Tijdens de klimaatmars van afgelopen zondag in Brussel kondigde klimaatactiviste Anuna De Wever nieuwe spijbelacties aan. Onderwijsminister Ben Weyts toonde zich meteen kritisch over het nieuwe klimaatspijbelen. In het Vlaams Parlement herhaalde hij die  kritiek. “Wij voeren een beleid tegen alle vormen van spijbelen. We moeten elke vorm van spijbelen vermijden. Ik ben tegen spijbelen. Ik ben tegen links spijbelen, tegen rechts spijbelen en tegen averechts spijbelen”, aldus Weyts. 

Volgens de N-VA-minister heeft de coronacrisis ook aangetoond dat net de meest kwetsbare leerlingenen “het grootste slachtoffer zijn” van het missen van lessen. Weyts heeft ook de richtlijnen aan de scholen verduidelijkt. Elke vorm van spijbelen moet bestempeld worden als een ongewettigde afwezigheid. 

De linkse oppositiepartijen Groen, Vooruit en PVDA vinden dat de aangekondigde acties vooral aantonen dat de regering op de proppen moet komen met een “ambitieus klimaatbeleid”. “Als we willen dat het klimaatspijbelen stopt, dan moet er in gesprek gegaan worden met die jongeren en moet er een ambitieus klimaatbeleid op poten gezet worden”, zo zei Groen-parlementslid Elisabeth Meuleman. “Het niet hebben van leerkrachten en uren in de studie zitten is veel bedreigender voor de onderwijskwaliteit dan het geëngageerd protest van de spijbelaars”, aldus nog Meuleman. 

Maar dat noemt minister Weyts een “halfslachtige houding”. “Spijbelen is altijd een slecht idee en verdraagt geen selectiviteit. Waar eindigt dat anders?”. De N-VA-minister herhaalt ook dat het een goede zaak is dat jongeren hun engagement tonen. “Maar dat kan voor en na de lesuren en in het weekend. De mars van afgelopen weekend heeft aangetoond dat men daarvoor niet moet spijbelen”.