Direct naar artikelinhoud
Interview

Ex-weervrouw Jill Peeters: ‘Watersnood in de zomer is nog maar het begin’

Jill Peeters: ‘Of ik zelf nog aan kinderen zou beginnen met wat ik nu weet? Ik zou het er heel moeilijk mee hebben.’Beeld Joris Casaer

Weervrouw zijn was voor Jill Peeters (46) het allerhoogste, maar ze stopte ermee. Toch is ze nu terug op tv. Met een serie op Canvas wil ze tonen wat ons tegenhoudt om de klimaatcrisis echt aan te pakken. ‘Watersnood in de zomer is nog maar het begin.’

In een kantine van de VRT peuzelt Jill Peeters (46) met lichte tegenzin een chocolade Suzywafel op, die ze doorspoelt met een blikje cola. “Vandaag dan maar niet vegan”, zegt ze. De geograaf die bijna twintig jaar lang met flair het weer voorspelde op VTM en in 2008 tot beste weervrouw van Europa werd uitgeroepen, heeft het razend druk.

Hier aan de Reyerslaan legt ze de laatste hand aan Wat houdt ons tegen?, haar nieuwe, vijfdelige klimaatreeks voor Canvas . Voor de KU Leuven werkt ze een opleiding ‘duurzaam leiderschap’ uit. Tussendoor droomt ze van een wolkenapp, zodat ook wij kunnen leren hoe je in de wolken leest wat voor weer het wordt. “En straks moet ik me naar de kapper haasten want ik heb een gigantische grijze uitgroei”, zegt ze grijnzend.

BIO • geboren in 1975 in Roeselare • studeerde geografie aan de KU Leuven • presenteerde van 2000 tot 2019 het weerbericht bij VTM, aanvankelijk met Eddy De Mey • publiceerde drie boeken over weer en klimaat • is stichtend lid van het Climate Action Leadership Network van de VN • werd verkozen tot beste weerkundige van Europa • richtte het be­kroon­de inter­na­tionale net­werk voor weer­kundigen Climate Without Borders op  

Klimatologen, journalisten en hoge omes bij de EU en de VN weten het al jaren, maar het is pas de laatste tijd dat Vlaanderen ontdekt hoezeer Peeters niet samenvalt met de glimmende en kleurige vrolijkheid die de commerciële zender typeert. Ze toont giechelend haar uitgroei, vertelt over haar klimaatdepressie, is een meditatie-adept. Aan de roem en aan elke dag op tv komen is ze niet verslaafd want eind 2019 nam ze tot ieders verbazing afscheid als VTM-weervrouw. Ook bedankte ze voor een topjob bij de VN en een plaats als lijsttrekker voor Open Vld. Liefst wandelt ze kilometers door de natuur of vlooit ze tot diep in de nacht VN-klimaatrapporten uit.

En dan eet u ook nog veganistisch?

(lacht) “Daar ben ik op zich niet mee begonnen omwille van het klimaat, maar eerder toevallig, via mijn eerste kennismaking met het vegetarisme door Veertig Dagen Zonder Vlees. Dat vond ik super omdat de aanpak zo positief was. ‘Probeer het eens’, was de boodschap, niet ‘Je faalt als het niet elke dag lukt’. Collega’s die later veganistisch werden, keek ik wel nog raar aan. Dat leek me een stap te ver.

“Maar toen ik meer ging lezen over de impact van dierlijk voedsel en The Game Changers zag, veranderde dat. Die Netflix-documentaire gaat over topsporters die vegan zijn, zoals Novak Djokovic. Als het gezond is voor wereldkampioenen, is het dat zeker voor mij. Vegan eten beschermt ook tegen hart-en vaatziekten. Dus ik ging experimenteren. Als dochter van een groentehandelaar weet ik van bijna elke groente hoe ik ze lekker moet klaarmaken. Mij bevalt het geweldig. Mijn huid is in betere conditie en ik heb nooit nog een middagdip.”

