Direct naar artikelinhoud
InterviewStikstof

‘Vroeger sliep ik hier in de studio in een laken, en ik dronk tot ik niet meer kon staan. Ik ging te wild’

Van links naar rechts: Astrofisiks, DJ Vega, Jazz Brak en Zwangere Guy.Beeld SEBASTIAN STEVENIERS

Er zijn onlangs veel Belgische rapsterren bij gekomen – Roméo Elvis, Brihang, Frenetik – maar de beste hiphopgroep van het land blijft STIKSTOF. Zij hebben net hun vierde plaat, Familie boven alles, afgewerkt in hun eigen studio in hartje Brussel, tegenover de AB, boven café Les Brasseurs. Daar hebben we met Jasper De Ridder (Jazz Brak) en Gorik van Oudheusden (Zwangere Guy) afgesproken. Guy stelt de alchemie tussen Jazz en hemzelf voor als ‘twee handen op twee dikke buiken’. Ik krijg van hem een halveliterblik bier. Go!

Na jullie vorige STIKSTOF-plaat Overlast kwam het grote succes van Wie is Guy? van Zwangere Guy.

Jazz Brak: “Die plaat heeft de groep naar boven getrokken. Astrofisiks heeft Wie is Guy? gemixt en geproducet, daardoor is hij van richting veranderd en smijt hij zich nu op de beats. Belgische hiphop kreeg er meer aandacht door, en daardoor ook STIKSTOF. En wat Roméo Elvis en Damso al voor Franstalig België hadden gedaan in Frankrijk, is Zwangere Guy in Nederland gaan doen: de Belgische hiphop op de kaart zetten.”

Zwangere Guy: “Weliswaar onbewust, maar met veel plezier. Nooit heeft iemand tegen me gezegd: ‘Wat is dat met die gast? Die komt uit een groep en wil plots een soloplaat maken.’ Alles wordt bij ons aan tafel besproken, bij een goed gerecht. We gaan op restaurant of we koken zelf. We tekenen een plan uit en dan kijken we naar elkaar. Voelen we ons hier goed bij? Gaat iedereen akkoord? Is dit goed voor iedereen? Ik heb sinds dag één zoveel liefde gekregen bij STIKSTOF. Ik ben weggelopen van alles wat ik heb meegemaakt, STIKSTOF heeft zoveel bijgedragen aan wie ik nu ben. We konden niet anders dan met Familie boven alles komen.”

Mijn favoriete compacte zin op de plaat is van jou, Jazz: ‘Mensen die ze kwijt zijn vinden hier pedalen’.

Jazz: “Ik word altijd blij als ik de juiste woorden op de juiste plaats krijg. In Brussel spoelen ook echt veel mensen aan die de pedalen zijn kwijtgeraakt.”

Guy: “Ik moest meteen denken aan wat Marc Didden in Een gehucht in een moeras heeft geschreven over de 27 treinstations van Brussel: geen enkel station is een eindhalte. Als je naar Parijs, Londen, Berlijn of Antwerpen reist, stopt de trein. Wij wonen in een passage. Brussel is een va-et-vient.”

Nog eentje: ‘Hier is kijken al problemen zoeken / Snel gaat het hier over moeders’.

Guy: “‘Fils de pute!’

Jazz: “Ik dacht veeleer aan ‘Ta mère!’ In Schaarbeek en in Molenbeek heb je mooie en minder mooie straten, en die kruisen mekaar. In de ene straat denk je: het is hier tof, ik kan alles zeggen wat ik wil. Maar om de hoek praat je plots minder hard. Daarom ‘Hier is kijken al problemen zoeken’: je kunt hier twintig jaar wonen en nooit iets meemaken. En je kunt hier één weekend op bezoek zijn en neergestoken worden omdat je de verkeerde man op het verkeerde moment in de ogen hebt gekeken.”

Jullie vertaalden eerder al ‘Protect Ya Neck’ van Wu-Tang Clan met ‘Bedek je nek’. Knap, maar wat betekent het precies?

Jazz: “Wees op je hoede, quoi!”

Zoals in ‘In Brussel moet g’u focussen’?

Jazz: “Ik denk dat je je overal moet focussen. Je moet weten wie er voor en wie er achter je staat – en die laatste is gevaarlijker.”

Guy: “Ja, maar we hebben het hier wel over Familie boven alles, en dan weet je wie naast je staat. Wij zijn niet zoveel bezig met wie voor ons staat.”

Aan de top van de Nederlandstalige rap staat Opgezwolle, waar Sticks de helft van was. Sticks is jullie enige guest.

Jazz: “Het is en blijft een droom, hè, met je idool werken. Toen ik 16 was, luisterde ik naar ‘Hoedenplank’ van Opgezwolle. Nu moeten we nog met ons grote idool uit Frankrijk werken, Booba van Lunatic.”

Guy: “Dat zou hard zijn.”

