KMI wil automatisch overleg met andere diensten zodra risico op overstromingen toeneemt 

Het KMI wil dat de verschillende gouverneurs, crisiscentra en experten de koppen bijeen steken wanneer het risico op noodweer zoals overstromingen toeneemt. “Als we code oranje of meer geven, zouden we verplicht contact moeten opnemen”, zegt David Dehenauw, hoofd van de Dienst Weersvoorspellingen bij het KMI. Meer overleg had volgens hem “een verschil kunnen maken” bij de overstromingen in Wallonië van afgelopen juli. 

“Zolang een druppel in de wolken zit, is de federale regering en het KMI bevoegd. Maar zodra die druppel in contact komt met een rivier, is het aan de regionale minister. Dat is toch crazy?” Dit zijn woorden van PTB/PVDA-kopstuk Raoul Hedebouw, tijdens een commissie begin september in het federaal parlement. 

De overstromingen van 14 en 15 juli legden bloot dat veel verschillende instanties bevoegd zijn voor het noodweer: voor de inschatting van het weer vooraf én voor het crisisbeheer nadien. Onder andere het KMI, het federale instituut dat de weersvoorspellingen in ons land maakt, zou te zwak zijn geweest in zijn communicatie, luidde de kritiek. 

Van de regen in de drup

Maar het KMI geeft zelf aan dat het niet bevoegd is om de impact van het noodweer in te schatten. Wetenschapper David Dehenauw legt de kafkaiaanse situatie uit: “Ik mag het woord overstroming niet gebruiken”, zegt hij. “Het KMI is enkel bevoegd om neerslag en andere weersfenomen te voorspellen. Maar de impact ervan is gewestmaterie.” 

Ik denk dat er langs de kant van de hydrologie in Wallonië sneller gereageerd kon worden. Maar dan moet men die mensen ook de nodige middelen geven.

David Dehenauw, hoofd van de Wetenschappelijke Dienst Weersvoorspellingen bij het KMI

Doordat zo veel verschillende diensten een inschatting moeten maken van het noodweer, stroomt niet alle informatie altijd voldoende door, zegt Dehenauw. “Het KMI staat helemaal bovenaan de keten”, zegt hij. “Maar als er één schakel in die keten niet mee is en het evolueert snel, loop je achter de feiten aan. Dat is in deze gebeurd”, klinkt hij kritisch. “Ik denk dat er langs de kant van de hydrologie in Wallonië (de Waalse waterwegen, red.) sneller gereageerd kon worden. Maar dan moet men die mensen ook de nodige middelen geven.” 

Bekijk hier hoe David Dehenauw (KMI) de informatiedoorstroming wil verbeteren: 

Videospeler inladen...

De impact van het weer inschatten is namelijk niet altijd een makkelijke zaak, legt Dehenauw uit. "Is het een vlak gebied of zijn er stroomversnellingen door hoogteverschillen? Wat is de toestand van de bodem? Zijn er daar veel waterlopen in de buurt, en wat is de toestand van de bedding van die rivieren? Voor al die zaken moet kennis uit verschillende domeinen snel samenkomen, om tot actie te komen. Dat ontbreekt tot nu toe."

Meer overleg

Om dezelfde fout in de toekomst te vermijden, wil het KMI dat de verschillende actoren beter communiceren. Zodra er code oranje wordt uitgeschreven door het KMI, zouden verschillende actoren automatisch bijeengebracht moeten worden, zegt Dehenauw. 

We zijn met steun van de staatssecretaris begonnen met alle actoren te contacteren

David Dehenauw, hoofd van de Wetenschappelijke Dienst Weersvoorspellingen bij het KMI

“We zijn met steun van de staatssecretaris begonnen met alle actoren te contacteren”, zegt de wetenschapper. “Ik heb contact opgenomen met alle gouverneurs en ben aan het overleggen met de crisiscentra. We hopen om een ‘virtuele cel’ in te richten, zodat de kennis die er is samenkomt op het moment dat het nodig is. Via videoconferentie kunnen we dan overleggen vóór er rampen gebeuren.”

Herbekijk hier de volledige Pano-reportage "Overstroming onderschat": 

Videospeler inladen...

Meest gelezen