Doen uw man en drie tienerdochters mee?

“Ze vinden het lekker maar twee dochters willen soms nog vlees, vis of een eitje en dan maak ik dat ook klaar. Zelf mis ik dat niet. Buitenshuis en op vakantie is het lastiger. Dan eet ik bijvoorbeeld af en toe vis. Maar ik merk dan telkens dat ik echt zonder kan. Oesters zijn het enige dat ik soms mis. Tot mijn man en ik onlangs in Arnhem het lekkerste restaurant ooit ontdekten. Vegan. Ze serveerden ‘oesters’, gemaakt met oesterzwammen en geserveerd in een oesterschelp. Het klinkt maf, maar het water komt me weer in de mond. Overheerlijk.”

Over delicatessen gesproken: toen u in een VTM-item over het nieuwe VN-klimaatrapport zei dat wie iets voor het klimaat wil doen kan overwegen om zuivel, vis en vlees als delicatesse te zien, kwam er scherpe kritiek. Theo Francken (N-VA) noemde dat ‘apocalyptische en extremistische klimaatpraat van een activist’.

“Dat heeft me erg geraakt. Ik voelde me machteloos. Je doet een suggestie voor wie dat wil en daar wordt dan van gemaakt dat je iedereen je visie wil opleggen. Het beangstigt me dat je iets met de beste intentie voorstelt maar dan niet juist gehoord en vervolgens in de hoek geduwd wordt. “Francken stelt dat ik in de hand bijt die mij voedt, maar mijn tip stoelt juist op mijn grote bekommernis voor onze landbouwers. Ik zou willen dat ze meer waardering en steun krijgen.”

Als we veel minder van hun producten consumeren gaan zij toch failliet?

“Ze zitten nu al in de schulden, vinden geen opvolging. Ik ontmoet nooit nog gelukkige landbouwers. Dat was vroeger anders. Ons familiebedrijf werkte intensief samen met landbouwers. Als kind liep ik altijd door de velden met koeien en gewassen. Die wereld ligt me nauw aan het hart.

“Mijn grootvader en vader hebben de industrialisering van de landbouw meegemaakt. Plots draaide alles om kwantiteit. Begrijpelijk, want na de Tweede Wereldoorlog had Europa honger. Maar vandaag exporteren we erg veel vlees, importeren we erg veel soja voor veevoer maar komen landbouwers niet rond. Niet zij maar de grote concerns die de producten verdelen en verkopen of die de zaden en de pesticiden maken, strijken de grote winsten op.”

Nog minder van hun waar kopen zal toch niet helpen?

“We hebben een herverdeling nodig waarbij zij wel voldoende centen voor hun harde werk en producten krijgen en waarbij het subsidiesysteem op kwaliteit gericht is. Ik koop mijn vlees rechtstreeks bij een landbouwer die agro-ecologisch werkt, waarbij zorg voor een gezonde bodem primeert. Daardoor gaat die bodem meer CO2 opnemen. Dus ik weet dat dat vlees geen zware belasting heeft gelegd op klimaat, milieu en landbouwer. En door direct van de producent te kopen, ga je beseffen hoeveel werk en zorg er in zo’n kwalitatief product zit. Dan ga je het automatisch als waardevoller en uitzonderlijker zien, niet iets om elke dag in grote hoeveelheden te eten.”

Worden vlees en zuivel in dit scenario geen producten voor wie het kan betalen?

“Daarom hebben we een overheid en een Boerenbond nodig die er op een slimme manier voor zorgen dat die producten voor iedereen toegankelijk zijn. Subsidiestromen heroriënteren is niet mijn expertise, maar het lijkt me zeker niet onmogelijk. En willen we echt een toekomst voor onze bodem en landbouwers, dan kunnen we niet anders dan ook het landbouwsysteem zelf omgooien. In mijn programma zie je hoe landbouwers die agro-ecologisch werken het wel goed stellen. In Wallonië is dat nu een grote én succesvolle revolutie. Mensen die op weekend naar de Ardennen gaan, zeggen dan dat het vlees van de lokale slagers daar lekkerder is. Het zwemt veel minder in vocht in de pan. Dat wil toch iedereen?”

