Dubbel zo groot als Ever Given: hoe een tanker een drijvende bom wordt

Negen miljoen mensen zonder proper water, zeven miljoen zonder eten, 1,1 miljoen vaten olie die de zee in vloeien. Dat staat Jemen te wachten als de FSO Safer, een olietanker die al sinds 1987 voor de kust ligt, breekt. “Onvermijdelijk”, zeggen onderzoekers van Harvard en Stanford.

De FSO Safer is een voormalige olietanker die in 1987 rust vond voor de kust van Jemen. Op 7 kilometer voor de havenstad Hodeidah werd het schip voor anker gelegd, en herbestemd. Momenteel doet het 350-meter lange schip dienst als opslagtanker voor zo’n 1,1 miljoen vaten olie. Op de Safer staat een houdbaarheidsdatum geplakt, en die komt steeds dichterbij.

Acuut gevaar

45 jaar is oud voor een zeeschip. Daarom pompte Jemen ook jaarlijks 20 miljoen dollar in het onderhoud van het schip. Pompte, want in 2015 werd de kust, en daarmee ook de FSO Safer, buitgemaakt door de oprukkende Houthi-rebellen. Die lieten het na om het schip te onderhouden, waardoor een lek nu met de dag waarschijnlijker wordt. Als de Safer zou lekken, of erger nog, ontploffen, belandt vier keer meer olie in zee dan in 1986, toen de Exxon Valdez aan de grond liep bij Alaska.

De impact van deze ramp zou dan ook enorm zijn: “Negen miljoen mensen verliezen proper water, zeven miljoen verliezen toegang tot voedsel,” zucht Stanford-researcher Benjamin Huynh bij Al-Jazeera. De Rode Zee biedt ook plaats aan ontziltingsplanten, die cruciaal zijn in het maken van drinkwater voor de inwoners van Jemen.

De bevolking van Jemen heeft het nu al zwaar te verduren: tienduizenden leven in hongersnood, vijf miljoen moet vrezen voor voedselschaarste. Twintig miljoen inwoners leven van humanitaire hulp, waarvan bijna 70 procent door de havens van Hodeidah en Salif gaat, de havens het dichtst bij de oude olietanker gelegen.

Niet enkel een Jemens probleem

Hiernaast kan ook de wereldeconomie serieus lijden onder een olielek. De tanker ligt namelijk in de Rode Zee, één van de drukst bevaarde straten ter wereld, en een directe lijn naar het Suezkanaal. Sinds het fiasco rond Ever Given weet iedereen wat er gebeurt als de scheepvaart daar voor enkele dagen stilligt. Een lek van de Safer kan enkele maanden duren om op te kuisen. Ter vergelijking: in deadweight tonnes, de maatstaf voor het draagvermogen van containerschepen, is de FSO Safer groter dan twee Ever Givens samen.

De situatie wordt met de dag slechter voor de SFO Safer. 2017 betekende het officiële einde van het schip, toen de stoommotoren zonder benzine kwamen te zitten. Deze genereert de energie die nodig is om cruciale elementen van het schip te doen draaien. Sindsdien staan twee dieselgeneratoren op het dek in voor elektriciteit voor het personeel aan boord. De stoommotor zorgde ook voor inertie, waarbij ontbrandbare stoffen, die van de olie oprijzen, worden geneutraliseerd. De tanker is sindsdien dus een soort van luciferdoosje, waarbij één vonkje genoeg is om de boel tot ontploffen te brengen.

In 2020 kon de crew aan boord nog net voorkomen dat het schip zou zinken: een gebarsten pijp lekte zeewater in de romp van het schip. Een nieuw lek kan elk ogenblik ontstaan, waarna de tanker stilaan maar zeker zal zinken. Een oplossing lijkt veraf. De Houthi-rebellen onderschatten het gevaar van de slapende tanker en vertragen eventuele reparaties door de VN. Die zijn van mening dat een ramp intussen onvermijdelijk is, en willen dan ook het schip repareren en de olie aan boord zo snel mogelijk wegsluizen. De Houthi’s geven geen krimp, waardoor een ramp voor de bevolking van Jemen én voor de wereldeconomie dichter en dichter sluipt.

(jvdh)

Meer