Direct naar artikelinhoud
AchtergrondCoronacijfers

‘De kleinste inspanning vraagt nu heel veel’: gevaccineerd en toch ziek

Katrien Van Doorselaere raakte naar alle waarschijnlijkheid besmet via haar dochter.Beeld Tine Schoemaker

De coronacijfers klimmen opnieuw, ook bij gevaccineerden. Hoewel een prik de kans op een ziekenhuisopname sterk beperkt, kan ook iemand die gevaccineerd is nog besmet worden of flink ziek worden van het virus. ‘De voornaamste klacht is vermoeidheid.’

“Het is niet van naar een feestje te gaan met honderden mensen”, zucht Katrien Van Doorsselaere (31), die in quarantaine zit met een coronabesmetting. “Maar gewoon omdat mijn dochter een dag naar de crèche is geweest. Toen ze terugkwam, hoorden we dat een begeleidster positief was. We dachten: het zal toch niet waar zijn?”

Een test bevestigde voor Van Doorsselaere waar ze al voor vreesde: corona. Voordien had ze nog geen symptomen, maar een dag later begon ze last te krijgen van spierpijn en hoofdpijn. Hoewel ze beiden gevaccineerd zijn, liepen zij en haar vriend het virus op. “De voornaamste klacht is vermoeidheid”, zegt Van Doorsselaere. “De kleinste inspanning vraagt nu heel veel. Mijn vriend, normaal een heel sportief persoon, ligt nu een hele dag ziek in bed.”

Virologen zien in ons land gebeuren waar ze al maanden voor waarschuwen: de cijfers gaan weer snel naar omhoog. Gemiddeld raken nu 3.010 landgenoten dagelijks besmet. Dat is bijna de helft meer dan vorige week. En dat terwijl al zo veel mensen gevaccineerd zijn, zoals Katrien Van Doorsselaere en haar vriend. Is het dan een pandemie van de gevaccineerden geworden? 

De vaccins zorgen er in ieder geval voor dat mensen niet meer zo gemakkelijk zwaar ziek worden en in het ziekenhuis belanden. Maar uit een Amerikaanse studie, gepubliceerd in het gezaghebbende blad The Lancet, bleek enkele weken geleden nog dat de Pfizer-vaccins na zes maanden de helft minder beschermen tegen besmettingen. 

Lagere scholen

Toch kent de stijging van het aantal besmettingen andere oorzaken. De cijfers tonen immers aan dat het virus vooral in de jonge leeftijdsgroepen circuleert die geen prik hebben gekregen. “De positiviteitsratio is het hoogste in de groep tussen nul en negen jaar”, zegt biostatisticus Geert Molenberghs (KU Leuven en UHasselt). “Ook in de lagere scholen zien we een hoge incidentie.”

De positiviteitsratio in de groep tussen nul en negen staat nu op 11,8 procent. Als er dus honderd testen afgenomen worden bij deze jonge kinderen, is meer dan een tiende positief. In de volgende groep, tien tot en met negentien, daalt dat al naar 7,8 procent, omdat jongeren vanaf twaalf jaar in ons land wel om een vaccin mogen gaan.

Mondmaskers hoeven veelal niet meer in de klas. Het coronavirus blijkt zich gemakkelijk te verspreiden op de lagere school.Beeld Photo News

Ook bij dertigers en veertigers ziet Molenberghs een toename. Dat is logisch, want kinderen die besmet zijn, nemen het virus natuurlijk mee naar huis. Net zoals bij het gezin van Katrien Van Doorsselaere dus. Elders, in Canada, onderzoeken wetenschappers nu of jonge kinderen ook geen prik zouden kunnen krijgen. Pfizer heeft een dossier ingediend bij de gezondheidsautoriteit Health Canada om zijn vaccin te laten goedkeuren voor de leeftijdsgroep van vijf- tot elfjarigen. 

Geert Molenberghs.Beeld Wouter Van Vaerenbergh

Molenberghs vindt het op zich een goed idee om de vaccinatie in deze groep toe te laten. “Het is natuurlijk een moeilijk debat”, zegt Molenberghs. “Want het gaat over jonge kinderen. Maar ook de vaccinatie bij twaalf- tot vijftienjarigen lag gevoelig. In de cijfers zien we dat we daar wel de vruchten van plukken. De besmettingen in het middelbaar liggen nu drie keer zo laag als op de lagere school.”

Van Doorsselaere hoopt alleszins dat ze vlug van haar klachten verlost is. Ze kampt met zware vermoeidheid, maar corona heeft ook haar reuk en smaak uitgeschakeld. “Gelukkig begint mijn smaak wat te herstellen”, zegt Van Doorsselaere. “Ik kan opnieuw zoete dingen proeven. Maar mijn geur is nog steeds weg. Als mijn dochter een vuile luier heeft, bijvoorbeeld, dan ruik ik het niet. Ook als er in de keuken iets zou aanbranden, merk ik het niet. Als je je geurzin verliest, besef je pas welke impact dat heeft op je leven.”