Is dat zo? Wat leidt u af uit de andere reacties op uw uitspraak?

(aarzelend) “Ik krijg nu wel foto’s van mannen hun worsten op de barbecue. Soms hangt er nog een vent aan. (hilariteit) Ik denk dat ze willen zeggen: ‘Eat this, veganistische slet.’ Maar ergens begrijp ik die houding wel.”

Pardon?

“De klimaatkerk is een hele strenge kerk die niet vergevingsgezind is. Mocht dat een religie zijn, zou het een zeer harde stroming zijn. (met diepe stem) Gij zult niet vliegen. Gij zult geen vlees eten. Daarbij komt dat veel mensen niet veel meer snappen van onze economie, van ons belastingsysteem. Dat ervaar ik zelf ook. En het vertrouwen in de politiek is minimaal. Je stemt op iets of iemand en vervolgens is het niet te vatten wat daar dan mee gebeurt. Als die lui die jij niet meer begrijpt noch vertrouwt dan afkomen met ‘Jij moet veranderen en groene taksen betalen’, dan kan ik er enorm goed inkomen dat je reageert met ‘Jullie gaan van mijn worst en mijn vol-au-vent blijven.’

“Ik heb zelf ook de ambitie niet om mensen te bekeren omdat ik ervan overtuigd ben dat het voor een meerderheid veel makkelijker zou zijn als iemand anders die keuzes al heeft gemaakt. Wanneer je dan een nieuwe auto nodig hebt, is het niet meer mogelijk om een vervuilende bak te kopen maar wel betaalbaar om een schoner alternatief aan te schaffen.”

Om daar te raken moeten we een enorme hindernis over, namelijk het probleem dat politici weten wat ze moeten doen maar vrezen dat ze dan niet meer verkozen raken, zoals Bruno Tobback ooit poneerde.

“Ja. Zijn uitspraak komt ook in mijn programma. Het is een van de antwoorden op de vraag wat ons tegenhoudt. Maar in Denemarken en Nieuw-Zeeland lukt het de politiek wél om klimaatactie te realiseren. In verschillende staten en in steden in de VS ook. Hier bij ons mis ik visie. Maar ik troost me met het feit dat we dit enorme probleem als land niet alleen kunnen en moeten oplossen. Ook trek ik me op aan de Europese Green Deal. Die is niet perfect, maar ze stippelt wel een forse marsrichting uit.

‘Ik krijg nu foto’s van worsten. Soms hangt er nog een vent aan. Ik denk dat ze willen zeggen: ‘Eat this, veganistische slet.’Beeld Joris Casaer

(denkt na) “Ik probeer tegenwoordig echt te kijken naar wat er wel is. Dat doen we ook in het programma. We laten zien waarom het zo traag gaat, maar ik ga ook op bezoek bij industrie, landbouw, ingenieurs die al heel veel doen en uitproberen.”

Is die selectieve blik uw recept tegen klimaatdepressie? Want als je de klimaatwetenschap en het gebrek aan actie recht in de ogen kijkt, is het toch om bij te huilen?

“Ik heb ook gehuild. Een paar jaar geleden was ik een periode depressief. Dat was een klimaatdepressie. Ik zag het ook bij anderen die ermee bezig waren. Vandaag zie ik zelfs bij een breed publiek velen die ongelukkig en verzuurd zijn. Daar maak ik me zorgen over. Is het door corona? Het is in ieder geval voor velen erg moeilijk geworden om nog in positieve wendingen te geloven.”

Is dat raar? De CO2-uitstoot stijgt en de doelen van het Klimaatakkoord van Parijs zijn we niet aan het halen.