Jazz: “En dan kunnen we stoppen. (lacht)

Guy: “Ik ken mensen die bang zijn om hun idool te ontmoeten, omdat het iets zou kunnen veranderen aan hun gevoel. Sticks ziet zich net niet als groter dan de rest. En hij schreef voor ons een verse om u tegen te zeggen. Er zit zoveel emotie in.”

Het grimmige ‘Schaduwboksen’ is mijn favoriet.

Guy: “Als ik die track ontleed, hoor ik dat we heel goed naar onze meesters geluisterd hebben. Er zit een zware Wu-Tang-vibe in, een zware Eminem-vibe ook.”

Jazz: “En veel Lunatic. Booba weer. Het begint in de regen. Niemand is blij. Het gaat niet goed. We rijden over een brug. Er zijn mensen die niet meer bovenkomen. Even slikken, quoi! Veel van mijn favoriete Franse rappers zitten in die sfeer. Ik hoor blijkbaar liever iemand over zijn problemen rappen dan over zijn zwembad.”

In ‘Spiegel’ en ‘Beelden’ delen jullie elk apart iets heel persoonlijks, terwijl de beats plaatsmaken voor piano, kleine stokjes en ruis op de tape.

Jazz: “‘Spiegel’ was de eerste track die ik voor deze plaat heb geschreven. Tweeënhalf jaar geleden ben ik na vijftien jaar gestopt met smoren en drinken. Omdat mijn kop zei: het is beter dat je nu stopt. Ik wilde opschrijven wat het met me deed en hoe ik me erbij voelde. Dat heeft ook bij Guy iets losgeweekt: hij is beginnen te schrijven over zijn drinkgedrag.

“Op de eerste twee STIKSTOF-platen was ik de jonko-roker. Veel mensen die ik ken zeiden me: ‘Jij bent de laatste van wie ik had gedacht dat hij zou stoppen.’ Dus als iemand als ik zeg dat het plots te veel kan worden, zodanig zelfs dat het nodig is om te stoppen, zal dat een paar mensen misschien doen nadenken.”

Guy: “Ik kan me al niet meer voorstellen dat jij smoorde.”

Jazz: “Maar ik was wel dat typetje, ik was zoals de gast die altijd een pint in zijn hand heeft. Ik teken veel, maar ook als ik teksten schreef, was het altijd met jonko. In het begin dacht ik dat ik niet creatief en vrij kon zijn zonder de joints die me wakker hielden. Ik kon tot vier uur ’s nachts doorgaan. Maar tijdens die nachturen was ik niet beter aan het schrijven of tekenen. Ik was gewoon de tijd aan het rekken. Ik heb zeker niet het gevoel dat ik nuchter minder fantasie heb.”

Wat denk jij, Guy?

Guy: “Dat ‘Spiegel’ exact was wat Familie boven alles nodig had: een eerlijke Jazz. Ik zeg niet dat hij vroeger heeft gelogen. Maar in ‘Spiegel’ voelde ik hem meteen. Ik had hem ook nodig om zelf ‘Beelden’ te kunnen schrijven. Ik drink nog veel, maar vroeger zat ik aan de sterkedrank. In die periode sliep ik hier in de studio in een laken, en ik dronk tot ik niet meer kon staan. Ik ging te wild. Dat kon niet blijven duren.”

Goed! Iets anders: in ‘Zeg ze’ lijkt het of jullie alleen de besten willen zijn als het heerlijk onnozel mag.

Guy: “Te veel mannen én vrouwen in de hiphop voelen zich veel te goed en zijn veel te serieus. Wij willen zoveel mogelijk en zo lang mogelijk fun hebben en genieten van de glimlachjes en de domme momenten. In ‘Zeg ze’ zit gewoon géén boodschap. Ik weet nog perfect waar Jazz in deze studio stond tijdens de opnames, en waar Astro zat, en ik herinner me dat we na een paar uur en veel vrijgekomen energie een track hadden gescheten. Er zijn zo ook kadavers gemaakt die de plaat niet gehaald hebben, maar ‘Zeg ze’ deed me opnieuw voelen dat we al vrienden waren vóór we een rapgroep zijn geworden. Net daardoor is bij ons niet alles even consistent, blijft een track soms onafgewerkt, rauw, ruw, en net daarom – vind ik toch – mooi.”

In ‘ALL CAPS’ hebben jullie het over ‘To-ki-o met de dames’.

Guy: “We hebben al twee keer in Japan gespeeld.”

Jazz: “Mijn madam wil daar graag eens naartoe, en vandaar (rappen allebei): ‘To-ki-o met de dames / So-wie-so zijn we samen’. Weer een voorbeeld van Astro die een beat maakte die alles snel heeft doen gaan.”

Guy: “Na afloop wisten we: afblijven, niet aanpassen, gewoon bijhouden.”

Jazz: “En genoeg gewerkt voor vandaag.”

Familie boven alles van STIKSTOF is uit bij Universal. STIKSTOF speelt op 20 en 21 oktober in de AB.

© Humo