Direct naar artikelinhoud
InterviewJohan Neyts

Viroloog Johan Neyts (KU Leuven): ‘Pfizer is veilig voor kinderen jonger dan 12, maar ethisch heb ik bezwaren’

Johan Neyts. ‘Voor de 65-plussers heb ik geen bezwaren tegen een booster. De vraag is of het ook moet voor gezonde 50-plussers.’Beeld Joris Casaer

De Leuvense onderzoeker Johan Neyts heeft met een antiviraal middel tegen dengue het leven veranderd van 96 miljoen mensen per jaar. Maar hij blijft bescheiden, ook als het over corona gaat. ‘Ik weet ook niet alles.’

“Ik wil niet de man met het vingertje zijn”, zegt Johan Neyts, viroloog aan de KU Leuven. “Elk vogeltje zingt zoals het gebekt is en ik weet ook niet alles. Ik probeer mij altijd te beperken tot wat ik goed ken. Ik blijf wel bij de bakker een mondmasker dragen, omdat ik een signaal wil geven dat het nog niet voorbij is, maar ik wil niemand de les spellen.”

Zoals veel van zijn collega’s was Neyts het afgelopen anderhalf jaar altijd een baken van inzicht, kalmte en hoffelijkheid. Maar hij was niet alleen met corona bezig, in alle stilte ontwikkelde hij een middel tegen dengue: een ziekte die miljoenen mensen teistert.

Wat is dengue?

Johan Neyts: “Een virale infectie die wordt overgedragen door de tijgermug, die in de meeste tropische en subtropische gebieden voorkomt. Het dengue-virus behoort tot de familie van de flavivirussen, waar ook onder meer gele koorts en zika toe behoren – zika zullen mensen zich nog herinneren uit 2015, toen er een uitbraak was in Latijns-Amerika. Er raken naar schatting jaarlijks 400 miljoen mensen besmet met dengue, 96 miljoen mensen worden ziek en er gaan elk jaar ongeveer 25.000 mensen aan dood, onder wie veel kinderen.”

Rukt die mug naar het noorden op met de klimaatopwarming?

“Er zijn modellen die voorspellen dat het probleem tegen 2080 flink zal toenemen, maar die modellen neem ik voorlopig met een korreltje zout. Al komt de mug zeker ook al voor in de zuidelijke staten van de VS. 

“In onze regio’s zie ik het probleem niet zo gauw opduiken. Maar in de tropische en subtropische gebieden van Latijns-Amerika, Afrika, Azië en de noordelijke regio’s van Australië komt ze wel vaak voor, uiteraard.

“Wat men tot dusver vooral doet om niet besmet te raken, is lange mouwen en broeken dragen, onder een muskietennet slapen en insecticide gebruiken. Er is sedert enkele jaren ook een vaccin, maar de werkzaamheid daarvan is beperkt.”

En u hebt nu een antiviraal middel ontwikkeld.

“Inderdaad, samen met mijn hele team, natuurlijk, en samen met het scheikundige team van collega Patrick Chaltin van het Leuvense Centre for Drug Design & Discovery, en Janssen Pharmaceutica.

“In de jaren 2000 was ik daarover al aan het nadenken. We werkten toen hard aan middelen tegen hepatitis C – dat virus behoort ook tot de flavi-familie. Het idee bestond toen om voor die héle familie iets te vinden. Dat is nu alvast gelukt voor dengue.”

Dat moet een bijzonder gevoel geven.

“Dat is zo. Je wilt als onderzoeker iets doen wat relevant is. De symptomen van dengue zijn zeer ernstig. Je krijgt hoge koorts, en je knoken en gewrichten doen enorm veel pijn – men noemt het ook wel knokkelkoorts. 

“Ik ben een paar keer in Vietnam geweest bij een uitbraak, en heb bijvoorbeeld gezien hoe een meisje van 10 jaar oud in shock ging, onder andere omdat de haarvaatjes plasma begonnen te lekken – dat is een symptoom waaraan je sterft.”

U zoekt, behalve naar vaccins, ook al lang naar een antiviraal middel dat tegen alle virussen van de coronafamilie zou werken.

“Inderdaad. Ik heb daar in september 2019 nog een lezing over gegeven in het Chinese Wuhan, waar enkele maanden later de eerste uitbraak van SARS-COV-2 was. Virologen denken zoals verzekeraars. Mochten we eind 2019 zo’n middel hebben gehad, dan zou dat ook gewerkt hebben tegen SARS-CoV-2. Dan had men begin januari 2020 de uitbraak in Wuhan mogelijk in de kiem kunnen smoren of toch serieus beperken.”

Hoever staat dat onderzoek nu?

“Het heeft uiteraard een enorme boost gekregen. De eerste piste, met rommelproducten zoals ivermectine en hydroxychloroquine, heeft niets opgeleverd. 

Johan Neyts in zijn lab: ‘In rusthuizen kún je de vensters niet zomaar opengooien. In de winter zijn de bewoners te frêle om koude te verdragen.’Beeld ID/Franky Verdickt

“Een ander spoor, met bijvoorbeeld molnupiravir van de firma Merck/MSD, werkt wel. Als je dat snel neemt bij milde tot matige symptomen, halveert de kans dat je naar het ziekenhuis moet. 