(bedachtzaam) “Ik weet het. Kijk, ik zou ook in het orkest op de Titanic kunnen spelen. Maar als je zoveel weet over het thema en in staat bent om het op een toegankelijke manier te delen, ben je het aan de wereld verschuldigd om daar iets mee te doen. Daarom ben ik op zoek gegaan naar houvast in plaats van finaal mijn kop te laten hangen.

“Dankzij het boek The Drawdown van de Amerikaanse milieudeskundige Paul Hawken ben ik uit mijn dal geklauterd. In die bestseller komt hij met de beste oplossingen om deze crisis te keren en het zijn zaken die al bestaan en waarmee we al heel ver zouden raken. Dat heeft me geleerd te focussen op wat wel kan, waardoor ik weer moed en motivatie vond. Ook ben ik niet meer bezig met ‘Wat doe ik?’ maar met ‘Wie ben ik?’ in dit verhaal.”

Wat bedoelt u daarmee?

“Ik ben al zeker vijftien jaar met klimaat bezig, schreef er twee boeken over, richtte Climate Without Borders (een bekroond internationaal netwerk van weerkundigen die informatie over weer en klimaat uitwisselen, red.) op. Maar ik vond altijd dat ik niet genoeg deed en dat ik het niet goed genoeg deed. Dat heb ik vervangen door de vraag wie ik ben. Wat kan mijn specifieke rol zijn? Niemand moet alles doen, maar iedereen kan iets doen. Jij kunt er artikels over schrijven, ik kan in heldere taal aan mensen uitleggen wat er aan het gebeuren is. Ik kan een brug leggen tussen wetenschappers en het brede publiek, dat mij goed kent en vertrouwt. Door dat duidelijk te zien, ben ik me veel beter gaan voelen.”

Weervrouw worden was een kinderdroom die in vervulling ging. Toch stopte u – omdat u vond dat u meer in uw mars had?

“Nee, weervrouw zijn zal voor mij altijd het allerhoogste zijn. Ik ben ook niet gestopt omdat ik het beu was. Maar toevallig kwamen er aanbiedingen die me hebben doen nadenken. Bij de VN ben ik voorgedragen om Hoofd Communicatie & Outreach te worden van het weerdepartement. Ik dacht eerst dat het een grap was. En ik flipte want dan zou ik moeten stoppen als weervrouw, terwijl ik een weervrouw ben en altijd zal zijn.

“Maar ik moest me afvragen of ik zou kunnen stoppen met dat weerbericht. Ja, zo bleek. Al wist ik niet wat ik dan wel zou gaan doen. Ik gaf mezelf tijd cadeau om dat uit te zoeken. In oktober 2019 gaf ik bij VTM mijn ontslag en in januari heb ik finaal nee gezegd tegen de VN-job omdat ik vermoedde dat dat met mijn slechte rug te slopend zou zijn. Je moet weten wat je aankunt.”

Politiek zit daar ook niet bij want op aanbiedingen van Groen en Open Vld zei u nee?

“Drammerig een stelling verdedigen zit niet in mij. Ik luister liever, ben een verzoener in plaats van een roeper die vindt dat ze gelijk heeft en dat iedereen moet luisteren. En de polarisering in de media die samenhangt met de politiek stoot me enorm af. In de coronacrisis stak me dat zo tegen. Die eindeloze boksmatchen over mondmaskers, dat uitmelken van ieder klein meningsverschil. (blaast) Ik keek op den duur geen tv meer. En ik dacht : ‘Als dat al zo is met een pandemie die weer weggaat, hoe zal het dan zijn met de klimaatcrisis, die alleen maar erger wordt. Dat gekijf laat ik liever aan de haantjes. Zelf ga ik iets leuks doen.’” (lacht)

Maar nu komt u met een tv-programma over een thema dat niet leuk is?

