botox werd vroeger nog als ingrijpend gezien, vandaag is het een routinebehandeling geworden.”

Stigma

Voor Karen (35) is de botox die ze sinds een jaar in haar voorhoofd en kraaienpootjes laat spuiten een verlengstuk van de verzorging die ze zichzelf altijd al gunde. “Ik ben steeds heel geïnteresseerd geweest in skincare. Op een bepaald moment leek het me nuttiger om geld te steken in een bewezen langetermijnoplossing, dan in crèmes die een beperkte werking hebben. Ik doe dat niet omdat ik complexen heb, wel omdat ik mijn schoonheid wil kunnen bewaren. Ik word soms boos van het stigma dat rond injectables heerst – voor mij bestaan cosmetische ingrepen op een spectrum. Als je je haar kleurt, ben je toch ook jezelf aan het aanpassen? Al snap ik wel dat dit idee van ‘maakbaarheid’ niet voor iedereen zo logisch klinkt.”

Disclaimer: botox is ook mij niet vreemd. De voorbije zes jaar liet ik al drie keer een kleine dosis in mijn fronsrimpel injecteren, een dingetje dat begon omdat ik benieuwd was, en dat ik daarna om het anderhalf jaar liet herhalen onder het motto dat het hielp bij mijn migraine. Deze anekdote staat er vooral voor mijn eindredacteurs, die toen ik voor hun neus stond om het opzet van dit stuk te bespreken, wisten te beweren dat ze iemand die “aan zichzelf had laten werken” er altijd zouden kunnen uitpikken. Ze legden daar meteen de vinger op mijn angst. Natuurlijk wil ik dat de ingreep die ik zou laten uitvoeren een verschil zou maken; tegelijk wil ik dat het niet opvalt. Ik wil graag fillers, maar ik wil niet de persoon zijn die fillers heeft.

Waarom schaam ik me nog altijd voor iets wat blijkbaar geen taboe meer is?

Een nieuwe baanbrekende metastudie werpt licht op de zaak. Sarah Bonell en haar collega’s van de universiteit van Melbourne toonden aan dat onze bias tegen plastische chirurgie nog steeds ontzettend groot is, hoewel het steeds meer mainstream wordt. Ze noemden dit de plastic surgery paradox. Mensen die plastische chirurgie ondergingen werden systematisch als minder vriendelijk, minder intelligent en minder wilskrachtig beoordeeld. Die vooroordelen zijn niet aan het eindresultaat van de ingreep verbonden, omdat mensen die zeiden dat ze van plan waren om onder het mes te gaan dezelfde bias te beurt viel. Ook de intensiteit van de ingrepen is niet wat ons anders naar hen doet kijken, want Bonell en co. ontdekten dat hetzelfde misprijzen ook bestond voor vrouwen die make-up droegen.

Linda Evangelista

Het is die ingebakken bias die ervoor zorgt dat we verhalen over plastic surgery gone bad – eind september nog deed ex-model Linda Evangelista haar verhaal op Instagram – zo verslinden. Omdat ze onze eigen angst en plaatsvervangende schaamte voeden, maar ook omdat we zo de bevestiging krijgen dat zelfs topmodellen extra hulp moeten inschakelen. Valsspeelsters.

Heather Widdows, auteur ‘Perfect Me’: ‘Wie niet aan het schoonheidsideaal beantwoordt, doet niet hard genoeg zijn best. Wie te hard zijn best doet, wordt verguisd.’Beeld ZELOOT

Het is een vorm van hypocrisie die essayiste Jia Tolentino in haar bundeling Trick Mirror treffend beschreef: ‘Als vrouw word je geleerd dat je bezighouden met je uiterlijk belangrijk is, dat het iets is wat vrouwen doen, maar gaandeweg ontdek je dat omdát het iets is wat vrouwen doen, leuk vinden zelfs, het tegen je gebruikt wordt. Omdat wat vrouwelijk is, nog zo vaak inferieur is.” Daarom dat ook mannen die cosmetische ingrepen ondergaan op vooroordelen kunnen rekenen.

Layla* (29) onderging in 2016 een liposuctie. “Om hardnekkige vetophopingen op mijn heupen weg te krijgen, niet per se om smaller te worden, want ik heb nog steeds brede heupen. Ze zijn nu gewoon glad. Ik schaam me niet voor mijn ingreep, maar ik vind de houding rond plastische chirurgie wel hypocriet. Mensen worden geprezen voor hun ‘natuurlijk’ uiterlijk dat aan het schoonheidsideaal voldoet, maar wie dan zijn best doet om daar ook aan te voldoen wordt vreemd bekeken.”