“Heel recent is ook gebleken dat vroege toediening van remdesivir goed werkt. Als het een beetje meezit, kan dat middel van Merck/MSD tegen het einde van het jaar op de markt zijn.”

Uw team werkt ook nog aan een coronavaccin.

“Ja, wij maken goede vorderingen met de ontwikkeling van een universeel coronavaccin. Er hebben wat investeerders afgehaakt toen Pfizer en Moderna met hun resultaten kwamen, dus ons onderzoek heeft wat vertraging opgelopen. 

“Maar wij werken verder, met technologie gebaseerd op het vaccin tegen gele koorts. Met dezelfde technologie werken we aan een vaccin tegen hondsdolheid, ebola en nog een paar andere tropische infecties. Ook ons coronavaccin zal zeker nog zijn nut hebben, omdat onder andere het hele Afrikaanse continent nog ingeënt moet worden.”

Hoe staat u tegenover het inenten van kinderen jonger dan 12 hier?

“Pfizer is veilig en bijna 100 procent werkzaam voor die groep, dus puur virologisch zou ik zeggen: go for it. Maar ethisch heb ik bezwaren. Ik heb het er moeilijk mee om bij ons kinderen, die zelf heel weinig last hebben van corona, te vaccineren terwijl in veel ontwikkelingslanden zelfs de hoogrisicopatiënten nog geen prik hebben gehad.”

Het virus blijft wel volop circuleren: bijna 2.000 infecties per dag, dat is toch nog erg veel. En een studie in het vakblad Nature lijkt erop te wijzen dat gevaccineerden na verloop van tijd bijna even besmettelijk zijn als ongevaccineerden.

“Maar er blijft een verschil tussen infectie, die op zich niet erg hoeft te zijn, en ernstige ziekte, waartegen we toch nog altijd zeer goed beschermd zijn. 

“De vraag is nu hoelang onze meest kwetsbaren beschermd blijven, want we weten dat het effect van de vaccins vervaagt na verloop van tijd. Zeker om het virus in de neus en de keel een halt toe te roepen, heb je daar lokaal veel antistoffen nodig.”

Bent u dan voor de booster voor 65-plussers die nu wordt gezet, of hebt u daar ook ethische bezwaren tegen?

“Voor de 65-plussers heb ik geen bezwaren. De vraag is of het ook moet voor gezonde 50-plussers, zoals bijvoorbeeld in het VK. 

“Uit een recente Israëlische studie blijkt dat een booster een groot verschil maakt, dus we moeten te zijner tijd misschien bekijken of er genoeg vaccins zijn voor een booster voor 50-plussers. Maar we moeten er absoluut voor zorgen dat mensen in ontwikkelingslanden de vaccins ook krijgen.”

Hoe ziet u de winter tegemoet bij ons?

“Ik ben tevreden dat het aantal ernstige infecties, door de hoge vaccinatiegraad, beperkt blijft. En risicopatiënten die toch symptomen ontwikkelen kunnen binnenkort allicht ook geholpen worden met antilichamen die ze via een infuus krijgen toegediend. Ook op dat vlak blijft ons medisch arsenaal groeien. Al zullen we in de winter weer meer binnen zitten met zijn allen, dat is een nadeel.”

Hoe komt het dat zo laat op het belang van ventilatie is gewezen? Zelfs de druppeltjestheorie heeft het moeten afleggen tegen de wetenschap dat het virus airborne is, en dus in de lucht hangt. Dat wisten experts begin vorig jaar toch al?

“Ik heb ook een tijd gedacht dat het virus zich vooral via druppeltjes verspreidde, omdat het reproductiegetal zo veel lager lag dan bij mazelen. Eén persoon met mazelen besmet, zonder maatregelen, makkelijk tot vijftien andere personen. Met SARS-COV-2 kregen we toch vooral verhalen van koren die superverspreiders waren, vanwege die druppeltjes. Het gemiddelde reproductienummer lag veeleer op 2 tot 3.”

Maar ik lees steeds meer berichten dat experts het vrijwel meteen wisten, dat aerosolen en dus ventilatie een belangrijke rol spelen.

“Het is geen of-ofverhaal: druppeltjes óf aerosolen. En wat moesten de experts doen? Landen moesten in lockdown, er was een tekort aan maskers.”

De vensters opengooien: dat hadden we sneller moeten doen.

“Ja, ventilatie is zeker belangrijk. Ook voor mij is dat een kwestie van voortschrijdend inzicht. Zoals ik al zei: ik wist en weet niet alles. Maar let wel op: in rusthuizen kún je de vensters niet zomaar opengooien, hoor. Zeker in de winter zijn die bewoners te frêle om koude te verdragen. Het is niet zo simpel.”

BIO Johan Neyts

- Geboren op 21 januari 1966 in Blankenberge.
- Hoogleraar virologie aan de KU Leuven.
- Hoofd van het Neyts-lab of Virology, Antiviral Drug and Vaccine Research, een onderzoeksgroep die deel uitmaakt van het Rega Instituut.
- Publiceerde pas in ‘Nature’ over een antiviraal middel tegen dengue.