“Toen Canvas met dat idee kwam, vond ik dat te geweldig om nee te zeggen. Maar dit is slow journalism waarbij we de nadruk leggen op de mogelijkheden, niet op de ramp. Het team was ook al heel goed ingewerkt en ik heb er echt mee mijn stempel op kunnen drukken, met veel aandacht voor alle mogelijke partijen, van de havenbaas tot de activisten.”

Is het niet vreemd dat hierover nooit eerder zo’n programma is gemaakt?

“Jazeker. Met de overstromingen in het achterhoofd en de VN-klimaattop die binnenkort van start gaat, is de timing wel goed, maar het valt inderdaad op. Ik weet wel dat de hoofdredacteur er al jaren op broedde. Ik hoop dat er veel mensen kijken zodat ze zien dat het een wervend verhaal kan zijn dat mensen meetrekt en dat het niet per se polariserend is. Dit is echt geen politiek verhaal. Het is mensen uitleggen waarvoor we staan, waar we vandaan komen en wat er al aan gedaan wordt. Iedereen kan er inspiratie uit halen, of je nu bedrijfsleider of leraar bent.”

Is wat de burger kan doen geen klein bier in vergelijking met de impact van de machtige hoofdrolspelers, de Shells en BP’s?

“Ik benadruk liever hoeveel macht wij toch hebben door de dagelijkse keuzes die we maken. En ik wil geloven dat het zinvol is dat iedereen uitzoekt wat hij of zij kan doen. Misschien is dat naïef, maar ik heb dat nodig om gemotiveerd te blijven. Al zijn gevoelens van machteloosheid mij niet vreemd wanneer grote spelers roepen ‘Jullie moeten maar meer spaarlampen draaien’ terwijl zij zelf doorgaan met vervuilen. Maar we moeten proberen niet verlamd te raken door machteloosheid of angst. Dan zou ik mensen liever boos krijgen over wat er misloopt en over het gebrek aan politieke actie.”

Zoals Greta Thunberg en Anuna De Wever boos zijn?

“Bijvoorbeeld. Je hebt die activisten die het hele systeem hekelen nodig als je een omwenteling wilt zien.”

U stond ooit naakt met bodypaint op de cover van Nina om aandacht voor het klimaat te vragen. Zit er een activist in u?

“In tegenstelling tot wat Francken beweert niet. (lacht) Anuna inspireert een hele generatie en ik ben enorm dankbaar dat die mensen er zijn want ik weet hoeveel weerstand dat oproept.

“Maar ik ben niet iemand van de harde aanpak. Ik wil naar de brede massa luisteren en die proberen mee te krijgen als een begeleider, niet als een criticus. Ik vraag liever ‘Wat houdt jou tegen? Op welke punten kunnen we elkaar misschien toch vinden?’ Dat is mijn ding en daar geniet ik ook van. Dat werkt voor die grote groep ook veel beter dan het opgeheven vingertje. Wat ook werkt, zijn goede verhalen die mensen verbinden met het geheel, zoals Yuval Noah Harari (historicus en bestsellerauteur, red.) dat doet.”

Zijn uw dochters Anuna-aanhangers?

(aarzelt) “Ik denk dat het logisch is dat als je moeder daar zo mee bezig is, je je daar zelf wat van afzet. Maar een van hen wil nu wel absoluut een milieustudie aanvatten.”

Ondertussen bent u zelf meer klimaatvrouw dan weervrouw.

“Ik vermoed het. Op Instagram heb ik net een poll over die vraag gehouden. Twee derde van de mensen ziet mij als klimaatvrouw. Als het volk het zegt, zal dat wel kloppen hè?”

Maar wat voelt u zelf?

“Het weer voorspellen, dat probeerde ik al als kind te doen. Mijn grote idool was Armand Pien. Ik zal daar altijd diep mee verbonden blijven. Maar door wat er nu gebeurt met het weer, voelt het logisch om mij voluit op de klimaatwetenschap en -communicatie te storten. Bovendien vraag ik me af of de rol van de weerkundige op tv niet moet veranderen, zeker nu er zoveel weer-apps zijn.”