Volgens Bonell en haar collega’s heeft die paradox veel te maken met het overheersende idee dat ‘natuurlijke’ schoonheid de beste vorm van schoonheid is. De I woke up like this-schoonheid. Hoewel het inclusief lijkt, is ze eigenlijk nog steeds binnen heel erg strakke contouren gegoten. Een goede botstructuur, een reine huid, glanzende haren, een strak lichaam. In haar boek Perfect Me beschrijft de Britse filosofe Heather Widdows hoe schoonheid op die manier gemedicaliseerd wordt en we er haast een moreel oordeel aan verbinden. ‘Je wil toch voor jezelf zorgen? Je bent het toch waard?’

“Het huidige schoonheidsideaal moet de suggestie uitstralen dat je zo uit bed bent gestapt. Tijd, geld en moeite worden niet getoond”, bevestigt Woertman. Technologie maakt het mogelijk om effectief ‘zo’ uit bed te stappen. Wat we vroeger met make-up deden, wordt permanent in ons gezicht gespoten, waarna we filter- en foundationloze selfies kunnen posten om likes te scoren en onzekerheid te zaaien. Vroeger ondergingen we plastische chirurgie om aan het schoonheidsideaal te voldoen, vandaag is het schoonheidsideaal plastische chirurgie. Maar dat beseffen we niet altijd.

Het idee dat we ‘schoonheid’ an sich ook gewoon minder belangrijk kunnen vinden, lijkt naïef en zelfs contraproductief wanneer de wetenschap veelvuldig bewezen heeft dat ‘mooie’ mensen met een jeugdig uiterlijk meer voordelen halen uit leven. Dankzij fenomenen als pretty bias en ageism hebben ze een hoger loon, betere kansen op de arbeidsmarkt en in hun liefdesleven, en worden ze zelfs sneller geholpen wanneer ze openbaar in de problemen komen.

Beauty is currency en schoonheid nastreven is zo haast een rationele keuze geworden’, schrijft Widdows. Het idee dat die schoonheid (alleen) verkrijgbaar is door zelfzorg vergiftigt de conversatie, zegt de filosofe. ‘Want wie niet aan ‘het natuurlijke’ schoonheidsideaal beantwoordt, doet gewoon niet hard genoeg haar best, maar wie te hard haar best doet wordt verguisd.” Dat is het tweesnijdend scalpel van de plastische chirurgie.

Familieneus

Nadia (43) heeft nooit getwijfeld over haar neuscorrectie die ze ruim tien jaar geleden liet uitvoeren; een nicht en haar zus gingen haar voor. “Fikse snufferds zitten in onze genen, een cadeautje van mijn grootvader. Ik heb me nooit geschaamd voor mijn operatie, maar ik weet nog niet of ik het mijn dochtertje moet zeggen. Ze is nu 8, en ook gezegend met de familieneus. Ik vind haar uiteraard perfect zoals ze is, maar als ik haar zou zeggen dat ik iets aan mijn neus, die eigenlijk ook haar neus is, heb laten veranderen, dan beïnvloed ik haar zelfbeeld en keuze. Maar als ze op een gegeven moment naar mij komt en ze is er zelf van overtuigd dat ze gelukkiger zou zijn met een andere neus, dan zal ik haar helpen zoeken naar een goede chirurg. Anders zou het ook hypocriet zijn.”

Ik kan, wil en zal argumenteren dat het empowering is om zelf keuzes te maken over je uiterlijk, dat het beter is om er iets aan te doen in plaats van me eraan te blijven storen, dat je ermee bezighouden zelfs een slimme investering is in een wereld waar schoonheid letterlijk van kapitaal belang kan zijn. Maar waarom kan ik zes pagina’s voltikken om te proberen achterhalen waarom ik geen fillers in mijn neusmondplooi spuit terwijl het kan, in plaats van me af te vragen waarom ik me aan die neusmondplooi stoor in de eerste plaats. Doe ik het écht voor mezelf, als het anderen zijn die (lang voor mijn tijd) hebben bepaald dat een ouder gezicht een inferieur gezicht is?

Voor dit stuk sprak ik met meer dan twintig mensen over hun eventuele beweegredenen om tot plastische chirurgie over te gaan. Op individueel niveau vind ik hun beslissingen stuk voor stuk krachtig, begrijpelijk, juist en eigenlijk mijn zaken niet. Op collectief niveau maak ik me echter zorgen over de toenemende maatschappelijke druk op onszelf en op de keuzes die we haast verplicht worden te maken, temeer omdat de technologie geen excuus meer laat om jezelf niet te optimaliseren. De toekomst brengt vergevorderde technieken om de beste versie van jezelf in een deskundige handomdraai te vereeuwigen, van injecteerbare huid tot non-invasieve sculptingtechnieken.

Het lijkt alsof er straks voor alles een oplossing is. Behalve om hieraan te ontsnappen.

Marie en Layla zijn schuilnamen.