Die zitten er wel vaak naast.

“Precies. Dat zal steeds vaker zo zijn. Weerberichten zijn gebaseerd op een reeks basisregels. Ruiters die van Parijs naar Brussel reden, merkten bijvoorbeeld dat als het regende in Parijs en ze rugwind hadden, het bij aankomst regende in Brussel.”

“Dus regel één was: als het regent in Parijs en er is zuidwestenwind, dan heb je een paar uur later regen in Brussel. Zo leerden we dat weer iets is dat zich verplaatst. Dankzij satellieten en steeds sterkere computers konden we steeds meer van die regeltjes combineren en werden weerberichten betrouwbaarder.

‘De klimaatverstoring verandert alles. De atmosfeer is een chaotisch systeem dat in de war is. de bekende regels gelden niet meer.’Beeld Joris Casaer

“Maar de klimaatverstoring verandert alles. De atmosfeer is een chaotisch systeem dat nu in de war is. We zijn op onbekend terrein waar de bekende weerregeltjes niet meer gelden. Juist daarom is het meer dan ooit een illusie dat je het weer vijf tot zelfs twaalf dagen kunt voorspellen zoals die apps doen.”

In een interview bijna tien jaar geleden zei u nog dat we klimaat en weer niet zomaar mochten koppelen.

“Dat is snel veranderd omdat het weer door de klimaatverstoring is veranderd, zoals ook de recente watersnood illustreert. Op dat moment had ik trouwens wel weer graag in de tv-studio’s gezeten. Er is nog zoveel uit te leggen over het verband tussen klimaat en het weer. Juist daarom richtte ik Climate Without Borders op, waarin weerkundigen elkaar helpen met communicatie over klimaat. Weermensen zijn daar ideaal voor omdat ze veel vertrouwen genieten en omdat ze als geen ander ingewikkelde zaken in eenvoudige termen kunnen uitleggen.”

In tegenstelling tot de klimaatwetenschappers?

“Ik verwijt het hen niet, maar hun communicatie is wel een ramp geweest en ook dat heeft actie vertraagd. Wetenschappers zeggen hoe zeker ze van iets zijn door onzekerheidsmarges te geven. In het hoofd van de mensen wordt dat: ‘Je bent niet zeker? Ga maar terug naar uw laboratorium.’ Ik ben zelf dol op kansberekening en statistiek, maar die taal is een heel slechte taal om mensen te raken. Het was pas toen Al Gore met zijn film kwam, dat het een beklijvend verhaal werd.”

Ondertussen is iedereen toch wel ongeveer mee?

“De meeste mensen kennen de stijgende curve van de opwarming. Ook al goed bekend is dat het ondertussen al een dikke graad warmer is en we op weg zijn naar drie à vier graden opwarming en dat dat met extreem weer gepaard gaat. Maar velen verwachten blijkbaar dat het vanaf nu elke dag hittegolf of watersnood is. Terwijl een stijgende curve betekent dat er zeker ook nog normale dagen zijn. En ook dat er niet alleen steeds meer te warme maar eveneens nog veel te koude dagen mogelijk zijn, zoals met de sneeuw in april.”

Is het probleem niet dat zelfs dat mensen maar matig raakt?

“Een enquête van Het Laatste Nieuws heeft toch laten zien dat ruim 80 procent van de Vlamingen het een prioriteit vindt. En sneeuw in april of watersnood in de zomer is nog maar het begin. In het laatste VN-klimaatrapport staat dat we steeds zekerder zijn over de zekerheden, zoals meer hittegolven en een sneller stijgende zeespiegel, maar ook dat we steeds zekerder zijn over de onzekerheden. Wat de wolken over het weer zeggen, wordt bijvoorbeeld onzekerder.

“Denk aan de vlinder die met zijn vleugels flappert in Mexico en zo een tornado veroorzaakt in Texas. In het chaotische systeem van onze atmosfeer dat nu zo verstoord is, krijg je veel meer van die onvoorspelbaarheden. Een klein recent voorbeeld is de campagne om deze zomer de droogte in de tuinen te meten. Het wordt inderdaad zorgwekkend droger.

“Maar deze zomer was bij ons dan weer de natste ooit. De toekomst is onvoorstelbaar onzeker. De enige manier om daarin Darwin-gewijs te overleven, is ons aanpassen aan extremiteiten met grote onzekerheden qua intensiteit, locatie, frequentie en type weer-event.”

Wat is nu het antwoord op de vraag wat ons tegenhoudt? Politiek, zorgen om wie het gaat betalen, onze psychologie?

(lacht) “Niet slecht gegokt. Maar ik mag het nog niet zeggen. Daarvoor moet je kijken. Ik heb zelf in ieder geval nog veel bijgeleerd.”

Wat zijn uw volgende plannen?

“Ik werk aan een opleiding duurzaam leiderschap voor bedrijfsleiders voor de KU Leuven. Want talent zal in de toekomst echt niet meer willen werken voor vervuilende bedrijven. Daarnaast bouw ik een zaak uit die bedrijven een-op-een helpt met uitzoeken wat ze kunnen doen. Ik geloof sterk in ondernemers. Niet bij de overheid maar bij de bedrijven zit nu de grootste versnelling. Een deel daarvan is mogelijk groenwassen. Maar stilaan valt de frank ook echt. De bedrijven hebben door dat het absoluut in hun voordeel is om zich aan te passen. Velen lopen echter tegen een muur van complexe regels en normen. Ik heb een groot netwerk en kan hen in contact brengen met anderen die zaken al met succes uitprobeerden. Zo’n platform waar alle praktische kennis wordt verzameld en uitgewisseld, bestaat stom genoeg nog niet in ons land.”

Is de zoektocht naar wat u na uw carrière als weervrouw zou gaan doen bij deze afgerond?

“Ik denk het. Nu doe ik wat ik echt wil doen, namelijk verhalen en kennis doorgeven aan erg veel verschillende mensen. Je zou mijn mailbox eens moeten zien. Daar zit ook een hele generatie jongeren in die aan mijn mouw trekken. ‘Jill, zeg eens hoe erg is het? Hebben we nog een toekomst? Krijgen we beter geen kinderen? Is het nog ethisch verantwoord om de hele mensheid hoegenaamd te redden?’. Heftig.”

Wat antwoordt u daarop?

“Dé antwoorden heb ik niet, maar ik probeer altijd in gesprek te gaan. We gaan veel filosofen en ethici nodig hebben om ons met al die vragen te helpen.”

Zou u zelf nog aan kinderen beginnen met wat u nu weet?

(denkt na) “Ik zou het er nu heel moeilijk mee hebben. Maar toen ik mijn dochters kreeg, stond de voetafdruk van de westerse mens nog niet scherp op mijn radar. Dat was echt nog een andere tijd. Ik herinner me dat ik zo’n vijftien jaar geleden voor het eerst Nic Balthazar ontmoette. We gingen lunchen en het was aspergeseizoen. Nu zijn asperges mijn lievelingseten. Nic bestelt dat. Ik ga voor steak met frieten. Volgens mij had ik toen direct afgedaan bij Nic. Waarom bestelde ik geen asperges, hoewel ik daar meer zin in had? Gewoonte. Het vastgeroeste idee dat steak met frietjes toch is wat een mens nu eenmaal eet in een brasserie. Om maar te zeggen dat ik zelf een hele weg heb afgelegd. Het is lastig om de dingen anders te bekijken, gewoontes op hun kop te zetten, te zoeken naar wat bij je past. Maar het is wel een spannende en inspirerende tocht die mijn hart sneller doet slaan.”

Wat houdt ons tegen?, vanaf 25 oktober op Canvas.